Walvissen waren nog nooit zo groot, maar hoe is dat gebeurd?

De blauwe vinvis is het grootste gewervelde dier dat op aarde leeft: het dier kan een lichaamslengte tot 30 meter hebben en 100 ton zwaar wegen. Alleen was deze walvis niet altijd zo groot, zo blijkt uit nieuw onderzoek. De walvis zou pas "recent" - de laatste drie miljoen jaar - dergelijke proporties hebben aangenomen.
Franco Banfi / Biosphoto

De evolutie van de baleinwalvissen -waartoe de blauwe vinvis behoort- werd aan de hand van fossiele schedels onderzocht door een Amerikaans team van onderzoekers.

En wat bleek? De baleinwalvis was eigenlijk relatief klein tot de laatste drie miljoen jaar (terwijl ze al 36 miljoen jaar bestaat) én was nog nooit zo groot als vandaag. De oorzaak lag bij de groeiende ijskappen in het noordelijk halfrond, aldus de onderzoekers. Die hadden namelijk een grote invloed op het voedsel voor de walvissen.

De ijskappen zorgden ervoor dat er koud water in de oceaan spoelde en net door die koude stroom ging het voedsel van de walvissen zich meer concentreren. Belangrijk, want voor baleinwalvissen is niet zozeer de hoeveelheid van voedsel, maar wel de concentratie van voedsel belangrijk. Zij filteren namelijk hun voedsel met hun baleinen uit het water.

"Hoe meer voedsel je in een keer kan opnemen, hoe minder energie het je kost", zegt onderzoeker Graham Slater aan The Guardian. "En als je groot ben, kan je meer energie opnemen. Je hebt een grotere tank om je te brengen waar je maar wil." Die verandering in voedselvoorziening zou er dus voor hebben gezorgd dat de walvissen zo reusachtig werden.

De studie werd gepubliceerd in het magazine Proceedings of the Royal Society B.

Meest gelezen