De 38-jarige O’Sullivan won het WK de voorbije twee jaar. Ook dit keer is hij de te kloppen man in het Crucible Theatre. Een zesde wereldtitel zou O’Sullivan op gelijke hoogte brengen van zijn landgenoot Steve Davis en de Welshman Ray Reardon. De Schot Stephen Hendry telt er nog één meer en is met zeven titels (allemaal behaald in de jaren ‘90) de recordhouder in de moderne tijd. Het (onbereikbare) record staat met vijftien wereldtitels op naam van de Engelsman Joe Davis, die zijn titels behaalde tussen 1927 en 1946.

In een vooruitblik bij de BBC laat O’Sullivan optekenen dat Hendry’s record evenaren of zelfs verbeteren vandaag zeker niet zijn belangrijkste drijfveer is.

‘Als het gebeurt, dan gebeurt het. Maar ik ben allesbehalve zeker dat ik er voldoende gemotiveerd voor ben’, zegt O’Sullivan, die ook wereldkampioen werd in 2001, 2004 en 2008.

‘Soms vraag ik me af of ik op mijn bed in het ziekenhuis, met nog maar een paar dagen te gaan, zou mijmeren over het feit of ik een zevende of achtste wereldtitel had kunnen winnen. Als ik daaraan denk, besef ik dat het wellicht niet het belangrijkste is. Wat voor mij telt, is genieten van het leven. Ik heb een punt bereikt waarop trainen niet meer leuk is, maar ik het toch doe om aan de tafel geen mal figuur te slaan.’

‘Ik denk dat ik mag zeggen dat ik mijn stukje geschiedenis al heb geschreven’, gaat O’Sullivan verder. ‘Ik kan misschien nog winnen, en dat zou fantastisch zijn. Maar ik ben even gelukkig met de vijf wereldtitels die ik nu heb. Het record van Hendry halen, is veel gevraagd.’