Direct naar artikelinhoud

België wil taks op winst omlaag om concurrentiepositie te verbeteren

België overweegt de vennootschapsbelasting te verlagen van 33,99 procent naar 20 procent, in een aantal stapjes tot 2020. De tariefsverlaging mag niet ten koste gaan van de opbrengst voor de schatkist en moet dus elders worden gecompenseerd.

De Belgische minister van Financiën Johan Van Overtveldt.Beeld anp

Met dit plan zou minister van Financiën Johan Van Overtveldt de concurrentiepositie van België willen verbeteren. Het plan moet eerst nog door het Belgische kabinet worden aangenomen, maar de Belgische media schrijven al volop over de uitgelekte delen ervan.

Van Overtveldt zou de misgelopen opbrengst willen terughalen door het tarief op de voorheffing dividendbelasting flink te verhogen: van 27 naar 30 procent. Dus in plaats van de onderneming te belasten, zouden aandeelhouders moeten dokken.

Het Belgische plan wordt in Den Haag met argusogen gevolgd. De PvdA liet in Het Financieele Dagblad al meteen weten dat Nederland het voorbeeld niet moet volgen. Maar staatssecretaris Eric Wiebes (VVD) heeft al geschreven dat het kijken naar de tarieven onvermijdelijk is.

In Europa

Landen beconcurreren elkaar steeds meer met lage belastingtarieven. België heeft nu nog een van de hoogste tarieven voor vennootschapsbelasting in Europa. Alleen Malta (35 procent) en Frankrijk (36,6 procent) belasten de winsten van ondernemingen nog zwaarder. Duitsland zit er met zijn tarief van 33,3 procent net onder. Nederland zit met maximaal 25 procent nog aan de hoge kant.

In de afgelopen tien jaar verlaagden alleen al in Europa 16 van de 33 landen hun tarieven, zo blijkt uit gegevens van KPMG. Slovenië en het Verenigd Koninkrijk daalden het hardst; de Britten van 30 naar 20 procent, en na het Brexit-referendum suggereerde de toenmalige minister van Financiën George Osborne een nieuwe tariefsdaling. Slechts in vier landen stegen de tarieven, telkens met slechts enkele procenten. Het gemiddelde tarief in het Europa daalde van 23,7 naar 20,48 procent; in de EU was de daling iets minder, van 24,8 naar 22,1 procent.

Het gemiddelde tarief in het Europa daalde van 23,7 naar 20,48 procent

Over de hele wereld

De daling is niet alleen een Europees verschijnsel, en ook niet alleen een verschijnsel van de afgelopen tien jaar. Over de hele wereld gemeten komt KPMG op een daling van de vennootschapstarieven van 27,5 procent naar 23,6 procent. In de jaren tachtig van de vorige eeuw waren tarieven boven de 50 procent in rijke landen heel gewoon.

De belastingdruk wordt niet alleen bepaald door de tarieven, maar ook door regelingen voor bijvoorbeeld aftrekposten en mazen in de wet om de belasting te ontwijken. Vooral die laatste categorie wordt door de Europese Commissie fel bestreden; ze beschouwt dat soort regelingen als verboden staatssteun. Zo moest België al een voor multinationals uiterst lucratieve regeling laten schieten, die het mogelijk maakte dat voor hen een louter theoretische winst zou worden belast. De Belgische belastingdienst moest grote bedragen navorderen van brouwer AB InBev en oliemaatschappij BP. Vooral sinds die ingreep zegt minister Van Overtveldt dat de enige manier om België concurrerend te houden, het verlagen van de tarieven is.