Direct naar artikelinhoud
Klimaat

Vlaming vervuilt voor tien

Door consumptie van buitenlandse goederen in rekening te brengen stoten Vlamingen meer broeikasgassen uit dan gedacht
Beeld Eleni Debo

De Vlamingen vervuilen tien keer te veel. Jaarlijks stoten we per persoon 20 ton schadelijke broeikasgassen uit door onze consumptie. Om de klimaatopwarming te stoppen, moet dat tegen 2050 richting 2 ton per jaar. ‘Die kloof is enorm, maar het is mogelijk ze te dichten’, zegt Serge de Gheldere van Klimaatzaak.

“Waarom zouden wij groene auto’s kopen en windturbines installeren als iedere week in China een nieuwe steenkoolcentrale opent?” Het is een klacht die je bij ons geregeld hoort. Maar die steenkoolcentrale maakt voor een groot deel spullen die wij hier kopen. Niet weinig goederen en diensten in ons bestaan hebben zo’n lange productieketen. Onrechtstreeks zijn wij zo mee verantwoordelijk voor de schadelijke uitstoot in China.

Daarom heeft de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) op vraag van de Vlaamse Milieumaatschappij nu voor het eerst berekend hoeveel broeikasgassen de Vlaming jaarlijks uitstoot door niet enkel te kijken naar hoe we ons huis verwarmen of met welke auto we rijden. Het VITO hield ook rekening met wat we consumeren aan voeding, kledij en andere producten en wat de klimaatimpact daarvan is.

Twintig ton

De nieuwe berekeningen, die minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) bekendmaakt, tonen aan dat door onze consumptie in Vlaanderen in totaal 20 ton koolstofdioxide per jaar per persoon wordt uitgestoten.

Dat is tien keer te veel. Om de klimaatopwarming onder de kritische grens van 2 graden Celsius te houden, moet het mondiale gemiddelde tegen 2050 namelijk dalen tot twee ton per inwoner.

'We moeten de hele productieketen en niet enkel de uitstoot hier bij ons meetellen'
Joke Schauvliege, minister van Leefmilieu

Bijna driekwart van onze koolstofvoetafdruk door consumptie, zo’n 15 ton, komt uit goederen en diensten die gezinnen kopen. We spreken vooral over de productie en het transport daarvan, zoals software, gadgets, kledij.

Voeding, wonen en vervoer zijn de grootste slokoppen. Denk aan stookolie en materialen die we invoeren, onze auto’s en hun brandstof, huishoudapparatuur en geïmporteerde voeding, zoals de beruchte ‘boontjes uit Kenia’ en klimaatonvriendelijke dierlijke producten.

Twintig ton
Beeld Eleni Debo

Liefst twee derde van die koolstofvoetafdruk door consumptie ontstaat in het buitenland en een derde buiten Europa, vooral in Azië. En die ‘uitbesteding’ neemt toe. Tussen 2003 en 2010 verdubbelde dat aandeel in onze koolstofvoetafdruk van 20 naar 40 procent.

Kloof dichten

Oplossingen liggen volgens de studie bij overheid, bedrijven en consumenten. Zo kunnen handelsmaatregelen die vervuiling afstraffen of duurzame productie belonen de uitstoot doorheen de productieketen doen krimpen. Bedrijven en sectoren kunnen een grote invloed uitoefenen op de milieuprestaties van hun toeleveranciers. Consumenten en overheden kunnen via hun aankoopgedrag de koolstofvoetafdruk verminderen.

'Hier remmen politici zelfs magere ambities af. Dat is een reflex waardoor je bij de verliezers gaat horen'
Serge de Gheldere van Klimaatzaak

Minister Schauvliege is het daarmee eens. “We moeten de hele productieketen en niet enkel de uitstoot hier bij ons meetellen. Dit is iets om internationaal aan te pakken. Consumenten en overheden kunnen hieraan bijdragen door CO2-arme producten te kiezen of onnodige transporten te vermijden”, zegt ze.

Toch lijkt het niet zo waarschijnlijk dat we met z’n allen geen ‘vuile’ sportschoenen of smartphones gemaakt in Azië meer gaan kopen. “Er is vooral een brede omschakeling nodig om de kloof tussen wat we doen en wat nodig is te dichten”, reageert Serge de Gheldere, oprichter van Klimaatzaak. “Dat is technisch en financieel mogelijk. Hernieuwbare energie is nu namelijk de goedkoopste energiebron. De consument heeft zeker impact en het hoeft niet duurder uit te vallen. Zo hertekenen vele Duitsers de energiemarkt door zelf groene stroom op te wekken. Zeverdienen er bovendien aan. Maar hier remmen politici zelfs magere ambities af. Dat is een reflex waardoor je bij de verliezers gaat horen”, stelt de Gheldere.