Direct naar artikelinhoud
Opinie

'Effect dat lijden van patiënt op dokter heeft, moet meer aandacht krijgen'

Het is niet aan de dokter om als een soort filosoof aan de patiënt uit te leggen dat lijden een onvermijdelijk existentieel fenomeen is om de patiënt vervolgens aan zijn lot over te laten, schrijft Luc van Berkestijn.

'Effect dat lijden van patiënt op dokter heeft, moet meer aandacht krijgen'
Beeld anp

Het artikel van Ignace Schretlen in de Volkskrant doet in eerste instantie sympathiek aan. Als ik het goed begrijp, richt hij een waarschuwend woord aan collega's en patiënten om het lijden niet te ontkennen. Lijden hoort bij leven, en wij mensen moeten niet verwachten dat volledig uit te kunnen bannen.

Deze constatering is op zich wel waar, maar als finaal advies aan artsen komt dit op mij toch wat mager over. Want als dokters aan de patiënt duidelijk maken dat de geneeskunde niet almachtig is, en het daar verder bij laten, lijkt mij dat onnodig wreed. Patiënten mogen van artsen verwachten dat zij het menselijk lijden naar beste weten en vermogen verlichten. Daar zijn protocollen voor, die dienen als houvast, en niet als dwingend voorschrift. Deze protocollen hebben een bescheiden pretentie (onnodig gezondheidsverlies voorkomen en klachten verlichten), en hebben niets met ontkenning van lijden te maken. Mij lijkt dat het niet tot de competenties van de arts behoort om als een soort filosoof aan de patiënt uit te leggen dat lijden een onvermijdelijk existentieel fenomeen is, en de patiënt vervolgens aan zijn lot over te laten.

Als dokters aan de patiënt duidelijk maken dat de geneeskunde niet almachtig is, en het daar verder bij laten, lijkt mij dat onnodig wreed
'Effect dat lijden van patiënt op dokter heeft, moet meer aandacht krijgen'
Beeld anp

Lege handen
Collega Schretlen doet het voorkomen of alle artsen (behalve hijzelf) het lijden ontkennen, en voortdurend alleen maar bezig zijn het appel op klachtverlichting te honoreren zonder ooit duidelijk te maken wat de beperkingen zijn van de geneeskunde. Huisartsen weten als geen ander dat er situaties zijn waarin zij met lege handen staan. Ook weten zij hoe moeilijk het is om dit op een betrokken en zorgzame wijze uit te leggen. Scholing in de huisartsopleiding is daar nadrukkelijk op gericht. Met name in gesprekstrainingen wordt hiermee naar aanleiding van concrete praktijkvoorbeelden uitvoerig en herhaald geoefend.

Misschien valt wel te overwegen in (na)scholing wat meer aandacht te besteden aan de begrijpelijke moeite de wij allen met het menselijk lijden hebben. De oude Grieken van vóór Plato ontkenden het lijden nog niet. Zij accepteerden dit fenomeen nog als een absurd gegeven. De drama's van Sophocles getuigen daarvan. Daarna zijn - te beginnen met Plato -  allerlei pogingen gedaan de absurditeit van het menselijk lijden weg te redeneren. Verschillende godsdiensten duid(d)en vervolgens het lijden als loutering,  en beloofden een leven zonder lijden in een 'hiernamaals'.

Huisartsen weten als geen ander dat er situaties zijn waarin zij met lege handen staan. Ook weten zij hoe moeilijk het is om dit op een betrokken en zorgzame wijze uit te leggen.

Onmacht
Gelukkig is er een postmoderne filosoof die ons helpt om de eigen ervaring met lijden in te zetten in het hulpverleningsproces, zoals collega Schretlen ook bepleit. Om verantwoordelijk en ethisch te kunnen handelen moet een mens volgens Levinas (1906-1995) aan de volgende voorwaarden voldoen:

- zelf het genieten én lijden uit eigen ervaring kennen
- geraakt kunnen worden door het lijden van de ander op een wijze, die het eigenbelang overstijgt.

Arts-patiënt relatie
In intervisie en supervisie (bezinning in kleine groepjes collega's, met of zonder begeleiding) wordt ruim aandacht besteed aan het hanteren van de arts-patiënt relatie. De gevoelens die het lijden van de patiënt bij de dokter oproept krijgen hierbij ruim aandacht, evenals de gevoelens die gepaard gaan met de onmacht om alle lijden uit te bannen.

Collega's vinden in dit soort overleg ook steun aan elkaar en aan de deskundige begeleider in het vinden van adequate vormen van communicatie en beleid bij situaties, waarin medisch technisch geen soelaas meer voorhanden is. Intervisie en supervisie kunnen zich in een groeiende belangstelling verheugen. Alle artsen die deze ondersteunende vorm van scholing nog niet volgen kan ik die van harte aanbevelen.

Luc van Berkestijn is gepensioneerd huisarts en supervisor.

Misschien valt wel te overwegen in (na)scholing wat meer aandacht te besteden aan de begrijpelijke moeite de wij allen met het menselijk lijden hebben