Een verschil in grootte tussen borsten kan een serieuze impact hebben op het mentale welzijn van tienermeisjes. Dat blijkt uit een studie van het Boston Children’s Hospital. Het team volgde 59 meisjes tussen 12 en 21 jaar met asymmetrische borsten, met minstens een cupmaat verschil. De meisjes bleken op geestelijke gezondheid, welzijn en levenskwaliteit veel lager te scoren dan meisjes met ‘normale’ borsten. Ook op het vlak van zelfwaarde scoorden ze veel lager. ‘We zagen dat het hen even hard raakte als meisjes met abnormaal grote borsten, of als vrouwen die borstkankerchirurgie ondergingen’, schrijven de onderzoekers. ‘Dit is veel meer dan een zuiver cosmetisch probleem.’

Dat weten we in België al langer, zegt plastisch chirurge Isabelle Nolens. ‘Bij ons komt het ziekenfonds bij zulke operaties vaak tussen: men erkent dat psychische lijden dus wel’, zegt Nolens, die frequent ook jonge meisjes over de vloer krijgt. Maar er zijn natuurlijk ook vrouwen die er perfect mee kunnen leven, zegt Nolens. ‘En elke vrouw moet begrijpen dat volmaakte symmetrie niet bestaat. In heel mijn carrière heb ik nog nooit twee borsten gezien die perfect gelijk zijn.’