Commentaar: Waar zijn de ouders?
Een gesprekje voeren met de ouders van een kind met dyslexie. Het leerlingvolgsysteem bijwerken. Overleggen met de Intern Begeleider over de thuissituatie van een leerling met gedragsproblemen. Vergaderen op een dag dat je niet werkt. Nakijken. Voorbereiden. En dan ook nog die mail van de directeur: wie trekt dit jaar de schoolmusical? Een baan op de basisschool is veel meer dan lesgeven. Alleen al aan administratieve taken, vereist door de Inspectie, is de meester of juf wekelijks zo’n vier uur kwijt. De klassen zijn groter geworden, de problemen van kinderen ook – net als de mondigheid van de ouders. Op de middelbare school is per iedere honderd leerkrachten ruimte voor veertien ondersteunende functies; de basisschool kan er zich slechts vier op de honderd veroorloven. Wil je iets extra’s doen voor de kinderen? Dan in je vrije tijd.
500 tot 1200 euro bruto per maand verschillen de salarissen tussen basisschool en voortgezet onderwijs aan het einde van de schaal. Dat is niet te verdedigen. Een schrikbarende hoeveelheid basisschoolleerkrachten (ruim 73 procent) blijft bovendien ‘hangen’ in een lage salarisschaal die in het voortgezet onderwijs niet eens bestaat. Terecht dat meesters en juffen voor hun salaris aandacht vragen. Al is het met een staking. De oplossing die zij voorstellen (‘gelijktrekken’) hebben minister en staatssecretaris reeds onhaalbaar genoemd. De benodigde 1,8 miljard euro is er niet – al blijkt bij de formatiebesprekingen wellicht van alles mogelijk. Nog belangrijker is echter de aanpak van de werkdruk. Meer ondersteuning, minder regeldruk, meer eigen verantwoordelijkheid om de dingen te regelen. Anders is meer geld slechts een doekje voor het bloeden, een zoethoudertje terwijl de roofbouw op de leerkracht gewoon doorgaat. De meester en de juf krijgen te veel op hun bord. Met of zonder goed salaris.
Dan nog iets: waar zijn de ouders? Onze onderwijsvrijheid berust op het principe dat de staat gelijke kansen biedt, maar ook dat de ouders bewuste keuzes maken. Je bent geen klant van de school van je kind, maar betrokken en medeverantwoordelijk. Opvallend is het dus hoe stil ouderorganisaties zich houden rond de loonstrook van de leraar. Op enkele steunbetuigingen na. Alsof het hun zaak niet is. De school mag van ouders meer verwachten. Als een nieuw kabinet niet meewerkt, moet er – tegen de werkdruk – wellicht een verplichte ouderbijdrage komen: inkomensafhankelijk en deels te voldoen in vrijwilligerstaken.
Het is honderd jaar geleden dat Nederlandse christenen het gevecht wonnen om een eigen school. Zij wisten dat een goede school voor je kinderen iets kostbaars is. Ook in financieel opzicht.
de mening van het Nederlands Dagblad