Oproep aan de EO: maak een programma dat aansluit bij jullie klinkende naam
Aan de vergadertafel van de Evangelische Omroep maakte ik, zo’n vijfendertig jaar geleden, voor de eerste keer kennis met de groep predikanten uit het behoudende deel van de protestante kerken. Dat groepje predikanten, als bewaarders van het geestelijk gedachtegoed van de EO, zou die dag spreken over de ‘EO en de Joden’. Wijlen dominee Johan Heule uit Wassenaar had mij meegetroond naar deze bijeenkomst. ‘Wij moeten niet óver Joden, maar mét Joden spreken.’
Het geestelijk gedachtegoed van die jonge christelijke omroep, zover ik mij herinner aan die Oude Amersfoortseweg in Hilversum, zag er toen nog wel wat anders uit dan zoals de EO-programmering er nu voor staat. Andere christelijke omroepen van protestante signatuur, zoals de VPRO en de NCRV, voldeden niet meer aan wat de mannen achter de EO van een christelijke zendgemachtigde verwachtten. Vandaar dus een nieuwe omroep met een orthodoxe boodschap in een seculariserend Nederland. Rechttoe, rechtaan tegen de evolutie, abortus, verdovende middelen, vulgair taalgebruik en de afbraak van de zondag.
Zo was het toen.
taalgebruik
Nu is het wel anders. Nog voor de zondag naar haar einde nijgt, is het bij de EO voor een groot deel als de doordeweekse maandag. Het taalgebruik doet regelmatig niet meer onder voor de woordkeuze op andere zenders. En ook programmamakers zelf twijfelen over het creationisme. Waarom het zo is, zal allerlei redenen kunnen hebben. De EO is groot geworden. Te groot? De EO wil in het omroepbestel staande blijven. Moet ze daarvoor haar wordingsgeschiedenis prijsgeven? De nog steeds vaste kern van luisteraars en kijkers zullen zelf op deze vragen antwoord kunnen geven.
Dagelijks lees ik twee kranten, het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad. Deze twee verzorgen de nieuwsvoorziening voor een goed deel van dezelfde achterban die dat ooit van de EO was. En toch zijn deze twee kranten, naast nog enkele andere, anders dan de EO erin geslaagd hun eigen behoudend-christelijke identiteit te bewaren.
Dit is iets wat wat mij betreft met nadruk maar eens moet worden gezegd. Onze samenleving is per definitie seculier. Nieuwsgaring gaat allang niet meer langs de traditionele wegen van het ochtendblad en de avondkrant, het Achtuurjournaal of Hilversum 1 of 2. De jaarcijfers van uitgeverijen van papieren leesvoer staan al jaren onder druk. En toch draaien de drukpersen van deze twee christelijke kranten gewoon door. Zonder ook maar een jota van wat zij van thuis hebben meegekregen, te laten vallen.
ferm standpunt
Deze twee kranten geven mij genoeg om te weten wat er zowel in het binnenland als in het buitenland om mij heen gebeurt. En, dat vind ik nu juist zo bijzonder, ook over de zaken die mogelijk binnen de gezindte schuren, maar waarover wel bericht wordt. Zowel op de pagina’s met nieuws als in de katernen met achtergrondverhalen, interviews en beschouwingen komen al die onderwerpen aan de orde waarover een ferm protestants-christelijk of reformatorisch standpunt bestaat.
De Evangelische Omroep, anno 2017, kan van mijn kranten heel veel leren. En dat zou ze ook echt moeten doen. De christelijke schrijvende pers toont aan heel religieus Nederland dat er meer dan voldoende ruimte en behoefte bestaat om gewoon voort te blijven bestaan volgens de wens van diegenen die ooit de noodzaak zagen voor nieuwsgaring op echt confessionele grondslag.
Ik ben bang dat het voor de VPRO en de NCRV al te laat is. Hun seculiere weg is nu wel onomkeerbaar. Voor een Evangelische Omroep echter, die voor een deel nog steeds een orthodox-religieuze achterban bezit, heeft de torenklok nog net geen twaalf uur geslagen. Het is nu of nooit. Redactieleden in Hilversum, open morgen het ND en het RD! En kom daarna met een programma dat aansluit bij jullie klinkende naam, Evangelische Omroep.