Het was een wijkagent uit Knokke die na het bekijken van een opsporingsbericht Alexandru C. herkende. Enkele weken voor de moord had hij de Roemeen samen met drie van zijn vrienden ­opgepakt. En ook toen had C. zijn blauwe jas aan.

Een huiseigenaar die zijn kleine studio aan een ­Roemeense arbeider had verhuurd, was erachter­gekomen dat er nu al vier Roemenen in samenhokten. De politie nam hen mee voor verhoor. Ze werden ondervraagd en de agent nam hun vingerafdrukken.

Op 22 januari werd Sofie Muylle vermoord teruggevonden op het strand. Eén maand na haar dood verspreidde de politie voor het eerst camerabeelden van een man die zeven uur lang op de plek van de moord was blijven ronddolen. Eind maart volgden nog meer beelden, in een tweede opsporings­bericht. Toen herinnerde de wijkagent zich dat hij de man met de blauwe jas eerder al had opgepakt. ­Alleen bleek de Roemeen spoorloos. Begin april keerde hij naar Roemenië terug. Alexandru C. was al die tijd in zijn blauwe jas blijven rondlopen, zo blijkt uit foto’s. Dat bevestigen ook zijn vrienden en familie: “Hij hield van die jas. Hij droeg hem altijd”, zegt een nicht die in België woont.

Het parket van Brugge vraagt nu om Alexandru’s uitlevering om zijn DNA te vergelijken met het staal dat op het lichaam van Sofie werd ontdekt. Berichten dat er al een match werd gevonden, ­werden later door het parket tegengesproken.

Halsketting

Volgens de Roemeense pers was de moord op Sofie ­Muylle trouwens een banale roofmoord. Alexandru C. zou geprobeerd hebben om de vrouw op het strand te beroven van haar halsketting. Maar toen ze tegenstribbelde en begon te schreeuwen, wurgde hij haar.

Eerder vertelde haar vriend Wouter C. aan onze krant dat Sofie na haar dood haar halsketting nog droeg: “Een parelketting van 600 euro die ik haar geschonken had. Hij zat nog steeds rond haar nek.”