Direct naar artikelinhoud

Kwetsbaar en tegelijk autonoom

Je gaat het pas zien als je het doorhebt.* Wieteke van Zeil over opmerkelijke en veelbetekenende bijzaken in de beeldende kunst. Deze week: een slapende soldaat.

Detail uit Hans Memling, triptiek van de wederopstanding, 1490, Louvre.Beeld Louvre

Ik dacht dat-ie sliep. Heel diep, zo ver als je alleen kunt zijn als je moe genoeg bent om ongeacht de omstandigheden (een ijzeren harnas tot aan je neus, bijvoorbeeld) toch in slaap te vallen. Dat hoofd is precies zo ver gebogen als het harnas toestaat. Zijn hand is automatisch naar zijn ogen gegaan vanwege het plotselinge felle licht. Want naast hem is Jezus net opgestaan, zoals in zijn helm weerspiegeld is: de rode gewaden van de rijzende Heiland.

Hij slaapt mooi, deze bewaker. Niet uitgestrekt of vrijpostig als een vreemde buurman in het vliegtuig. Niet lawaaiig ook. Hij neemt geen ruimte in, hij is gewoon van zichzelf zoals mensen echt van zichzelf zijn als ze slapen. Kwetsbaar en tegelijk autonoom.

Dat is best intiem om naar te kijken. Pas toen ik een tijdje bij deze bewaker stond, realiseerde ik me dat het eigenlijk maar heel kort in je leven gewoon is om mensen te zien slapen die geen familie zijn. Tenzij je verpleger bent natuurlijk, of zo iets. Voor de meesten beperkt het zich tot de jaren van studie en oriëntatie. Je slaapt eens hier, mist de trein en crasht daar, het belang van een matras blijkt ook maar betrekkelijk, huisgenoten komen en gaan, vakanties gaan in groepen en zonder aarzeling wordt met beste vriend(in) een bedje gedeeld, desnoods maanden. Dat dat alleen maar hoort bij die jaren van rumspringen, dát het best intiem is zelfs, merk je misschien pas als je allang bent neergestreken.

Maar het kan natuurlijk ook dat-ie helemaal niet slaapt. Een hint in die richting kreeg ik toen me pas veel later, al thuis, nog iets heel anders opviel. Een detail in het detail dat ik totaal had gemist toen ik bij het schilderij stond: dat die tweede bewaker, die we van de achterkant zien, vol wordt weerspiegeld in het harnas van de 'slapende' soldaat. Een frontaal, wakker gezicht. Geschrokken ook. Het voelde als een cadeautje; er is nóg meer, en dat laat zich pas zien als je het de gepaste tijd geeft. Zo soeverein.

Dus, misschien duikt onze bewaker weg, is-ie bang of onder de indruk, iets in die richting. Zijn twee maten verderop liggen vliegtuigpassagier-achtig gestrekt, maar dit is toch anders. Wat zegt het verhaal eigenlijk?

Bij Lukas, Johannes en Marcus niks over bewakers bij het graf. Over de Maria's, ja, en de steen die is weggerold op de derde dag na de kruisiging. Mattheus dan? Jawel, bewakers hier. Een 'aardbeving' was er, en de Heer verrees als een bliksemflits. De wachters 'beefden van angst en waren lijkbleek'. Huh? Waarom staat dat dan nergens op schilderijen afgebeeld?

Maar een hoofdstukje verderop staat het: de opperpriesters hebben de wachters omgekocht. Die gaven ze geld zodat de wachters niet vertelden wat er was gebeurd, maar zouden zeggen dat ze sliepen, en dat toen het lichaam gestolen moet zijn. 'De wachters pakten het geld en deden wat hun was gezegd. En dat verhaal gaat rond.' Memling schilderde dus niet één verhaal, maar een mengsel van wat er volgens gelovigen is gebeurd op Paaszondag, en wat er later is verteld door de wachters.

www.detailsofart.com


Hans Memling, triptiek van de wederopstanding, 1490.Beeld Louvre
Het is maar heel kort in je leven gewoon om mensen te zien slapen die geen familie zijn