Direct naar artikelinhoud
Charlottesville

Steeds meer steden halen geconfedereerde standbeelden weg

Steeds meer steden halen geconfedereerde standbeelden weg
Beeld Twitter/Alec MacGillis

Na de gewelddadige protesten van vorig weekend in Charlottesville, halen meer en meer zuidelijke Amerikaanse steden standbeelden weg van personen die tijdens de civil war aan de kant vochten voor de geconfedereerde staten. Dat melden de Amerikaanse media. Ondertussen krijgt president Donald Trump steeds meer kritiek op zijn commentaren na de gebeurtenissen in Charlottesville, ook uit zijn eigen Republikeinse partij.

De beslissing van de stad Baltimore, in de staat Maryland, kwam er na de zware rellen die zaterdag waren uitgebroken in Charlottesville in buurstaat Virginia. Honderden neonazi's en blanke supremacisten demonstreerden toen tegen het weghalen van het standbeeld van de zuidelijke generaal Robert E. Lee. Bij de rellen vielen een dode en tientallen gewonden toen een rechtsextremist inreed op een groep tegenbetogers.

Twitter bericht wordt geladen...

Burgeroorlog en slavernij

In totaal werden vannacht in Baltimore vier standbeelden weggehaald, waaronder een dubbel ruiterstandbeeld van de generaals Robert E. Lee en Thomas Jackson. Zij voerden in de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 tot 1865 de troepen van de afgescheiden Geconfedereerde Staten aan, die onder andere vochten voor het behoud van de slavernij. Ook het monument voor de geconfedereerde soldaten en zeemannen werd vannacht weggehaald, net als dat van de geconfedereerde vrouwen en het monument van opperrechter Roger B. Taney.

Taney was afkomstig van Maryland en besliste in 1857 dat zelfs vrije zwarten geen recht hadden op Amerikaans staatsburgerschap.

Gemeentearbeiders werden bij het weghalen beschermd door politieagenten, uit vrees voor protest en rellen. Maar de hele operatie verliep rustig. Enkele voorstanders van het weghalen van de beelden beklommen nadien de monumenten, bij een ervan werd de slogan 'Black Lives Matter' aangebracht.

Twitter bericht wordt geladen...

Twitter bericht wordt geladen...

Maandag haalden betogers in North Carolina ook al een monument neer voor gesneuvelde soldaten.

Ook na de aanslag door de blanke supremacist Dylann Roof in een kerk in Charleston, South Carolina, twee jaar geleden, gingen al stemmen op om dergelijke monumenten weg te halen. Er zijn naar schatting een 1.500-tal standbeelden in de zuidelijke staten, net als talrijke straten, bruggen en militaire basissen die genoemd zijn naar figuren uit de Civil War.

President Donald Trump reageerde slechts lauw op de gebeurtenissen in Charlottesville, en het duurde twee dagen voor hij expliciet het racisme van neonazi's en de alt-right-beweging laakte. Tijdens een persconferentie gisteren haalde hij bovendien uit naar extreemlinks. Dat heeft tot veel kritiek geleid, mede omdat extreemrechtse groeperingen in Trumps reactie een steunbetuiging zaten.

De kritiek komt ook uit Trumps partij. Zo heeft voorzitter van het Huis van Afgevaardigden Paul Ryan zich gedistantieerd van Trump: "We moeten duidelijk zijn. Blanke suprematie is verwerpelijk. Dit fanatisme gaat in tegen alles waarvoor dit land staat. Er mag geen morele ambiguïteit zijn."