Direct naar artikelinhoud

'Waar zijn de donkere periodes uit de clubhistorie in Feyenoord Museum?'

De Volkskrant vraagt oud-museumdirecteur van de Kunsthal Rotterdam wat hij van het Feyenoord Museum vindt. Waar zitten de verbeterpunten?

Oud-museumdirecteur Wim van Krimpen beoordeelt Feyenoord-museumBeeld Marlena Waldthausen

'De meeuw van Treijtel?' roept Wim van Krimpen. 'Waar is de meeuw die Eddy Treijtel uit de lucht schoot?'

Het is de openingsdag van het vernieuwde Feyenoord Museum. Als voormalig museumdirecteur van de Kunsthal Rotterdam is Van Krimpen door deze krant gevraagd om door zijn ogen naar het Feyenoord Museum te kijken. Wat vindt hij goed, wat kan beter?

Van Krimpen weet waar hij over praat als het om Feyenoord gaat: als 29-jarige jongen was hij één van de Rotterdammers die de club de Europacup 1 zag winnen in Milaan. En toen hij in zijn jeugd eens per ongeluk verzeild raakte in supportersrellen, verloor hij een stukje tand. Het werd nooit meer gerepareerd. Zo denkt de gewezen museumdirecteur bij het tandenpoetsen haast nog elke dag aan Feyenoord.

Later, in 1994, organiseerde hij in de Kunsthal de Feyenoord-tentoonstelling 'Geen woorden, maar daden'. Geen onverdeeld succes, moet Van Krimpen toegeven. 'Ik maakte de klassieke inschattingsfout. De kunstliefhebbers dachten dat het over voetbal ging en de voetballiefhebbers dachten dat het over kunst ging. Zo was er weinig belangstelling, maar ik vond het erg leuk om te doen.'

Van Krimpen wordt deze middag rondgeleid door de Feyenoord-medewerkers Cees Zevenbergen en Marijke Edel, verantwoordelijk voor het cultureel erfgoed van de Rotterdamse club. In het nieuwe museum is minder ruimte dan op de vorige plek in het Maasgebouw. Daardoor is 'een scherpe keuze gemaakt' en zijn er uiteindelijk 200 attributen overgebleven.

De kunstliefhebbers dachten dat het over voetbal ging en de voetballiefhebbers dachten dat het over kunst ging
Wim van Krimpen, oud-museumdirecteur Kunsthal Rotterdam

Vijf thematische eilanden

Van Krimpen laat zijn kennersoog door de ruimte glijden. 'Waar is de shop?', vraagt hij meteen. 'Dat is een vast concept voor een museum: eindig met een winkel, waar je als bezoeker zo ongeveer doorheen móet, liefst nog met een café erbij.'

Vijf thematische eilanden (hoofdpersonen, daden, stadion, de club en Het Legioen) en een tijdlijn aan de wand vertelt bezoekers de geschiedenis van de club. Achterin de zaal wordt de film 'Feyenoord, in de oorlog' vertoond en vlakbij de ingang staat in een vitrine het hoogtepunt uit de historie: een replica van de Europacup 1 uit 1970.

Af en toe staat Van Krimpen stil. Bij het brilletje van Joop van Daele bijvoorbeeld (kapotgetrapt door een tegenstander in de Wereldbekerfinale van 1970 tegen Estudiantes) en een zwart-wit foto van Harry Bild (de eerste buitenlandse voetballer in de clubhistorie). En hé, daar is de meeuw die doelman Eddy Treijtel ooit uit de lucht schoot in een uitwedstrijd bij Sparta, al is een zelfde soort exemplaar ook bij Sparta te zien. Edel, beslist: 'Eddy heeft altijd gezegd dat dit de echte is, dus wie zijn wij om daar aan te twijfelen?'

Verbeterpunten

Als Van Krimpen door de oude spelerstunnel wandelt en hij uit boxen het geluid van een kolkende Kuip en geklik-klak van noppen hoort, roept hij uit: 'Jááá, dit is zoals het hoort.' Daarna, in de rij van spelersnamen die op de muren zijn geschilderd, valt zijn oog op de naam van een voormalige aanvaller: 'Hier joh, moet je kijken: Peter van Vossen.'

Na een uur weet de museumdirecteur genoeg: 'Ik mis niks in het museum', zegt hij. Maar tegelijk ziet hij ook verbeterpunten. Zo kan de tentoonstelling nóg completer, denkt hij. 'Waar zijn de donkere periodes uit de clubhistorie? De rellen in Rome bijvoorbeeld, desnoods getoond aan de hand van een stukje Barçaccia-fontein. Ik snap dat dit een clubmuseum is, maar je kunt het ook als voorlichtingselement gebruiken. Juist om te laten zien wat je níet wilt als club.'

Verder zou Van Krimpen meer beeld, en minder tekst willen zien: 'Het is vermoeiend om eindeloos teksten te moeten lezen. Eén goed beeld is sterker.'

Edel snapt de kritiek, maar wijst op het gebrek aan ruimte. 'Daarom moeten jullie absoluut meeverhuizen naar het nieuwe stadion', luidt het belangrijkste advies Van Krimpen. 'Feyenoord is een geweldige club met een rijke historie. Die verdient geen 200 vierkante meter, maar 1000 vierkante meter aan expositieruimte.'

Het is vermoeiend om eindeloos teksten te moeten lezen. Eén goed beeld is sterker
Van Krimpen