'We maken een van de ergste terroristische en pijnlijke daden mee uit de geschiedenis van onze republiek', zei de premier, die de daders bestempelde als 'vijanden van de menselijkheid'. Ondervraagd over de veiligheidsmaatregelen zei de premier dat alle mogelijke maatregelen genomen zijn. Hij wees erop dat de politie onlangs twee zelfmoordterroristen heeft opgepakt in Ankara en Istanbul.

Volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken in Turkije waren er minstens twee explosies om 10.04 uur plaatselijke tijd (09.04 uur Belgische tijd) voor het station van Ankara. Deelnemers aan de protestmars tegen het geweld tussen de veiligheidsdiensten en de Koerdische PKK van zaterdagmiddag hadden om 10.00 uur op die plaats afgesproken.

De aanslag is nog niet opgeëist. Maar de premier noemde drie organisaties die volgens hem in staat zijn om een dergelijke aanslag te plegen: de rebellen van de Koerdische Arbeiderspartij PKK, de jihadistische terreurgroep IS en de extreemlinkse DHKP-C. Hij haalde ook uit naar de leider van de grootste pro-Koerdische partij HDP. Die partij had de betoging mee georganiseerd. De HDP zelf spreekt van een 'moordende staat'.

De aanslagen worden nu ook in het buitenland fors veroordeeld. Dat de aanslag uitgerekend een betoging voor vrede viseert, toont volgens het Witte Huis de 'verdorvenheid' van de daders aan. De Duitse kanselier Angela Merkel spreekt van 'bijzonder laffe daden', die 'gericht zijn op burgerrechten, vrede en democratie'.

In Turkije zelf lokt de aanslag verontwaardiging uit. In Istanbul kwamen 10.000 mensen op straat om te protesteren tegen het geweld. Ze achten de AKP-partij van president Erdogan en premier Davutoglu verantwoordelijk voor de aanslagen. Ook in verschillende Europese steden kwamen zaterdag pro-Koerdische betogers op straat. Dat was onder meer het geval in Parijs, Marseille, Zurich, Berlijn, Frankfurt, Stuttgart en Hamburg.

'Mensen die vrede willen, worden vermoord'

Selahattin Demirtas, een van de voorzitters van het HDP, noemt de explosies een 'barbaarse aanslag'. Op het moment van de explosies hadden veel deelnemers van die manifestatie zich verzameld in het station. Volgens Demirtas ging het om een 'groot bloedbad' en een 'barbaarse aanslag'. Op Twitter schreef hij dat 'de mensen die vrede willen, worden vermoord'.

De partij ziet zichzelf als het voornaamste doelwit van de aanslag. Ze beschuldigt de politie er bovendien van traangas te gebruiken tegen mensen die de gewonden wilden helpen na de explosies, terwijl er op het moment van de aanslag geen agenten aanwezig waren.

In de buurt van het station raakten de gemoederen ook verhit. Manifestanten riepen slogans als 'de politie zijn moordenaars', terwijl de politie schoten lost in de lucht om de boze menigte uit elkaar te drijven.

Verkiezingscampagne uitgesteld

Over drie weken staan er nieuwe verkiezingen gepland in Turkije, nadat de AKP van premier Davutoglu en president Tayyip Erdogan er niet in slaagde een coalitie te vormen. Davutoglu kondigde alvast aan dat de verkiezingscampagne voor de verkiezingen van 1 november drie dagen wordt opgeschort.

De leiders van de Koerdische separatistische partij PKK hebben de militanten opgeroepen om geen aanvallen meer te plegen tegen de Turkse staat, tenzij zij zelf of het Koerdische volk worden aangevallen. Dat staat in een mededeling die werd verspreid door de Koerdische nieuwsagentschappen.

De mededeling verwijst niet naar de bombardementen van zaterdag, waarbij 86 doden vielen. Naar verluidt zal PKK een staakt-het-vuren aankondigen met het oog op de verkiezingen van 1 november.