Direct naar artikelinhoud

De stok knalt en weg vliegt Menno Vloon: hoog, hoger...

Het is juni 2017 en de Nederlandse polsstokhoogspringer Menno Vloon staat in het Duitse Zweibrücken klaar voor een sprong vol ambitie: de lat ligt liefst 25 centimeter hoger dan zijn persoonlijk record. Het moet voelen alsof hij voor een sprong naar de sterren staat.

Menno Vloon schreeuwt van teleurstelling als hij bij de Gouden Spike 5.60 meter niet haalt, een week na zijn Nederlandse record van 5.85.Beeld Klaas Jan van der Weij / de Volkskrant

Polsstokhoogspringer Menno Vloon (23) kijkt deze zaterdagavond - het is 10 juni 2017 - naar een vaantje langs de baan in Zweibrücken, Duitsland, vlak bij de grens met Frankrijk. Lichte tegenwind, stelt hij vast. Hij werpt nog een blik op de lat, ruim 36 meter verder. Die ligt op 5.85 meter. Dat is maar liefst 25 centimeter hoger dan wat de vorige dag nog zijn persoonlijk record was. Het is 4 centimeter hoger dan het Nederlands record uit 2004 van Rens Blom. Het moet voelen alsof hij voor een sprong naar de sterren staat.

Begin 2016 had hij zijn baan als timmerman bij een bouwbedrijf in Westzaan opgezegd, hij werkte er toen vijf jaar. Hij dacht destijds: nu kan het nog. Ik ben maar één keer jong en ik woon nog thuis in Krommenie, bij mijn moeder en broer en zus. Het timmeren begon zijn sportambities in de weg te zitten. 's Morgens 12 kilometer op de fiets naar de baas, eind van de middag terug en dan nog 's avonds trainen: in Zaandam, Purmerend, Amsterdam of een indoorhal in Zoetermeer. Soms een uur, soms 2,5 uur. Op techniek, op kracht, op conditie. Hij was in 2014 en 2015 al Nederlands kampioen geweest. Hij had het gevoel dat het nog hoger kon. Hij wilde echt gaan vliegen.

De stok houdt hij vast op 4.95. Het geeft hem het idee dat hij de maximale grip heeft

In Zweibrücken, te midden van picknicktafels en biertenten, gaat het de hele wedstrijd al lekker. Hij springt bij een tweede poging 5.60, een evenaring van zijn persoonlijk record. Hij haalt vervolgens 5.70, de limiet voor de WK in Londen. Uiteindelijk is er nog maar één tegenstander over. De Fransman Kevin Menaldo denkt met 5.85 vooral zichzelf uit te dagen. Diens pr ligt op 5.83. Vloon aarzelt niet. 'Ik ga mee.' De stok van glasvezel, 5 meter lang, ruim 2 kilo zwaar, ligt nu op zijn schouder. Hij houdt hem vast op 4.95. Er zijn springers die de vingers om het uiteinde klemmen, maar daar houdt hij niet van, het geeft hem het idee dat hij niet de maximale grip heeft. Hij zet aan.

Het gaat eigenlijk het hele seizoen al goed. Onder begeleiding van zijn coach, Richard Coté, is de techniek bijgeschaafd. Hij houdt zijn voeten tegenwoordig wat verder van de lat af. Zo komen de heupen hoger en heeft hij meer ruimte om de draai te maken. Voor de zogeheten inrol, het moment waarop de springer de stok in de metalen put plant, brengt hij zijn armen boven het hoofd nog net een fractie verder naar achteren. Op die manier krijg je meer shot uit de stok, zo noemt hij dat.

Zestien passen zijn het in Zweibrücken. Hij heeft het eerder in zijn carrière al eens geprobeerd met 12 en met 14, maar dit voelt het natuurlijkst. Coté had hem voorgehouden met die tegenwind iets meer op kracht te lopen. Hij is onderweg. Op 16.50 meter van de 36.5 meter lange aanloopbaan ligt een streep. Dan weet je wel of je zo'n beetje uitkomt. Zelf kijkt hij er nooit naar, het is meer iets voor zijn coach. Na die fase volgt de verhoging van het ritme. Hij haalt 9,6 meter per seconde. Hij steekt de stok in de put en zwiept omhoog.

Hij was 4 toen hij op turnen ging. Het zit in de familie. Zijn moeder turnde, zijn opa vroeger ook. Een klasgenootje nam hem jaren later mee naar de atletiekbaan van Lycurgus. Hij deed aan de meerkamp. De polsstok beviel wel. Het turnverleden kwam van pas: lenigheid, beweeglijkheid, weten wat je lichaam doet. Hij was 14 of 15 toen hij bij de C-junioren Nederlands kampioen werd. De lat lag op 3.40. Hij was 20 toen hij stopte met de meerkamp. Er staat een ruggenwervel scheef. Hij voelde pijn bij het kogelstoten en het hordenlopen. Gek genoeg heeft hij geen last bij het springen.

Als hij in Zweibrücken de hoogte in schiet, de benen naar boven, weet hij dat het goed zit. Zo'n shot! Niet normaal gewoon! Hij hoort dat de stok knalt. Dat is een goed teken. Hij reikt hoger en hoger, zo hoog was hij nog nooit. Het moet de ontspanning zijn. Hij had al de WK-limiet, hij had al een nieuw pr. Hij was al 'superblij'. Wat wilde hij nog meer? Die zaterdagavond vliegt hij naar de sterren.

Geen Gouden Spike

Polsstokhoogspringer Menno Vloon heeft bij de Gouden Spike in Leiden geen vervolg kunnen geven aan zijn topprestatie in Duitsland, vorige week.

Hij kwam niet in de buurt van zijn verrassende Nederlandse record van 5.85 meter. Hij won de Leidse wedstrijd in 5.50 meter, onvoldoende voor de Gouden Spike.

Die prijs ging naar kogelstoter Melissa Boekelman. Zij won haar wedstrijd in 18.18 centimeter.


Menno Vloon: 'Ik word nu gevraagd voor grote wedstrijden'

'Heb je het filmpje gezien? Ik ga helemaal uit mijn dak, ja. Ik spring nota bene in de armen van de speaker, hij was de eerste die op mijn pad kwam. De volgende die ik omhels, is mijn trainer. Het was ongeloof, natuurlijk. Hoe kan dit? Het record van Rens Blom! Het was ook de beloning voor jaren keihard werken. Ik heb die nacht nauwelijks kunnen slapen.

'Sindsdien is het een gekkenhuis. De media, maar ook managementbureaus zoeken contact. Ik moet nog uitzoeken hoe het allemaal werkt. 5.85 is de op twee na beste seizoenprestatie in de wereld. Ik word nu gevraagd voor grote wedstrijden. Nee, ik kan zeker niet rondkomen van de sport. Bij de Atletiekunie kan ik kosten declareren en ik heb enkele lokale sponsors - dat is het dan.

Veel zat mee, maar mazzel was het zeker niet. Ik was fit en ik sprong goed. Dan ga je er dus overheen
Menno Vloon over het verbreken van het Nederlands record polsstokhoogspringen

'Volgende maand sta ik wel op de Diamond League in Monaco, naast de grote mannen. Renaud Lavillenie is een voorbeeld voor me, hij heeft het wereldrecord. Maar ik blijf er relaxed onder, een aantal jongens ken ik al. Op de meerkamp en het polsstokhoogspringen gaan atleten het sociaalst met elkaar om. Je brengt nogal wat tijd samen door, vandaar. Het grote voordeel is dat ik nu vaker tegen betere concurrenten zal kunnen springen. In Nederland is er nog maar één die ook geregeld over de 5.50 gaat, Rutger Koppelaar. Dan wordt het al gauw een eenzame bedoening.

'Of de sprong in Duitsland toeval was? Ik denk van niet. Veel zat mee, vorige week, op die tegenwind na. Maar mazzel was het zeker niet. Ik was fit en ik sprong goed. Dan ga je er dus overheen. Ik zal die hoogte waarschijnlijk niet meteen weer springen. Maar ik hoop toch wel in die buurt van de 5.70 te kunnen blijven. En als je dat geregeld haalt, is alles mogelijk.'

Sportjournalistiek is bij uitstek het speelveld van de romanticus. Deze verhalen bewijzen dat

De Volkskrant houdt van verhalen die voldoen aan de Wet van Wagendorp, verhalen die de droge cijfers overstijgen en de meeslepende menselijke geschiedenis achter de sport beschrijven. Een aantal van deze verhalen – eerder gepubliceerd in de Volkskrant – kun je hier lezen.