Waarom ons land meer kippen telt dan ooit

© Hollandse Hoogte / Rob Voss

Nooit eerder telde ons land zoveel kippen als nu. In 2016, toen er van de fipronilcrisis nog lang geen sprake was, ging het om 14 miljoen legkippen en 28 miljoen braadkippen. Toch kraait de sector geen victorie: “Eigenlijk zitten we pas nu weer op het niveau van vóór de crisis die sinds halfweg de jaren 90 de pluimveesector op zijn grondvesten deed daveren.”

Kristof Simoens

Het was een meer dan opvallend cijfer in de landbouwstatistieken die de FOD Economie vrijdag publiceerde: ons land telt 14 miljoen legkippen en 28 miljoen braadkippen. Dat zijn er 14 procent meer dan een jaar eerder en zelfs 99 procent meer – net geen verdubbeling, dus – dan 30 jaar geleden. Van een spectaculaire remonte gesproken.

Mestactieplan

“Het is maar wat u spectaculair noemt”, zegt Wouter Weytynck, adviseur dierlijke veredeling bij de Boerenbond. “De stijging is duidelijk, dat wel, maar er was wel eerst een fikse daling van het pluimveebestand. De kippensector heeft vele jaren zwarte sneeuw gezien.”

De neergang startte in 1996. Toen werd er onder druk van het veelbesproken ‘mestactieplan’ een bouwstop afgekondigd. “In 1999 volgde dan de fameuze dioxinecrisis en in 2003 brak de vogelgriep uit. Alsof dat nog niet volstond, werd Europa begin van deze eeuw overspoeld door kippenfilets uit voornamelijk Brazilië. Er moesten zelfs Europese heffingen aan te pas komen om die massale dumping te stoppen, maar intussen was het kwaad al geschied”, zegt Wouter Weytynck.

Milieubewuster

Het tij begon pas langzaam te keren vanaf 2005-2006. “Er kwam toen stilaan weer wat ruimte in het vergunningenbeleid. Maar intussen waren de normen – met name op het vlak van milieu – wel een pak verstrengd. Met alle extra investeringen van dien. Het resultaat is wel dat een modern kippenbedrijf in niets meer te vergelijken valt met de voorgangers van pakweg 25 à 30 jaar geleden. Werd toen amper een vijfde van alle kippenmest verwerkt, dan zitten we nu aan een cijfer van 90 à 95 procent, inclusief uitvoer. En een modern kippenbedrijf stoot de helft minder ammoniak uit dan eind jaren 90. Je mag dus gerust stellen dat de ecologische voetafdruk van de pluimveesector een pak kleiner is geworden.”

Meer kip op het menu

Vandaag telt onze pluimveesector zo’n 1.250 bedrijven: 650 daarvan houden braadkippen, 210 leghennen, de rest zijn hoofdzakelijk broed- en opfokbedrijven. “Daarmee zitten we eindelijk weer ongeveer op hetzelfde niveau als vóór de crisisperiode”, zegt Wouter Weytynck.

Een herstel dat ook mee te danken is aan de consument. Die mag dan door de band genomen minder vlees zijn gaan eten dan vroeger, kip en ander gevogelte blijven wel degelijk populair. Meer zelfs: verhoudingsgewijs zit kip in de lift. “De vraag naar braadkippen groeit al een tijdje en tegelijk zijn ook de prijzen wat gestegen”, zegt de Boerenbond-adviseur. “Dat heeft er de laatste jaren voor gezorgd dat flink wat kippenhouderijen zijn gaan uitbreiden en dat er zelfs sprake is van een schuchtere instroom van jonge kippenboeren.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer