Vier dagen een bootje schaduwen, en wat is het resultaat?

Ook de sluipschutters gaan in positie liggen. © yd

De Louise-Marie schaduwde vier dagen lang een Libische boot in de strijd tegen wapensmokkel. Zonder zichtbaar resultaat. Is het de moeite waard geweest, terwijl verderop duizenden migranten en vluchtelingen gered worden?

Yves Delepeleire

‘Attention! Boarding team op post!’

‘Action helo! Action helo! Action helo!’

Het is zondag, kort na de middag, en de adrenaline bij de bemanning van de Louise-Marie stijgt. In het kader van de strijd tegen de wapensmokkel in de Golf van Sirte schaduwt het Belgische fregat onder de vlag van Operatie Sophia al sinds zondagnacht een houten boot dat vier rubberboten achter zich aan trekt.

De tolk Arabisch van de Louise-Marie heeft via de radio op de brug al enkele malen de Libische kapitein gecontacteerd om te vragen wat zijn missie is. Die zegt dat hij 12 man aan boord heeft, acht of wat kalasjnikovs en een Russisch machinegeweer, en dat hij in opdracht van de Libische regering (van Tripoli, die door het Westen is erkend, red.) gewonden van Benghazi naar Misratah moet overbrengen.

Commandant Guy Schotte heeft kennelijk zijn twijfels en besluit op vraag van het Italiaanse moederschip San Guisto, waar het operationele hoofdkwartier van Operatie Sophia zit, in de buurt te blijven. De Louise-Marie moet proberen te controleren of het verhaal klopt.

‘Friendly approach’

Wanneer de vier rubberboten zondag kort na de middag er plots een voor een vandoor gaan, zet de helikopter de achtervolging in. Intussen neemt de tolk op de brug een laatste keer contact met de Libische kapitein om te weten waarom de bootjes er in volle vaart vandoor gaan. De man herhaalt zijn verhaal en laat weten medische hulp nodig te hebben wanneer de gewonden aan boord zullen komen. Er zouden families bij zitten. De Libische kapitein nodigt de commandant uit om aan boord te gaan en een kijkje te komen nemen. Het boardingteam maakt zich klaar voor een ‘friendly approach’.

De schutters stellen zich aan de wapens op. Op de brug houdt de operatie-officier een laatste briefing. Iedereen omgordt zijn kogelwerend vest. Ook de journalisten moeten er een aan. Safety first. Dit mag dan al een ‘friendly approach’ zijn, niemand weet welke onaangename verrassing er mogelijk om de hoek loert. Tijdens de operatie gaat het fregat ook in ‘black hole’: alle communicatie met de buitenwereld wordt geblokkeerd. Alleen de commandocentrale heeft nog een lijn met het hoofdkwartier. De ‘black hole’ zal uiteindelijk vier dagen duren.

© yd

Terwijl het fregat dekking geeft, worden de twee RHIB’s met het boarding-team in het water gelaten. Er moet nu snel worden gehandeld. Aan de kapitein van de Libische boot is gezegd dat het boarding-team om 15.15 uur aan boord zal komen. Een kleine leugen. De operatie-officier wil enkele minuten vroeger zijn, om het verrassingseffect te behouden. ‘Nu is het afwachten’, zegt de boordcommandant. Het doorzoeken van de boot duurt ongeveer een uur.

‘Niet goed om te snel te willen handelen’

Op de briefing diezelfde avond legt commandant Schotte uit dat er reden is om het verhaal van de Libische kapitein te geloven. ‘Hij is een week geleden al eens door een Italiaans militair schip ondervraagd en heeft toen hetzelfde verteld. We weten ook dat er tussen Misratah en Benghazi routes over zee zijn om gewonden te evacueren. Als het hoofdkwartier echt twijfels zou hebben gehad, denk ik dat we een boarding zouden hebben gedaan.’ Daarvoor was de uitnodiging van de Libische kapitein niet nodig geweest.

‘Het is niet goed om te snel te willen handelen’, zegt Schotte nog. ‘De kapitein had een brief mee waarin zijn humanitaire missie stond uitgelegd. We hebben die gefotografeerd.’ Ook de namen en foto’s van alle bemanningsleden werden genomen, net als foto’s van alle compartimenten op de boot. Alle intel wordt zo snel mogelijk naar het hoofdkwartier gestuurd. ‘Die zal met de Libische regering contact nemen om de informatie in de brief te checken. Mogelijk weten we dan meer.’ Het is opnieuw wachten.

© yd

Intussen zijn twee van de vier rubberbootjes alweer teruggekeerd omdat een van de twee bootjes snel water maakte. De volgende ochtend zijn ook de andere twee teruggekeerd. Ze hebben geen gewonde passagiers meegebracht. Door hevige gevechten in Benghazi zijn ze mogelijk niet aan land kunnen gaan, is de inschatting. Maandag ondernemen de rubberbootjes een nieuwe poging en gaat de helikopter er weer achteraan. Opnieuw zullen ze leeg terugkeren.

Rules of engagement

‘Ik weet niet of ze nog genoeg brandstof hebben voor een derde poging’, zegt commandant Schotte maandagavond. Hij gelooft nog altijd niet dat de boot een dekmantel is voor wapensmokkel, maar bereidt zich intussen wel voor op een ander scenario: dat de Libische boot geen families, maar zwaargewonde strijders aan boord brengt die dringend medische hulp nodig hebben om te overleven. Hij heeft Brussel gebeld voor advies.

‘Dat we fighters moeten verzorgen, daar zijn we het allemaal over eens. Internationaal recht verbindt ons daartoe’, zegt hij. ‘Maar moet ik ze ter plaatse helpen verzorgen of moet ik ze aan boord van het fregat brengen, als ik weet dat elk uur telt en dat wij dubbel zo snel een hospitaal kunnen bereiken? Ik kan ze niet in Misratah afzetten, want ik mag niet in Libische wateren. Dus moet ik ermee naar Europa, in dit geval Malta. En wat als een van de zwaargewonden aan boord sterft? Geraak ik het lichaam dan nog ergens kwijt of moet ik het een zeemansgraf geven?’

‘Ik heb zes bladzijden “rules of engagement”, maar dit scenario staat er niet in beschreven. Dit is ook nieuw voor mij. Dat moet je terug naar de basis’, aldus de commandant.

© yd

De volgende dag vraagt hij de ‘doc’ om met de bemanning een bergingsoperatie te oefenen. Dat kan ook nuttig zijn wanneer eventueel migranten moeten worden geborgen. In deze regio weet je maar nooit. Vrijwilligers leggen Oscar, een pop van 80 kg, op dek in een lijkzak, hijsen hem in een RHIB en brengen hem naar het ‘waaigat’. De commandant kijkt toe. Achter hem ligt de Libische boot nog altijd in het zicht te dobberen.

‘Mijn persoonlijke inschatting is dat ze nooit Benghazi zullen bereiken en na een derde poging naar Misratah zullen moeten terugkeren om bij te tanken’, zegt hij later. Hij krijgt gelijk. Op dinsdag ondernemen de vier bootjes een laatste poging, zonder succes. In de loop van de nacht keren ze onverrichterzake terug.

De volgende ochtend komt aan de schaduwoperatie (en de ‘black hole’) een einde. De Libische regering heeft bevestigd dat het schip van haar is. ‘De aanwezigheid van de wapens aan boord is dan ook legitiem’, besluit Schotte.

Is het de moeite waard geweest?

Vier dagen lang heeft de Louise-Marie de Libische boot geschaduwd. Zonder zichtbaar resultaat. Is het de moeite waard geweest? ‘Mijn opdracht is inlichtingen inwinnen in de strijd tegen wapensmokkel, ook als dat inlichtingen zijn die het hoofdkwartier helpen om betrouwbare van onbetrouwbare boten te onderscheiden. Dat levert niet altijd zichtbare resultaten op. Maar veel informatie die we doorgeven, kan het hoofdkwartier later nog gebruiken’, zegt Schotte.

Denkt zijn bemanning er ook zo over? Of raken zij stilaan gefrustreerd omdat zij liever vluchtelingen en migranten zouden redden? ‘Neen. Een operatie als deze betekent eenmaal vaak lang wachten’, zegt Schotte.

Toch hopen sommige bemanningsleden duidelijk op meer ‘actie’. Lees: migranten redden. Daarvoor lijkt het fregat iets te ver van de reddingszone te opereren. Intussen worden de cijfers dramatischer met de dag. Zondag waren er voor de Libische kust maar liefst 35 reddingsoperaties. Daarbij werden 2.497 migranten gered, waarvan 391 door twee schepen van Operatie Sophia.

‘Je kunt het ook zo bekijken’, zegt Schotte, bij zonsondergang op de brugvleugel. ‘Als de ngo’s er niet zouden zijn, zou ik mijn opdracht niet kunnen uitvoeren. En als wij hier niet zouden patrouilleren, dan zou de wapensmokkel verder uit de hand kunnen lopen en Europa kunnen bereiken. Het gaat om de veiligheid van ons allemaal.’

© Fregat Louise-Marie en de Libische boot die vier dagen werd geschaduwd.