Minister-president Geert Bourgeois (N-VA) sprak van een ‘historische doorbraak’ op drie cruciale dossiers. Hij bedankt de coalitiepartners voor de ‘constructieve gesprekken’ van gisteren. Het akkoord werd pas kort na middernacht bereikt. Het akkoord houdt rekening met de eisen van N-VA, Open VLD en CD&V.

Kinderbijslag: 'Geen enkel gezin zal erop achteruit gaan'

De Vlaamse regering heeft vandaag het concept voor een nieuw kinderbijslagsysteem goedgekeurd dat vanaf 1 januari 2019 ingaat. Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is verheugd met de beslissing. 'Elk kind is gelijk. Kinderbijslag is een recht. Vlaanderen grijpt hiermee de historische kans om elk kind een gelijkwaardige en sterke start aan het leven te bezorgen.'

Vanaf 2019 zou elk nieuw kind in Vlaanderen een eigen Groeipakket krijgen met financiële tegemoetkomingen die gezinnen de kans bieden om elk kind te laten opgroeien en zich te ontplooien. Het pakket zal ook de armoede helpen terugdringen via een aantal sociale toelagen.

Elk nieuw kind ontvangt in het nieuwe akkoord een basisbijslag van 160 euro. Bovendien komen er sociale correcties voor kinderen die opgroeien in een gezin met een lager inkomen. De grens ligt op 30.000 euro per jaar. Vanaf drie kinderen ligt die grens op 60.000 euro per jaar.

Ouders die hun kind naar de kleuterschool sturen krijgen eenmalig 150 euro extra als ze naar de eerste kleuterklas gaan en nog eens 150 euro in de twee kleuterklas. Het engagement van vijfjarigen die door ouders worden ingeschreven in een school wordt opgetrokken van 220 halve dagen naar 250 halve dagen. Minister Crevits benadrukt dat dit de overgang naar het basisonderwijs zal vergemakkelijken. De regering gooit verder ook de schooltoelagen om tot een participatietoeslag. Voor kinderen tot 2 jaar gaat het om 20 euro per jaar, vanaf 5 jaar wordt dat 35 euro, vanaf 12 jaar 50 euro en vanaf 18 jaar 60 euro.

Er zijn overgangsmaatregelen om over te stappen naar het nieuwe Groeipakket. Belangrijk is dat geen enkel gezin zal in de overgangsperiode minder kinderbijslag ontvangen dan het kreeg. 'Geen enkel gezin zal erop achteruit gaan,' meldt de regering. Voor de kinderen die voor 1 januari 2019 geboren zijn verandert er niets.

Onderwijs: 'Versterken, verdiepen en verkennen'

Op voorstel van Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits heeft de Vlaamse regering de krachtlijnen voor de modernisering van het secundair onderwijs goedgekeurd. Het begint bij een pakket maatregelen om de overgang van basis naar secundair onderwijs vlotter te laten verlopen.

In de eerste graad van het secundair onderwijs wordt de algemene vorming versterkt. 'Verkennen, verdiepen, versterken' wordt het uitgangspunt van het eerste jaar secundair onderwijs.Alle leerlingen in het eerste middelbaar zullen voortaan eenzelfde basisvorming genieten, goed voor 27 uur aan vakken, verduidelijkte onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V). De overige vijf uur mogen leerlingen volledig vrij invullen.

In het tweede jaar wordt dat zeven uur, maar is de keuze al grotendeels beperkt tot een basisoptie. Voor leerlingen in de B-stroom vormt de basisoptie dan twaalf uur. De hervorming van de eerste graad van het secundair onderwijs is beslist met een hoop nieuwe studiemogelijkheden, met aandacht voor richtingen die leerlingen snel klaarstomen voor een job of hoger onderwijs.

Scholen behouden grote autonomie om die basisopties in te vullen, benadrukte minister Crevits. 'De pedagogische vrijheid en de vrijheid van onderwijs staan dus niet onder druk.'

Vanaf de tweede graad is dan sprake van het matrix-systeem. De huidige 29 studiegebieden worden teruggebracht tot 8 richtingen, gaande van het wetenschappelijke STEM over economie en organisatie tot voeding en horeca.

De onderverdeling ASO, BSO en TSO blijft bestaan, maar minder uitgesproken. De focus komt veel meer te liggen op de opdeling tussen richtingen die focussen op een doorstroom naar hoger onderwijs en zij die focussen op de arbeidsmarkt. Voor elk vak is nu bepaald waar het zich precies bevindt. Dus in welke richting en met welke finaliteit.

In De zevende dag op Eén legde minister Crevits zondag uit dat ze in de tweede en derde graad de 150 bestaande studierichtingen met een derde wil reduceren. 'Het is de bedoeling dat jongeren op het einde van het secundair onderwijs voorbereid zijn op de arbeidsmarkt of op voor verdere studies.' Welke richtingen zouden verdwijnen, wilde Crevits niet zeggen. 'Het gaat niet alleen over het afschaffen, maar ook over het bundelen van richtingen', zei.

De scholen zijn niet verplicht om hun scholen als domein- of campusscholen te organiseren. Wie dat doet, krijgt een financiële bonus voor moderne en kwaliteitsvolle technische uitrusting, aldus nog Crevits.

Crevits wijst erop dat de overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs voor vele leerlingen een moeilijke stap vormt. Ook de overgang van kleuter- naar basisonderwijs zal beter verlopen. De verplichte kleuterparticipatie, zoals aangehaald bij het akkoord over de kinderbijslag, zal door 30 halve dagen verhoogd worden.

In het luik lager onderwijs zijn een aantal zaken die in het oog springen: in het vijfde en zesde leerjaar komt er meer differentiatie. Er komen mogelijkheden om meer les aan te bieden voor studenten die het nodig hebben. Onder anderen leermeesters voor Frans, techniek en muziek worden ingeroepen. Dat gebeurde tot heden enkel voor sportvakken. Verder kondigde Crevits aan dat een eerste kennismaking met Frans, Engels of Duits al vanaf het eerste leerjaar mag gebeuren. Vanaf het derde leerjaar mag het aanbod uitgroeien tot echte taallessen.

Provincies: belastingen zullen niet verhogen

Bij de provincies is er een akkoord over de daling van het aantal mandaten en ook budgetten. Er is een oplossing gevonden voor de provinciale belastingen.

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) legde de contouren vast. 'We slanken de provincies af en creëren een slagkrachtigere en efficiëntere overheid', aldus de minister. Het aantal provincieraadsleden zal worden gehalveerd en er zullen slechts vier gedeputeerden overblijven. Het aantal te verkiezen provincieraadsleden zal in Antwerpen 39 zijn, in Oost-Vlaanderen 36, in West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant 35 en in Limburg 30.

De provincies zullen verder geen persoonsgebonden bevoegdheden meer uitoefenen. Die zullen worden overgedragen aan de Vlaamse of lokale overheid. 'Ook hier geldt de filosofie van minder bestuursniveaus die met hetzelfde bezig zijn.'

Ook de fiscale bevoegdheid wordt ingeperkt en afgetapt. Belangrijk is dat dit noch op het provinciale niveau, noch op het Vlaamse, tot een belastingverhoging zal leiden, bevestigt minister Homans.

'Met de afslanking van de provincies willen we vooral bereiken dat de dienstverlening aan de burger beter, duidelijker en efficiënter wordt', besluit Vlaams minister Homans.