Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Ook mannen kijken nu mee

Belgian Cats Kim Mestdagh en Marjorie Carpreaux tijdens de kwartfinale van het EK basket.Beeld BELGA

Vrouwensport is in. Nu de basketdames van de Belgian Cats vanavond de halve finale spelen van het EK basketbal, zijn zelfs mannen geïnteres­seerd. Vanwaar het succes? En wordt de genderkloof in de sport daarmee gedicht?

Kim Clijsters, Justine Henin, Delfine Persoon: deze Belgische dames hadden eerder al de wereldtop bereikt en vorig jaar werd Nafi Thiam olympisch kampioene op de zevenkamp. Maar intussen blinken Belgische vrouwen ook uit in ploegsporten als basketbal, voetbal en hockey. En de media volgen de vrouwensporten nu op de voet met voorpagina’s en journaalitems. Bovendien hebben de nationale ploegen ook allemaal een hippe naam: de Belgian Cats, de Red Flames (voetbal), de Yellow Tigers (volleybal) en de Belgian Bullets (bobslee).

“Een goede merknaam is essentieel”, zegt Wim Laga, sporteconoom aan de KU Leuven. “Maar het is pas op belangrijke evenementen als EK’s of WK’s dat deze ploegen echt een gezicht krijgen. Als de prestaties er zijn, kun je de ploegen vanuit een marketing-standpunt dus ook een verhaal geven en dan worden ze voor de sponsors ­interessant.”

Aan de basis van de populariteit liggen dus de iconische Belgische sportvrouwen en de successen van de nationale ploegen. Voor Paul Rowe, directeurgeneraal van Sport Vlaanderen, komen die niet uit de lucht gevallen. “Het beleid van de Vlaamse overheid ondersteunt topsporters”, zegt hij. “En waar de focus vroeger op de individuele sporten als tennis lag, zijn we nu meer een land van de ploegsporten aan het worden.”

Gevechtssporten

Maar de successen van de vrouwenploegen lijken niet alleen door de overheid gestuurd. Veel vrouwen sporten en worden er ook goed in, al zijn ze nog niet overal gelijk vertegenwoordigd. Waar vrouwen slechts een zevende van het aantal basketters in Vlaanderen uitmaken, zijn ze wel goed voor de helft van het aantal volleyballers. Ook het aantal vrouwen die harde gevechtssporten als boksen beoefenen, gaat omhoog.

“Twintig jaar geleden is het boksen bij vrouwen van de grond gekomen dankzij het succes van Daniella Somers”, zegt Willy Degroof, voorzitter van de liefhebbersafdeling van de Vlaamse ­boksliga. “Sindsdien zit het aantal boksende ­vrouwen in stijgende lijn. Delfine Persoon heeft haar steentje bijgedragen aan de populariteit van de bokssport: telkens als zij wereldkampioen werd, zagen we een piek in het aantal vrouwelijke boksers.”

Ook in het voetbal is er een gelijkaardig effect. “We zien een piek in het aantal vrouwelijke voetballers, wanneer de nationale vrouwenploeg het goed doet”, zegt Eric Gesquire van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB). “Vooral sinds 2014 merken we een duidelijke toename.”

'Drie jaar geleden waren er nog geen tien voetballende vrouwen op onze school'
Anke Vanheyste van de Leuvense topsportschool KA Redingenhof.

Aan topsportscholen schrijven steeds meer meisjes zich in die een topsportcarrière ambiëren. De topsportschool in Leuven is een van die ‘broeihaarden’ van talent. De school biedt vier opleidingen aan voor vrouwen in evenveel sporten: volleybal, voetbal, tafeltennis en atletiek.

“We hebben momenteel 35 vrouwelijke leerlingen, van wie er een twintigtal de voetbalopleiding volgen”, zegt Anke Vanheyste van de Leuvense topsportschool KA Redingenhof. “Maar drie jaar geleden waren er nog geen tien voetballende vrouwen op onze school. Ik ben ervan overtuigd dat de Red Flames hier iets mee te maken hebben.”

Toch ligt volgens Jeroen Scheerder, professor sportbeleid aan de KU Leuven, de situatie ingewikkelder. “We hebben het uitstralingseffect van verschillende sporten bestudeerd en hoewel kampioenen op de korte termijn er soms voor zorgen dat er meer amateurs een bepaalde sport gaan beoefenen, blijft dit effect niet duren”, zegt hij. “Overigens geldt dit uitstralingseffect niet voor elke sport: de gouden medaille van Tia Hellebaut in het hoogspringen of van Kim Gevaert in de sprint hebben niet voor meer atletiekers gezorgd.”

Minder betaald

Een belangrijk probleem bij de vrouwelijke topsporters is natuurlijk dat zij nog steeds niet evenveel verdienen als mannen. “De kijkcijfers zijn nog niet zo hoog als voor de mannelijke sporters en dat heeft gevolgen voor de sponsoring”, zegt Scheerder. “Vrouwelijke sporters worden daardoor nog steeds een pak minder betaald dan hun mannelijke tegenhangers. Terwijl vrouwensporten voor mij even interessant zijn.”

Enkel in het tennis is de genderkloof qua inkomsten schijnbaar aan het krimpen. En dan volgen de reclamejongens ook. Want krijgen ploegsporten als voetbal wel advertentiegeld van bedrijven, wie echt de top bereikt, kan rekenen op een gepersonaliseerde reclamecampagne en dat brengt veel meer op. Justine Henin mocht zo’n tien jaar geleden bijvoorbeeld haar carrière overlopen in een spotje van Adidas. Haar (reclame)boodschap toen: “Impossible is nothing.”