Direct naar artikelinhoud
INTERVIEW

'Juliana's leven is tragisch geweest'

Het huwelijk van koningin Juliana en prins Bernhard was nog veel slechter dan tot nog toe bekend was. Jolande Withuis schreef de eerste wetenschappelijke biografie over Juliana. 'Het is heel treurig, ja.'

Juliana op Soestdijk, 1995.

Thuis in Zutphen ligt bij Jolande Withuis het manuscript van haar Juliana. Vorstin in een mannenwereld op de keukentafel. Het is de eerste wetenschappelijke biografie van koningin Juliana, maar ook een 'psychologiserend' publieksboek. Withuis (67) werkte zes jaar aan haar ruim achthonderd pagina's tellende onderzoek, dat donderdag wordt gepresenteerd in Amsterdam.

Het is heel treurig ja, deprimerend. En behoorlijk extreem

Wat een boek.

Ze schrikt even, bang dat de interviewer op de omvang doelt. Maar het gaat om de inhoud. Het huwelijk van Juliana met prins Bernhard was nog slechter dan we al wisten. Ze waren getrouwd van 1937 tot hun beider overlijden in 2004. Met dit boek wordt het beeld van deze lange echtelijke episode definitief gitzwart. 'Het is heel treurig ja, deprimerend. En behoorlijk extreem', zegt Withuis.

Hoe vat u haar leven samen?

'Er is niks gewoons aan Juliana. Een van haar problemen is een gebrek aan realiteitszin, in haar omgeving en bij haarzelf. Zij wilde altijd in de eerste plaats Juliana zijn en dat kon niet. Want ze moest ook koningin zijn. Dus prefereerde zij twee levenspaden, wat haar een wispelturige vrouw maakte. Ik wist van tevoren niet zoveel van haar, maar de conclusie is dat haar leven tragisch is geweest. Eenzaam. Zonder bitterheid, dat wel, vol ambitie ook. Ze vond het leven 'mooi maar zwaar'. De slotsom is dat, toen Juliana de monarchie in 1980 overdroeg, Beatrix het radicaal anders is gaan doen.'

Withuis is van huis uit socioloog en was tot haar verplichte pensionering in 2014 verbonden aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD). In 2008 verscheen haar biografie van verzetsheld Pim Boellaard. 'Door dat boek rees bij mij het besef wat het koningshuis voor velen betekent en heeft betekend. Verzetslieden riepen 'Leve de koningin' voordat ze door de Duitsers werden gefusilleerd. Dat heeft mij genezen van het platte republikanisme waarmee ik ben opgegroeid.'

Haar vader was schaker Berry Withuis, in de jaren van de Koude Oorlog journalist bij het communistische dagblad De Waarheid. Daar zat ook zijn vriend Wim Klinkenberg, schrijver van een vernietigend boek over prins Bernhard. Toen Withuis zich op suggestie van haar uitgever begon in te lezen in Juliana, raakte zij gefascineerd en zag ze voldoende mogelijkheden voor een biografie. Net als haar eerdere studies onder auspiciën van het NIOD, wat wil zeggen dat het eindresultaat is beoordeeld door een wetenschappelijke commissie.

Juliana in 1967.Beeld NA/RVD/Max Koot

Ondanks Withuis' goede papieren kreeg zij geen toegang tot het Koninklijk Huisarchief. Ze werd zelfs actief tegengewerkt. Het Letterkundig Museum verklaarde correspondentie tussen Juliana en haar Leidse leermeester Johan Huizinga 'plots niet-openbaar', schrijft ze in het dankwoord. Toen de dochter van een vriendin van Juliana een dagboekje wilde afstaan, kwam zij 'op dat voornemen terug na een dringend verzoek van koningin Beatrix'.

Withuis: 'Ik denk niet dat het tegen mij persoonlijk was gericht. Beatrix wilde gewoon geen boek over haar moeder. Zij heeft de historicus Cees Fasseur toestemming gegeven voor onderzoek in haar archief en met diens Juliana & Bernhard uit 2008 heeft ze gedacht: zo is het klaar. Ik kan me dat wel voorstellen. Maar ik bezie het vanuit een academisch en maatschappelijk belang. Een staatshoofd wier leven bijna een eeuw omspant, dient een biografie te hebben.'

Aan materiaal was niettemin geen gebrek. Withuis kreeg veel in de schoot geworpen door kinderen van Juliana's vriendinnen. In de clubjes waar Juliana hoopte op 'verzustering' was zij het gelukkigst. Vooral na haar optreden in Zomergasten (2012) kreeg Withuis veel aangereikt. En ze las alles wat los en vast zit, van 'de idolatrie' uit de jaren dertig tot de naoorlogse 'hagiografieën' over huiselijk geluk ten paleize. 'De uitspraak 'The past is a foreign country' is hierop ten volle van toepassing', zegt Withuis. 'In het verleden werd over het koningshuis op een nu onvoorstelbaar onderdanige toon geschreven.'

Hoogste tijd voor een correctie.

CV Jolande Withuis

1949 Geboren op 6 juli te Zutphen
1967-1975 Studie sociologie UvA
1980-1996 Docent vrouwenstudies VU en Nijmegen
1990 Dissertatie over de communistische vrouwenbeweging
1995-2007 Columnist Opzij
1999-2014 Onderzoeker NIOD
2002 Erkenning. Van oorlogstrauma naar klaagcultuur
2005 Na het kamp. Vriendschap en politieke strijd
2007 De vrouw als mens
2008 Weest manlijk, zijt sterk. Pim Boellaard 1903-2001 (Libris Geschiedenis Prijs 2009; Biografieprijs 2010)
2010 The Politics of War Trauma (met Annet Mooij)
2012 Zomergasten
2014 Juliana's vergeten oorlog
2016 Juliana. Vorstin in een mannenwereld

In 2014 verscheen alvast een hoofdstuk als zelfstandige publicatie, over de oorlogsjaren van Juliana. Terwijl haar moeder, koningin Wilhelmina, en 'pappie' Bernhard in Londen zaten, verbleef Juliana in het veiliger geachte Canada. Niet als een huismus bij haar kinderen, zoals het gangbare beeld wilde, maar als strijdbare vrouw die in talrijke toespraken opriep tot het vastberaden verslaan van de vijand. Withuis concludeert: 'Haar meest competente en waarschijnlijk gelukkigste jaren.'

Daarna ging het dramatisch mis. Withuis schetst daarvoor een reeks redenen. Bernhard, met wie Juliana zich in 1936 verloofde, was van meet af aan overspelig, terwijl zij van haar 'kleine pasja' bleef houden. Dat er 'zielsverwantschap' zou zijn, zoals zij veronderstelde, bleek een pijnlijke misvatting. Al tijdens de huwelijksreis - hij had vlak daarvoor nog twee andere aanzoeken lopen - was hij 'alleronhebbelijkst' tegen Juliana, aldus een door Withuis geciteerde waarnemer: 'Hij mag een prins zijn, een heer is hij niet.'

Zijn vriendin uit de oorlog, Ann Orr-Lewis, ging na de bevrijding als minnares mee op skireis. Bij andere vrouwen verwekte hij twee buitenechtelijke dochters. Zijn levenslange 'assistente' Cocky Gilles had gemakkelijker toegang tot Bernhard dan Juliana zelf. 'Pappie en Cocky', noemden zij zich, naar het clownsduo Peppi en Kokki. Juliana benijdde hun onderlinge gezelligheid.

Zelf werd zij door Bernhard systematisch vernederd en gekleineerd. Ook publiekelijk. Haar hardnekkige hoop dat zij, na de inhuldiging in 1948, het koningschap samen zouden doen, kwam niet uit. Bernhard was doorgaans minstens vier maanden per jaar in het buitenland, terwijl Juliana alleen achterbleef op het immense Soestdijk.

Diezelfde Bernhard verwierf zich na 1945 de status van oorlogsheld. 'Hij kaapte de oorlog.' Voor Juliana's strijdvaardige houding was geen aandacht, laat staan waardering. De veteranen van het verzet schaarden zich rond de prins. Iedereen wilde bij 'de opperman' en zijn 'Tie-club' horen. Het was de sociale restauratie van een mannenwereld: ministers, staatssecretarissen, ambassadeurs - de mensen met wie Juliana functioneel van doen had, waren tot ver in de jaren vijftig welhaast allen man.

In 1947 werd het vierde kind geboren. Na Beatrix (1938), Irene (1939) en de in de oorlog geconcipieerde Margriet (1943) opnieuw een meisje: Marijke, pas later naar haar tweede naam Christina genoemd. Het versterkte voor de buitenwacht het dominante beeld van Juliana als moeder. Als bezorgde moeder ook: Christina bleek aan een oog blind en met het andere slechtziend, waarschijnlijk omdat Juliana tijdens de zwangerschap rodehond kreeg na een - haar ontraden - bezoek aan Indische repatrianten.

In de zoektocht naar genezing voor Marijkes oogkwaal deed Greet Hofmans haar intrede. Nota bene via Bernhard, die over haar was getipt

Juliana was haar levenlang religieus. Haar 'spirituele ontvankelijkheid nam toe na de geboorte van Marijke', schrijft Withuis. In de zoektocht naar genezing voor Marijkes oogkwaal deed Greet Hofmans haar intrede. Nota bene via Bernhard, die over haar was getipt. Zij stond via 'doorgevingen' in contact met 'Het Hogere'. Hofmans zou Marijke genezen 'door haar op te dragen aan God'.

Over de crisis op Soestdijk tussen 1948 en 1956 is al een boekenplank vol geschreven. Hofmans zorgde voor tweespalt. Allerlei functies in de hofhouding vielen toe aan Hofmans-getrouwen. Wie niet in haar geloofde, werd aan de kant gezet. Nederland moest een 'theocratie' worden en Juliana ging daarin mee. 'God gaat boven mensen', werd haar motto.

Vorig jaar nog promoveerde de journalist en historicus Han van Bree op de zeventien spirituele conferenties die na de komst van Hofmans werden gehouden op het naburige jachtslot Het Oude Loo. Hij nam het op voor Juliana en stelde dat zij al die tijd 'rationeel' bleef. Withuis komt tot een ander oordeel.

'Het was een sekte. Onmiskenbaar. Er verdwijnen mensen, er dringen mensen binnen. Als je, zoals ik, bent gepromoveerd op de communistische vrouwenbeweging komt dit patroon je bekend voor! Het aantrekkelijke voor Juliana was natuurlijk dat Hofmans haar enorm de lucht instak. Hoe invoelbaar ook, gezien haar situatie - daar hoor je als staatshoofd niet voor te vallen. De 'Heilige Woorden' telden zwaarder dan haar ministers. Daarmee werd de zaak politiek.'

De clubjes van Juliana 

Eenzaamheid was een rode draad in Juliana's leven. Op paleis Het Loo groeide zij op als enig kind. Ze vond vertier bij vriendinnen, met wie zij clubjes vormde. Van de 'verzustering' met hen kon ze geëxalteerd raken.

- 'Tijdelijke toneelverenging Achmajeem', in 1921 door Juliana opgericht. De naam is samengesteld uit de beginletters van de deelnemers.
- 'De Zestigpoot'. Juliana's jaarclub in de Vereeniging voor Vrouwelijke Studenten te Leiden (VVSL). Opgericht in 1927. Zo genoemd omdat het gezelschap vijftien leden telde 'met ieder vier ledematen'.
- 'Aardhuisconferenties'. Tussen 1925 en 1932 verbleef Juliana acht keer de laatste week van augustus met vriendinnen in jachtchalet Het Aardhuis op de Veluwe.De kampeerweken hadden een christelijk karakter, maar ook 'de vrouwenkwestie' kwam ter sprake.
- 'Gooise en Stichtse Schonen' (GSS). Ongeveer twintig leden. Opgericht in 1948, het jaar dat Juliana koningin werd. De club bestond ruim vijftig jaar en kwam driewekelijks bijeen, in totaal 823 (!) maal. Ze organiseerden o.a. lezingen.

Ze hield begin jaren vijftig vast aan eigen teksten in toespraken tijdens het staatsbezoek aan Amerika en weigerde tegen de wens van de ministerraad in het doodvonnis te laten voltrekken voor de oorlogsmisdadiger Willy Lages.

Handelde ze in strijd met de Grondwet?

'Dat is moeilijk te zeggen, omdat de betrokken ministers met veel geknutsel alles voor haar hebben opgelost. Maar ze scheerde langs het ravijn, dat zeker. Willem-Alexander zei in het tv-interview voor zijn inhuldiging dat hij altijd alle besluiten zal tekenen die democratisch tot stand zijn gekomen. Dat was het juiste constitutionele antwoord, lijkt me. Zij deed dat niet.'

Was de roemruchte, door Bernhard in 1956 gefaciliteerde publicatie in Der Spiegel een blessing in disguise? Daarna werd de sekte ontmanteld.

'Nee, dat had anders gemoeten. Dit was harteloos en kon nooit meer goedkomen. Stel dat Máxima in het geniep in een blad zegt dat de entourage van Willem-Alexander gevaarlijk is? Dat zou het einde van het huwelijk en de monarchie betekenen. Toen was er nauwelijks televisie, geen internet, de kranten waren voorzichtig en dankzij de mentale lenigheid van premier Willem Drees werd de boel gered. Maar het was verraad.'

Er kwam daarna wel een nieuw koningschap.

'Ja, in plaats van de vorstin van de wereldvrede werd Juliana de maatschappelijk werkster van Nederland. Ze vulde haar christendom meer in als 'help uw naaste' en het publiek kreeg het defilé langs het bordes te zien. Dat is sindsdien het gevestigde beeld, mede natuurlijk doordat de tv haar intrede deed. Maar Bernhard kwam in 1956 niet op voor de monarchie, hij handelde uit eigenbelang.'

Bernhard kwam in 1956 niet op voor de monarchie, hij handelde uit eigenbelang

In feite is uw oordeel over zowel Juliana als Bernhard niet positief.

'Althans voor die periode. In de meeste literatuur bestaat de neiging om als je de één bekritiseert, de ander goed te vinden. Maar ik kan over de Hofmans-jaren van beiden weinig goeds vertellen. Juliana luisterde niet meer naar vriendinnen die het beste met haar voor hadden. Ze had hulp nodig. Er was echt iets mis, het was een jarenlange obsessie. Haar psychische toestand was zorgelijk.'

U verwijt Juliana een gebrek aan mentale discipline.

'Ze was taai, ze kon grappig en lief zijn, en ze heeft zichzelf na 1956 hernomen, dat is knap. Maar ze was geen analytische, systematische denker. Ze had geen weerstand tegen die kwakzalvers om zich heen. Omdat ze moeite had met onvrijheid kwam ze vaak te laat en liet ze programma's uitlopen. Ze overschatte de vrijheid van gewone mensen. Ze wist, op onlogische wijze, onverenigbare dingen te verbinden, waardoor ze ook weer achter Bernhard bleef staan toen in 1976 bleek dat hij steekpenningen had aangenomen van vliegtuigbouwer Lockheed.'

In De prins spreekt, het postuum gepubliceerde Volkskrant-interview door Pieter Broertjes en Jan Tromp, zegt Bernhard: 'Als het beeld zo is dat ik zo nu en dan een deugniet was, dan gun ik dat de mensen. Maar ik zou het erg vinden als ze denken: hij deugde niet.'

'Ik ben toch bang dat hij niet deugde. In het bijzonder tegenover Juliana niet. Zoals hij haar behandelde, ontluisterend. Wilhelmina vond hem uiteindelijk ook een schurk.'

Bekijkt u het, net als Annejet van der Zijl in haar Bernhard-dissertatie, meer met een vrouwelijke blik?

'Nee, een vrouw zou ook kunnen zeggen: was wat aardiger voor die man geweest. Ik heb een feministisch perspectief. Ik voel met haar mee, heb vaak gedacht: 'Die arme Juliana.' Maar dat zou een man ook moeten kunnen denken!'

Fasseur, eerder dit jaar overleden, handhaaft in zijn memoires zijn oordeel dat de prins geen kwade kerel was. 'Vermoedelijk zal Bernhard het opnieuw zwaar te verduren krijgen', schrijft hij met vooruitziende blik over het boek van Withuis.

Zij reageert: 'Ik heb Fasseur vaak gesproken. Het is jammer dat ik niet meer met hem in debat kan. Hij maakt zich er te gemakkelijk vanaf, met zijn uitleg dat Bernhards gedrag bij die tijd hoorde. Stel je voor, Juliana en Bernhard hadden in Soestdijk een droomhuis laten bouwen. Met zwembad, tennisbaan, een toen moderne lift en een bioscoop voorzien van warmrode Gispen-fauteuils met gerieflijke neksteunen. Maar in 1957 belden hofdames adjudant Piet de Jong, de latere premier, om met Juliana gezellig op zaterdagavond een film te kijken. Bernhard bleef, als hij al thuis was, op zijn kamer zitten. Wat een desillusie.'

De inhuldiging van Juliana in 1948.Beeld anp

Zij was vaak ook zo aardig niet, begrijp ik uit het boek.

'Nee, ze kon heel storend zijn. De verhouding is vanaf het begin asymmetrisch geweest en later krijg je het getreiter van twee mensen die eigenlijk niet meer bij elkaar moeten zijn. Juliana zat gevangen. Nergens in de Grondwet staat dat scheiden is verboden, maar toch mocht het niet. En zij was ambivalent. Ze heeft het in de jaren vijftig twee keer gewild, scheiden, maar niet doorgezet. Ik vermoed dat ze het als een mislukking van haar leven zou hebben gevoeld. Oud-premier Dries van Agt zegt in mijn boek dat ze beter af zou zijn geweest.'

Bernhard wilde Juliana de laatste jaren van zijn leven niet meer zien, schrijft u, onder meer op gezag van de vrouwelijke dominee die haar uitvaart deed, Welmet Hudig.

'Ja, zij was de laatste tien jaar intensief bij het leven van Juliana betrokken. In 1998 brak Juliana haar heup tijdens een val in de Keukenhof. Daarna ging ze geestelijk snel achteruit. Het publieke beeld bestaat dat ze in haar pyjama door de tuin van Soestdijk dwaalde en dat Bernhard haar dan weer binnenhaalde. Dat komt door die 'faction' in boeken en tv-series, waarin feit en fictie worden vermengd. Ik kan Bernhard wel navoelen dat hij zich aan dat genre ergerde. Maar de werkelijkheid is ook op dit punt harder. Tegen Hudigs advies in klopten een stoute Juliana en zij eens bij Bernhard aan toen hij zat te lunchen. Hij wilde dat niet. Ze werden weggestuurd en Hudig kreeg nadien nog de waarschuwing zich voortaan aan 'de huisregels' te houden.'

Er is nog iets. Bernhard was niet alleen buitenshuis belust op seks met andere vrouwen.

'Ja. Ik vermoedde al dat u dat eruit zou halen.'

Citaat uit de biografie: 'Gouvernante Nitschmann deed haar deur op slot om zich de prins van het lijf te houden. Haar zeer jonge opvolgster werd door hem belaagd. Een zestienjarige logee werd in haar logeerkamer door de prins betast onder haar blouse en op haar mond gezoend; ze wist hem haar kamer uit te werken en stortte haar hart uit bij een vertrouwd staflid; die geloofde haar, aangezien hij uit diverse andere bronnen met Bernhards gedrag bekend was. Een jong lid van Juliana's toneelclub werd door Bernhard aangerand toen ze aan zijn uitnodiging gevolg gaf om wat schilderijen te komen bekijken, waarna de regisseur jeugdige actrices niet meer ongechaperonneerd door het paleis liet lopen als de prins thuis was.'

Withuis: 'Schokkend ja. Ann Orr-Lewis heeft hem een 'spoiled German boy' genoemd, een verwende jongen. In mijn ogen was hij feodaal. Hij was 'de baas in huis' en vond het niet nodig zich te beheersen.'

Beatrix, Juliana en Bernhard op het bordes van paleis Soestdijk tijdens het Koninginnedag defilé.Beeld anp

U gebruikt hier en op andere plaatsen ook anonieme bronnen. Mag dat in een wetenschappelijke biografie?

'Liever niet natuurlijk. Ik heb hier lang over nagedacht. Maar de betrokkenen met wie ik heb gesproken zijn betrouwbaar en de NIOD-commissie weet wie zij zijn. Het onderliggende materiaal is gedeponeerd bij het NIOD en is over 25 jaar openbaar.'

Verandert het door u geschetste beeld nog als er straks wel iemand in het Koninklijk Huisarchief mag, of als in 2054 Juliana's dagboeken openbaar worden?

'Dat kan ik niet uitsluiten. Maar dat laatste zal ik niet meer meemaken. Ik kan alleen maar zeggen dat onder alles wat ik beweer een bron ligt.'

Hoe kijkt u nu naar de monarchie?

'Ik denk dat het een systeem is dat tot nare verhoudingen rond een persoon kan leiden. Juliana had vaker moeten worden tegengesproken. Ze wilde niet verhuizen naar Den Haag na de abdicatie van haar moeder, want ze wilde in de bossen wonen. Tegelijk wilde ze koningin zijn. Maar gewone mensen moeten ook allerlei concessies doen voor hun werk. Het is haar allemaal duur komen te staan, dat steeds de kont tegen de krib gooien als er iets van haar werd verlangd. Steeds maar in de contramine, in verzet, dat dubbelspoor.'

Het leidde tot een gespannen verhouding met haar dochter Beatrix, tevens troonopvolger.

'Ja, Beatrix was 10 toen Hofmans kwam en 18 op het moment dat ze wegging. Toen ging zij zelf ook de deur uit. Ik ben geen Oranje-deskundige, maar vaststaat dat Beatrix het in haar vormende jaren zwaar voor de kiezen heeft gehad. Zij moet het gevaar voor haar koningschap hebben gezien.'

Wat een boek.

'Het is best eng. Hierover hebben al zoveel mensen zich gebogen. En nu kom ik. Onder overweldigende belangstelling. Mijn vorige boeken verschenen gewoon. Nu moet ik van alles. Ook dat is de monarchie.'

Jolande Withuis: Juliana. Vorstin in een mannenwereld. De Bezige Bij, 864 pagina's, 39,99 euro. Op basis van Withuis' bevindingen is de NOS-documentaire Juliana, geen gewone koningin gemaakt.