Direct naar artikelinhoud
kunstroof

Nu 10 miljoen dollar voor gouden tip die grootste kunstroof ter wereld oplost

De openbaar aanklager houdt een persconferentie over de gestolen kunstwerken, april, 2017.

Het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston heeft vandaag de beloning verdubbeld voor dé tip die leidt tot de vondst van de 13 kunstwerken die 27 jaar geleden uit het Amerikaanse museum werden gestolen. Wie deze kunstroof, de grootste ter wereld, helpt op te lossen, krijgt nu 10 miljoen dollar (9 miljoen euro) uitgekeerd.

Bij de diefstal op 18 maart 1990 door twee als agent verklede mannen werden onder meer een schilderij van Johannes Vermeer en drie werken van Rembrandt van Rijn ontvreemd. Geschatte totaalwaarde: 500 miljoen dollar (450 miljoen euro).

 De diefstal uit het toentertijd slecht beveiligde museum zou het werk zijn geweest van twee beroepscriminelen die inmiddels zijn overleden. De FBI probeert nog steeds te achterhalen waar de 13 kunstwerken zijn gebleven en heeft daarvoor al twee keer een undercoveroperatie opgezet.

Cosa Nostra

Doelwit van de Amerikaanse opsporingsdienst was telkens Robert Gentile, een lid van de Cosa Nostra die schilderijen uit het Isabella Stewart Gardner Museum verborgen zou hebben gehouden. De weduwe van een voormalige maat van hem had dat in 2009 tegenover de FBI verklaard. Tijdens gesprekken die daarna werden afgeluisterd zou Gentile twee gestolen doeken te koop hebben aangeboden.

De maffiosi Robert Gentile wordt de rechtbank binnengereden voor verhoor.

Gentile werd in 2012 na de inzet van FBI-infiltranten gearresteerd op verdenking van wapenbezit en de ongeoorloofde handel in pijnstillers. De hoop was dat hij in ruil voor strafvermindering zou vertellen waar de schilderijen zijn. Tijdens een doorzoeking van zijn huis werd in de kelder een Boston Herald uit 1990 gevonden met een artikel over de kunstroof. In de krant zat een getypt lijstje met de namen van de dertien gestolen werken en hun vermoedelijke waarde op de zwarte markt. In zijn tuin bleek een geheime bergplaats te zijn gemaakt, maar die was leeg.

Aanvankelijk leek Gentile te willen meewerken. Toen hem een test met een leugendetector werd afgenomen, faalde hij echter, aldus justitie. Volgens de advocaat van Gentile is de test niet goed uitgevoerd. Gentile weigerde daarna elke medewerking en werd veroordeeld tot een celstraf.

Na zijn vrijlating probeerde de FBI het nog een keer. In 2015 werd hij opgepakt voor de verkoop van een wapen aan een veroordeelde moordenaar - opnieuw een infiltrant van de opsporingsdienst. Gentile was toen 79 jaar. Tijdens hernieuwde huiszoekingen werd een arsenaal aan wapens gevonden, maar nog steeds geen gestolen kunst. Gentile zei daarover ook niets te weten.

Een onbekende man wordt het museum binnengelaten, tegen het protocol in, twee dagen voor de roof.

In het najaar van 2016 ging zijn fysieke conditie opeens zo hard achteruit dat de kans bestond dat hij zou overlijden. Zijn advocaat haastte zich naar de ziekenhuisgevangenis voor het geval Gentile, die inmiddels 80 was geworden, op zijn doodsbed nog een bekentenis wilde afleggen. Hij hield zijn cliënt voor dat die vermoedelijk zou vrijkomen als hij zou vertellen waar de gestolen kunst was. "But there's no paintings", was daarop volgens de raadsman het antwoord geweest.

Deal met justitie

Tot verrassing van menigeen knapte Gentile daarna weer op. In april van dit jaar maakte hij een deal met justitie, waarbij hij schuld bekende ten aanzien van het wapenbezit. In augustus wordt bepaald welke straf hij krijgt, naar schatting een celstraf van ergens tussen de drie en zes jaar.

Het mislukken van de undercoveroperaties is vermoedelijk de reden dat de beloning nu fors wordt verhoogd. Dat is al de tweede keer: in 1997 was de aanvankelijke beloning van 1 miljoen dollar opgevoerd tot 5 miljoen dollar.

In het museum hangen nog steeds de lijsten waaruit de kunstwerken door de dieven zijn gesneden. Daarmee wordt voldaan aan de laatste wens van Isabella Stewart Gardner (1840-1924), de excentrieke miljonairsdochter die van haar kapitale woning in Boston een museum maakte. Zij bepaalde in haar testament dat de inrichting niet significant mag worden gewijzigd.

Volgens Anthony Amore, directeur beveiliging van het museum, worden gestolen kunstwerken meestal snel teruggevonden of pas een generatie later. Hij kan het weten: hij schreef een boek over geruchtmakende kunstroven.