De diefstal van het piepkleine relikwie – amper een halve centimeter groot – werd zondag vastgesteld. “Wanneer het juist gestolen is weten we zelfs niet”, zegt pastoor Bruno Aerts van de Sint-Jacobskerk in de Lange Nieuwstraat in Antwerpen. Het vermoeden is echter dat de dief vrijdag toesloeg, op 21 oktober, niet toevallig de feestdag van de zaligverklaarde Oostenrijkse keizer, die in 1887 geboren werd en op zijn 34ste stierf aan een longontsteking.

Geen schade

Dat de dief zijn of haar geschiedenis kende en goed wist waarnaar op zoek te gaan, blijkt ook uit de manier waarop de diefstal gepleegd werd. “Er is geen schade aan de reliekhouder aangebracht”, aldus Aerts. “Bovendien staat, of beter stond, het relikwie in een hoek van een zijkapel. Er staat ook niet bij om wat het gaat. Het moet de dief dus specifiek daarom te doen geweest zijn.”

Omdat de relikwie geen grote antiquarische waarde heeft, leeft bij pastoor Aerts het vermoeden dat het om persoonlijke redenen gestolen werd. “Het staat nu waarschijnlijk bij iemand thuis, voor de eigen verering”, zegt hij.

Lees er woensdag meer over in Gazet van Antwerpen