Pas vanaf 30.000 kilometer per jaar financieel voordeel voor dieselwagen

© BELGAIMAGE

De aankoop van een dieselwagen wordt almaar minder interessant. Een dieselwagen is pas voordeliger dan een benzinewagen wanneer u er zeker 30.000 kilometer per jaar mee rijdt. Dat meldt mobiliteitsclub VAB.

Wim Brillouet

Een diesel? Die is wel duurder in aankoop, maar véél goedkoper aan de pomp – al snel 15 euro per tankbeurt – én veel zuiniger. Zo is het ons altijd geleerd. Als je maar genoeg kilometers rijdt, win je de aankoopprijs op het einde van de rit terug, was de overtuiging. Alleen wordt die rit almaar langer, blijkt uit een budgettest van VAB. Twintigduizend kilometer per jaar volstaat veelal niet meer. Vier van de tien geteste diesels zijn zelfs na 30.000 kilometer per jaar niet goedkoper dan dezelfde wagen in benzineversie.

Neem de wat grotere Audi A4: de wagen valt in aankoopprijs en na vijf jaar auto- en verkeersbelasting 4.400 euro duurder uit dan de benzineversie. ‘Hoewel de dieselvariant 13 procent minder verbruikt dan de benzine-uitvoering, blijft hij duurder in gebruik. Ook als je 30.000 kilometer per jaar aflegt, betaal je 0,02 euro meer per kilometer’, zegt Maarten ­Matienko van VAB. Voor wie elke werkdag pendelt van Antwerpen naar Brussel valt zijn diesel 500 euro duurder uit dan de benzine.

Ook bij de wat kleinere geteste auto’s – Citroën Cactus, Mazda 2 en Opel Astra – is er vanaf of na 30.000 kilometer nog altijd geen prijsvoordeel. De goedkopere prijzen aan de pomp en de grotere zuinigheid maken de duurdere aankoopprijs niet goed. Ook belangrijk voor wie op het punt staat een nieuwe auto te ­kopen: de regering wil tegen eind 2018 de accijns op diesel en benzine gelijktrekken. Dan valt het prijsverschil aan de pomp zo goed als weg. Dan ga je zelfs 35.000 kilometer en meer per jaar moeten rijden om een diesel nog rendabel te maken.