Ten Dam kreeg in de afdaling van de Tourmalet een lekke band, maar kreeg het voorwiel van Boom en wist met behulp van zijn teammaat weer aan te sluiten bij de favorieten.
''Ik rijd super op de Tourmalet, maar in de eerste bocht van de afdaling dacht ik: wat gebeurt hier? Ik raakte echt even in paniek. Ik had het eerst niet zo in de gaten dat ik lek reed'', zei Ten Dam na afloop van de rit tegen de NOS.
''Eerst dacht ik dat het asfalt was gesmolten, maar dat kon helemaal niet want het was niet warm. Ik had zo’n geluk dat Lars zijn voorwiel gaf. Die had net daarvoor een superklim gereden.''
Nuchter
De inwoner van Maastricht verloor tijd met het wisselen van zijn wiel, maar zat voor de beklimming van de Hautacam weer in het peloton.
''Ik heb de afdaling van de Tourmalet achter Lars aangereden, omdat de ploegwagens van de concurrenten me niet wilden helpen. Lars krijgt een dikke knuffel van me. Ik ben zo blij met hem.''
Boom bleef nuchter onder alle lofuitingen. ''Dat soort dingen spreek je 's ochtends af. Je gaat mee in een ontsnapping om je teamgenoten te kunnen helpen. Daarvoor zijn we hier met elkaar. Het is fijn dat je waardering krijgt van elkaar.''
Tijdrit
Ten Dam eindigde uiteindelijk als elfde in de loodzware etappe, die werd gewonnen door geletruidrager Vincenzo Nibali. Hij had echter gehoopt meer afstand van zijn concurrenten in het algemeen klassement te nemen.
''Het was jammer dat ik niet met de besten meekon op de laatste klim. Ik wilde Leopold König afschudden, maar dat lukte niet. Nu moet ik zaterdag de tijdrit van mijn leven rijden. Daar ga ik voor'', keek hij alvast vooruit.