Zij maakte het perfecte recept voor Jeroen Meus

Jeroen Meus (39) haalt in de laatste aflevering van ‘Goed Volk’ zijn beste Spaans boven in de boksscholen op Cuba. Nu de reeks er definitief op zit, krijgt ook regisseur Kat Steppe (42) haar leven terug. Zij is volgens Meus voor een groot stuk verantwoordelijk voor het succes van deze tweede reeks. Hoe je tot zo’n mooie televisie komt? Kat Steppe legt het uit.

Tom De Leur

1. Kies ‘volk’ dat ook echt ‘goed’ is

“Samen met mijn man Frank Vander linden, die elke aflevering van Goed Volk als eerste te zien kreeg, heb ik neergeschreven wat goed volk precies betekent: het moet gaan om een gemeenschap met een kijk op het leven waar wij iets van kunnen leren, seriemoordenaars zijn in dat opzicht niet geschikt. Het moet een volk zijn waar je niet meteen aan denkt of waar je niet snel met een camera binnenkomt. Denk aan het Vreemdelingenlegioen en de Antwerpse Joden. De bewoners van het Schotse eiland Foula kregen té veel cameraploegen op bezoek, dan is het de uitdaging om niet te doen wat de anderen doen. Het helpt dat Jeroen Meus een kok is en geen journalist: dat is een frisse aanpak. De levenslessen, daar doen we het voor. Ik ben niet vergeten wat bij de vier alleenstaande broers Verbaere werd gezegd: Een dag is iets dat je elke dag opnieuw op de wereld moet zetten.”

2. Laat ‘de zonnestraal’ de telefoons doen

“Je hebt maar één kans op een goede eerste indruk.” Het eerste contact met elke gemeenschap in Goed Volk werd gelegd door Lyn Kerkhofs, de redacteur die Kat Steppe omschrijft als “een zonnestraal aan de telefoon”: “Lyn kan mensen voor zich winnen. Ze geeft nooit op. Het Vreemdelingenlegioen heeft ons vorig seizoen twee jaar aan het lijntje gehouden, Lyn heeft die draad opnieuw opgepikt, met succes. We gaan ook altijd een paar dagen op voorhand op bezoek. Vorig seizoen ging ­Jeroen nooit mee, dit seizoen wel. Dan valt het element van de verrassing wel weg, maar het helpt om de band tussen de gemeenschap en Jeroen op te bouwen. Die paar dagen op voorhand geven ons de kans om te zien wie goed praat, wie we graag bezig horen. Voorts probeer ik me zo weinig mogelijk voor te bereiden. Ik ben altijd bang dat ik blind word voor wat er spontaan gebeurt.”

3. Heb geduld en film aan de lopende band

“Mijn motto is: Registreren, niet regisseren. Mij hoor je vaak zeggen: We zien wel. Daar lig ik zelf wel eens van wakker, want op die manier ben je niet zeker van het resultaat. Maar we zeggen dat ook tegen de mensen die we volgen: doet u maar, wij volgen. Zeker de eerste draaidag blijven we op de achtergrond. Dan voelen die mensen: Oké, we ­kunnen hier gewoon onze gang gaan. Elke keer is het wachten op het eerste shot, dat eerste beeld waarmee we kunnen starten. Vanaf dat moment is het gewoon surfen op wat er leeft en wat er gebeurt. Ik laat Jeroen zijn gang gaan, al bespreken we ­natuurlijk wel op voorhand waar we op moeten letten. Aan het einde, als alle vragen gesteld zijn, vragen we nog aan heel de ploeg of we nog iets vergeten zijn. Ook de cameraman kan dan zeggen: Moeten we die vraag niet stellen? Dat ­levert soms wel iets extra op.”

4. Blijf schaven tot je bijna niet meer kan

“We hebben vijftien dagen om een aflevering te monteren en af te werken, maar daar houden we ons zelden aan. Mijn monteur speelt natuurlijk een belangrijk rol: met Jan Van der Weken werk ik al tien jaar samen. Het gebeurt vaak dat we verschillende versies van één aflevering monteren. Bij de eerste aflevering van het tweede seizoen, in het bordeel in het Amerikaanse Nevada, heb ik de verhalen van negen vrouwen gemonteerd. Ik wist dat ik er maar zes kon overhouden, maar ik was op zoek naar de beste combinatie van die zes. Dan hebben we eigenlijk vier dagen voor niets gewerkt en voor de productie is dat een kleine ramp, maar dat geeft het beste resultaat. De aflevering van vanavond hebben we vorige dinsdagnacht afgewerkt. De laatste dag heb ik alles nog even omgegooid. Natuurlijk kan het altijd ­beter, maar je moet wel de uitzending halen.”

INFO

Goed Volk

Eén, 20.40 uur

Keuze van de redactie

Video