Vorig jaar werden er voor het eerst meer dan één miljard smartphones verkocht, waarvan 80 procent op Android draait. Met die telefoons wordt heel wat rond gebeld, ge-sms’t en ge-whatsappe’t, totdat de batterij in het rood gaat. Met wat geluk is dat ’s avonds pas, maar dan moet de slimme telefoon onherroepelijk in het stopcontact. Eén smartphone opladen kost niet al te veel energie, maar de batterij van een miljard smartphones bijvullen is andere koek.

Volgens analysebureau Juniper Research genereert de wereldbevolking een stevige 6,4 megaton aan broeikasgassen met dank aan het opladen van smartphones. Tegen 2019 schat het bedrijf dat die hoeveelheid zal verdubbelen tot meer dan 13 megaton, oftewel, het equivalent van de uitstoot van 1,1 miljoen wagens.

Kool

Grote schuldige is de elektriciteitsproductie. De invloed van het opwekken van elektriciteit op het broeikaseffect in onze streken valt goed mee. Zowel België als Nederland investeren immers in groene energie, en ongeacht je positie over de nadelen van kernenergie valt er niet te ontkennen dat kerncentrales geen schadelijke broeikasgassen de lucht in pompen.

In Azië ligt het anders, en laat dat nu net de grootste smartphonemarkt zijn. Kool- en oliecentrales zijn daar verantwoordelijk voor een groot deel van de elektriciteitsvoorziening, en hoe meer smartphones de Aziaten willen opladen, hoe meer kolen ze zullen verbranden. Een mentaliteitswijziging is broodnodig, al is dat vaak eenvoudiger gezegd dan gedaan.

Apps

In tussentijd kunnen smartphonemakers volgens Juniper Research hun steentje bijdragen door de toestellen efficiënter te maken. De elektronicagiganten kunnen verder energieleveranciers onder druk zetten op meer te investeren in groene energie. Ook makers van apps kunnen helpen, door hun applicaties energie-efficiënt te maken en zo de batterijduur van een smartphone mee te verlengen.