Direct naar artikelinhoud
Column

Missy, vier jaar oud, scandeert: "Ik ben het kind van de duivel"

Missy, vier jaar oud, scandeert: "Ik ben het kind van de duivel"
Beeld Geert Joostens

Avonturen van opiniërend hoofdredacteur Bart Eeckhout en zijn kroost, John John (7) en Missy (4).

Zondagmiddagbrunch, het gezin zit aan de pannenkoeken. Je dochter kijkt naar haar eigen vingers die ze één voor één strekt en buigt. Ze leert tellen, denk je, hoe schattig is dat. Net als je haar wil  zeggen hoe flink je dat wel vindt van haar, houdt ze de vingers stil in de gewenste positie: enkel wijsvinger en pink gestrekt. Zo steekt ze haar hand naar je uit. Missy, vier jaar oud, scandeert: ‘Ik ben het kind van de duivel.’ Het heeft even geduurd, omdat Neder­lands­talige hypes in de veeltalige hoofdstad nu eenmaal wat trager de kinderwereld binnendringen. Maar Het Lied is dus gearriveerd. Je kunt je er niet echt in opjagen. Het is niet zo’n bijster goed nummer, veel verder reikt je pedagogische bezorgdheid niet.

We moeten wel weten welke morele paniek we kiezen. Ofwel vinden we het angstaanjagend dat vele kinderen geloven dat ze echt naar de hel gaan, ofwel maakt het ons bang dat ze claimen het kind van Satan te zijn. Wat zou er trouwens gebeuren met kleine Mo als hij in zijn vrome gezinnetje bij de iftar plots begint te zingen dat hij het kind van de duivel is?

Zo nieuw is het allemaal niet. Toen jij even oud was als je zoon nu is, was je in de ban van ‘I was made for loving you’ van Kiss. Op de kamer van een vroegrijper klasgenootje draaiden jullie plaatjes van Deep Purple en Judas Priest uit de gemeentelijke discotheek achterstevoren. Op zoek naar geheime boodschappen van de duivel. Daar geloofden jullie toen ook écht in. Doet er je aan denken dat je Kiss een keer op YouTube moet opzoeken voor je zoon. Die ­geschminkte gezichten vindt hij vast geweldig.

Het moet wel vet cool zijn om op je zevende al naar een festival te gaan. Toch? Wat zou u doen?

Meer dan van ‘Het kind van de duivel’, is John John in de ban van ‘Pompen’, die andere scabreuze hit. Geen probleem, voor hem gaat dat nummer nog echt gewoon over, welja, pompen.

Hoewel. “Papa, waarom ligt dat meisje op de grond?”, klinkt het op de achterbank, wanneer Kraantje Pappie op de autoradio nog eens van “Ik zie in essentie niet per se een conflict / Maar het is je meisje die nu op de grond ligt” doet. Omdat ze gevallen is? De uitleg interesseert hem niet meer, want daar is het refrein alweer en dus moet er gedabt worden.

Sputteren over niet voor kinderoren geschikte teksten, ligt lastig. Je bent zelf verslingerd aan nederhop in gezinsverband. Geen kwaad woord over Kapitein Wino­kio of Kinderen voor Kinderen, maar het is toch aangenaam als er een keer een wat vettere beat tussen mag. Dat je dan antwoorden moet verzinnen op nijpende kwesties als ‘Papa, waarom worden zijn pupillen groot’ of ‘Waarom is hij zo verliefd op Manon’, neem je dan maar voor lief. Het kan niet altijd ‘Op een onbewoond eiland’ zijn. 

Een lastiger dilemma dringt zich op. Pukkelpop begint dit jaar met een voorafje op woensdag met Boef, Delv!s en Kraantje Pappie. Een soort Pennenzakkenrock voor kinderen van de duivel, dus. Gaan met een zevenjarig snotjong in je nek? Of niet gaan? Hij is nog zo jong, het is niet te verantwoorden, het wordt laat. Anderzijds: het moet wel vet cool zijn om op je zevende al naar een festival te gaan. Toch? Wat zou u doen?