We namen twee ‘Mensen van Gisteren’ mee naar het ‘Land van Morgen’

© Geert Van de Velde

Onder 18 jaar kom je Tomorrowland niet in. Maar hoeveel rek staat er op de andere kant van de leeftijdsgrens van het jongste, hipste, modernste festival ter wereld? Waar veel te veel decibels worden gedraaid, hamburgers worden gegeten en bier wordt gedronken – zoiets lijkt alleen te overleven door twintigers. Onzin: wij namen twee ‘Mensen van Gisteren’ mee naar het ‘Land van Morgen’. “Muziek te luid? Neen, ze. Bassen moet je voelen.”

Sofie Buekenhoudt en Marlies Maddens

“Als ik u vanavond terugzie, gaan wij eens een dansje placeren hé.” Een dertiger met fluorescerende zonnebril vraagt het verleidelijk – mét Gentse r – aan Suzanna. “Oké. Als het een tango is.”

Dik geflirt, gisteren op de wei van Tomorrowland. Er liepen bovenop de 60.000 dagtickets immers twee extra mooie meisjes op rond – trendy grijs haar, helderblauwe ogen, veel hip goud rond elke arm. Alleen hun leeftijd stond wat verder van de ‘18-plus’: Suzanna is 79, Marie-Louise 78. Een duo vriendinnen uit de serviceflats naast woon-zorgcentrum Den Beuk, in het centrum van Boom. Op een kleine kilometer van die wei vol luide, hippe, jonge mensen die losgaan op zondige muziek en shortjes dragen boven kniehoogte – écht een andere wereld voor de People of Yesterday, zoals Suzanna en Marie-Louise. Maar een dagje meekomen, naar dat land daar? “Direct. ’s Avonds kijk ik soms tot middernacht naar de livestream, dus dit wordt de mooiste dag van ons leven”, zegt Marie-Louise. Ook al heeft de ene gekneusde ribben, en de andere ‘hooikeuts’. “Wir schaffen das.”

© Geert Van de Velde

Dus schaffen we het. Rollator uitgeplooid, zondagse outfit aan, oordopjes in. Vanaf het eerste moment op de wei zorgen de andere festivalgangers voor een aangepast rollator-tempo: we geraken amper vooruit. “De max!” “Bangelijk!” “Zo fier op jou!” Er wordt gekust, geknuffeld en geapplaudisseerd. Vergeet de elfjes, Suzanna en Marie-Louise ­komen voorbij.

“Ik krijg het er koud van”, zegt Suzanna. “Zo veel respect dat wij krijgen, een wereld van verschil met buiten.”

Ook al is het navigeren tussen de bekertjes, onze bomma’s voelen zich opvallend oké. Eens binnen in de Opera – tactisch uitgekozen – wil Marie-Louise niet meer naar buiten.

“Hier zijn geen woorden voor. Zo’n mooi decor, en alle mensen zo vriendelijk. Te luid? Nee gij. Dat hoort bij dat genre, vind ik. Die bassen moet je horen, en voelen. Of dat vind ik toch.” We hebben de juiste mee: ­Marie-Louise herkent Pokémon Pikachu direct in iemand zijn muts, Suzanna keurt de jongenslijven. De Indiërs naast ons op het picknicktafeltje? Ze kijkt hen recht aan en schudt haar hoofd. “Nee. Te macho.”

© Geert Van de Velde

De People of Tomorrow maken goede punten: ze zijn spontaan, schieten te hulp. Iets ­anders dan het beeld van de ‘selfiegeneratie’. “Och, je moet korte rokjes dragen en een ­decolleté, als je het kan vullen. Al die mensen zijn joenk, dus mooi.”

Voor die grote Tomorrowland-tattoos passen ze. “Hoort alleen op een plaats die je partner ziet, vind ik”, zegt Suzanna zacht. Ook het gejump of gehak van de festivalgangers vindt ze niet super. “Een beetje meer ritme mag wel, hé.”

Daarnaast zijn ze vooral opvallend festivalproof. Ze lopen probleemloos in de zon met lange broek en hebben het nooit te warm, sjotten een weggegooid Red Bull-blikje assertief weer weg en poseren professioneel voor elke selfie. Volleerde People of Tomorrow, met een vleugje Yesterday. “Ongelooflijk, echt. Iedereen in het rusthuis gaat jaloers zijn.” Voor de fans: ze komen terug, volgend jaar.