© Frans Baert

Pueblo

Aflevering nr. 1296 - Het was zondagochtend in Fuente Vaqueros, een dorp een half uur rijden van Granada. De naam betekent letterlijk ‘koewachtersbron’. Een boerengat.

Frans Baert

In de straat stonden mannen rond een churrokraam verzameld. Ik stapte uit om hen de weg te vragen.Kon geen woord verstaan. Een van hen nam me bij de arm, we liepen samen een eind verder. Hij wees naar een wit huisje.

***

Op de website stond dat het museum ‘s ochtends open was om 10, 11, 12 en 13 uur. ’s Namiddags om 16 en om 17 uur. Mysterieus. Misschien was het een typisch Spaanse manier voor het aanduiden van openingsuren.

***

A las cinco de la tarde.Eran las cinco en punto de la tarde.Un niño trajo la blanca sábanaA las cinco de la tarde.

[Om vijf uur ’s middags.Om klokslag vijf uur ’s middags.Een kind bracht het witte lakenOm vijf uur ’s middags.]

Federico García Lorca (1898-1936),‘De Hoornstoot en de Dood’; uit: ‘Lamentatie voor Ignacio Sánchez Mejías’ (1934)

***

Mijn zoon en ik belden aan. Wij waren die ochtend de enige bezoekers van het geboortehuis van de dichter Federico García Lorca.Een man deed open. Pas nadat hij ons de kaartjes voor het museum verkocht had, legde hij uit dat we niet binnenmochten. Ik voelde me beetgenomen. Hij wees naar zijn horloge, het was half elf. We moesten binnen een half uur terugkomen. Het museum opende de deuren enkel om klokslag tien, elf, twaalf, enz.We doodden de tijd door wat in het dorp te wandelen. Fuente Vaqueros, een boerengat. Een van die kleine plaatsen waaruit grote mensen zijn voortgekomen.

***

De klokken luidden. Voor de kerk stond een lijkwagen te wachten.In de hoofdstraat waren nog altijd mannen rond de churro-kraam verzameld. Klak op het hoofd, handen in de zakken, blik op de grond gericht.‘Churro’s’ zijn deegbeignets in de vorm van een gekrulde chipolataworst. De churrobakker stond voor een vat kokende olie waarin hij door een trechterkraantje vloeibaar deeg liet lopen. Met een grote stok maakte hij een cirkelbeweging in de dampende olie, waardoor het deeg kon ronddraaien en de vorm van een dunne worst aannam.De rookontwikkeling in de kraam was aanzienlijk - de kok maakte grimassen en wreef zich voortdurend in de ogen.Eenmaal gebakken, knipte de vrouw van de kraam de van het vet druipende churro’s met een schaar in stukken, en wikkelde ze in wit papier. De mannen betaalden haar en trokken tevreden huiswaarts met het gebak.Op zondagochtend geen pistoleetjes in Fuente Vaqueros, wel churro’s.

***

Federico García Lorca leefde elf jaar lang in het dorp. Zijn vader was een rijke boer en kocht ook een huis in Granada. Na de verhuizing naar de grote stad, bleven de Lorca’s in de zomermaanden naar het witte huisje komen.Lorca ontpopte zich snel tot een groot dichter. In de hele wereld wordt hij tot de dag van vandaag nog graag gelezen, ook in vertaling.Lorca was bevriend met schilder Salvador Dalí, filmmaker Buñuel, componist de Falla en vele anderen.Het Franco-regime had geen waardering voor zijn progressieve ideeën. In 1936 werd hij tijdens de Spaanse Burgeroorlog door falangistische milities vermoord. Lorca werd amper 38 jaar oud.

***

Het monument op het dorpsplein deed me denken aan in beton gegoten gedenktekens van achter het IJzeren Gordijn. Op de sokkel stond in grote letters een opdracht, waaruit de letter ‘L’ verdwenen was: ‘PUEB O A GARCIA LORCA’. ‘Pueblo’ betekent zowel ‘dorp’ als ‘volk’. Voor een groot dichter uit een klein dorp zijn beide vertalingen van toepassing.

***

Klokslag elf stonden we weer voor het witte huisje. De man die ons een half uur eerder de kaartjes had verkocht, liet ons niet binnen tot we ze toonden. Het was even zoeken.De man was ook museumgids, maar sprak enkel Spaans. Een tegenvaller toen hij uitlegde dat we geen kiekjes mochten nemen, zelfs ‘sin flash’.In de ‘goede kamer’ hingen foto’s van de kleine Lorca. Zijn moeder was lerares. Op een foto zag je Lorca in de meisjesklas, op een andere in de jongensklas. De gids vertelde ons daar iets over dat ik niet goed kon verstaan - misschien had hij het over Lorca’s homoseksualiteit, dacht ik.In de volgende kamer pronkte een oude piano. De Lorca’s bezaten er twee, legde de gids uit, een vleugel in Granada, een staande hier - de vader was immers ‘rico’. Moeder en zoon waren verdienstelijke pianisten.In een andere kamer, ook op het gelijkvloers, stond het protserige bed van de ouders, waarin Lorca geboren werd. In de kamer daarnaast zijn wiegje. Alles door de jongste zus van Lorca bewaard zoals het was.Op de bovenverdieping werd het graan opgeslagen, typisch voor de streek omdat de bodem er zeer vochtig is, legde de gids uit.De mensen sliepen met hun graan boven het hoofd. Een beeld dat me zal bijblijven.

***

Terwijl we door het huis liepen, herinnerde ik me de eerste keer dat ik de naam Lorca hoorde. Ik was dertien. Mijn leraar Nederlands las ons een Lorca-gedicht voor, zowel in het Spaans als in vertaling. Ik hoor nog hoe plezierig het voor hem was om de woorden uit zijn mond te laten rollen: ‘A las cinco de la tarde’!Voor de rest van mijn leven heb ik me nauw verbonden gevoeld met de dichter uit Andalusië - ik verzamelde al zijn bundels, las en herlees zijn gedichten.

***

¡Oh pueblo perdido,en la Andalucía del llanto!

[O verloren dorp,In het Andalusië van tranen!]

Federico García Lorca, ‘Pueblo’

***

Het was half twaalf. De gids had de deuren achter ons gesloten. Het laatste openingsuur zou om vijf uur volgen, ‘a las cinco de la tarde’.Rond de churrokraam hadden zich nieuwe mannen verzameld. Dezelfde blikken, dezelfde klakken op het hoofd.Het was zondagochtend, in het dorp waar de mensen vroeger onder het graan sliepen.

Good luck en tot ziens.Uw trouwe dienaar, FB

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer