Direct naar artikelinhoud

Hyperrealisme: ineens was er vervreemdende herkenning

Je gaat het pas zien als je het doorhebt. Wieteke van Zeil over opmerkelijke en veelbetekenende bijzaken in de beeldende kunst. Deze week: koelkast.

Detail van twee verroeste koelkasten in 'Untitled'Beeld RV

Heel lang zat het soort realisme waartoe ook de kunst van John Salt behoort bij mij in een laatje dat nooit openging. Het wekte eigenlijk niks op; weinig nieuwsgierigheid, weinig ontzag, weinig ergernis. En je kunt als kunstwerk nog beter diep gehaat worden dan dat je mensen koud laat. Dan blijf je in een ongeopende la liggen.

Maar op de tentoonstelling Hyperrealisme in Rotterdam kwam er ineens herkenning. Heel vervreemdende herkenning. Waarom voel je dat dit schilderijen zijn gemaakt naar foto's, en niet naar de werkelijkheid? Is het een jarenzeventig- en -tachtigfilter dat in de beelden ligt, zijn het de spullen, is het de reflectie en scherpte van de kleuren van het speelgoed en de auto's?

Ik moest denken aan de eerste keer dat ik in New York kwam, toen ik 26 was. Bloedheet, begin juli, en ik zweer dat niet alleen de sirenes en de skyline van Manhattan gezien vanaf Brooklyn (het was twee jaar voor 9/11, dus nog met de Twin Towers), maar ook de geur en dikte van de lucht vertrouwd waren. Voor het eerst had ik een complete herkenning, zo heftig dat het was of ik hier net nog was geweest, van iets dat ik nooit eerder gezien had. Alle vertrouwdheid met de stad was via media tot me gekomen. Niet door eigen waarneming. Televisieseries, films en nieuws hadden New York bijna tot een thuisstad gemaakt. Daar gaan die schilderijen over, dacht ik in Rotterdam; het valse gevoel van werkelijkheid dat fotografie en film ons bieden, en die de schilder streek voor streek vastlegt. Of nou ja vals - een eigen werkelijkheid, meer.

John Salt
Untitled (1990)
olieverf op doek, 111 x 169 cm
Privéverzameling

Te zien in de tentoonstelling Hyperrealisme in de Kunsthal Rotterdam t/m 5 juni.

www.detailsofart.com

Het wekte eigenlijk niks op; weinig nieuwsgierigheid, weinig ontzag, weinig ergernis

Dus, toen ik John Salts spookachtige voorstelling van een afgelegen huis met autowrakken, een picknicktafel met aftandse parasol en kapotte caravan zag, herkende ik een sfeer en een gebied dat ik nooit gezien heb. Dat doet denken aan de Netflix-serie True Detective met zijn enge satanisch-sektarische gemeenschappen in buitengebieden, en aan Harmony Korines film Gummo (1997). Het interessante is dat Salt ongeveer het tegenovergestelde doet van veel van zijn collega-fotorealistische schilders: waar zij het optimistische Amerika van de Koude Oorlogsjaren met de pastelkleurige auto's en glimmende diners, de nieuwe heiligdommen van het consumentisme als technische apparaten en snel voedsel weergeven tot in de fijnste weerspiegeling - kunsthistorisch gezien een mooie parallel met de 'goddelijke' weerspiegelingen in de schilderkunst van Jan van Eyck uit de 15de eeuw - beperkt John Salt zich tot de keerzijde daarvan. De glimmende auto's die wrakken zijn geworden, de caravans die niet meer werken. Het begin van de afvalberg die niet meer te stoppen bleek.

Daarom werd ik verliefd op die twee koelkasten. Bruine, verroeste, scheefgezakte en allang niet meer werkende koelkasten, de meest vervuilende van alle huishoudelijke apparaten. De hoop van vooruitstuwend Amerika - hoe makkelijk het huishouden werd door de koelkast kunnen we ons niet eens meer indenken - en de smerige andere kant ervan. Wat moeten we als al die apparaten stuk zijn, waar moeten ze heen? Naar dit soort achterlandjes dus, waar zo min mogelijk mensen komen.

Dat een koelkast onderdeel van een schilderij is, vind ik al mooi: zo gewoon en toch zie je het nooit in kunst. Maar dat die koelkast zo'n aan de Pixarfilm WALL E appellerende roestbruine vuilstortversie is, een detail dat tegelijk de vooruitgang van het menselijk kunnen én de last die hij zich daarmee op de hals haalde laat zien, dat is onweerstaanbaar.

Zoom op mobiel

Het detail laat tegelijkertijd de vooruitgang van het menselijk kunnen én de last die hij zich daarmee op de hals haalde zien