“Ik ben niet verrast. Wout is een wereldcoureur. Wie ik zou kiezen: Mathieu van der Poel of Wout van Aert? Ik pak ze allebei. Is dat een duidelijk antwoord?” Ploegmanager van Etixx-Quick Step Patrick Lefevere windt er geen doekjes om. Hij is al langer gecharmeerd door en geïnteresseerd in de veldrijder uit Lille. De wetenschap dat Van Aert ook een veelbelovende wegcarrière wacht, is intussen gemeengoed geworden. “Dit is geen verrassing. Vorige week reed hij op die kermiskoers in Puivelde al iedereen naar huis. Hij is een steengoed renner, met de nadruk op rénner”, keek ook Niki Terpstra niet raar op, toen bleek dat de wereldkampioen veldrijden vier seconden sneller dan de Nederlander over het parcours van zes kilometer zoefde.

Van Aert moet vroeg of laat naar de weg, naar de WorldTour – desnoods in een coöperatie met zijn winterse activiteiten. Ook in de entourage van Van Aert klinkt die stap naar een uitgebreider wegprogramma steeds luider. Anders dan Sven Nys kickt Van Aert niet op een eventuele tiende zege in de Koppenbergcross. Van Aert houdt van nieuwe prikkels en uitdagingen. “Hij beseft nu echt dat hij het op de weg ook erg goed kan doen”, zegt zijn trainer Marc Lamberts. “Dat bleek al langer op training. Tijdens een test van twintig minuten haalde hij een gemiddelde wattage van 465 watt. Ik zit al een tijdje in het vak en heb dit nog niet vaak gezien.” In de tijdrit zou hij een gemiddelde van 530 watt gehaald hebben.

Lees donderdag het volledige artikel in Gazet van Antwerpen