Eind september werd Kreuziger door het Tsjechisch Olympisch Comité COC vrijgesproken van dopinggebruik, en daar zijn de UCI en het WADA het niet mee eens. De wielrenner van Tinkoff-Saxo was voordien immers door de UCI voorlopig geschorst wegens onregelmatigheden in zijn biologisch paspoort. Volgens de Tsjechen zijn de schommelingen in zijn biologisch paspoort niet verdacht en is er dus geen reden om hem te schorsen.

Kreuziger, ex-winnaar van de Amstel Gold Race, liet twee keer, tussen maart en augustus 2011 en van april 2012 tot het einde van de Giro 2012, abnormale bloedwaarden optekenen. De UCI bracht Kreuziger in juni 2013 op de hoogte van de feiten. De renner van Tinkoff-Saxo schreeuwde zijn onschuld onmiddellijk uit en vocht de analyse aan met verschillende rapporten. De UCI had geen gehoor naar zijn verhaal, maar toch bleef een beslissing/schorsing uit.

Zijn ploeg zette Kreuziger vlak voor de Tour dan maar zelf op non-actief maar besloot, bij gebrek aan een beslissing van de UCI, om de Tsjech te laten starten in de Ronde van Polen. Daarop reageerde de UCI door Kreuziger een voorlopige schorsing op te leggen, waardoor hij aan de kant moest blijven totdat de UCI een definitieve beslissing had genomen. Kreuziger trok naar het TAS, maar ving ook bij het Internationaal Sporttribunaal bot. Door zijn voorlopige schorsing kon de Tsjech ook niet deelnemen aan de Vuelta.