© BELGA

“Moet het dichtdraaien van de subsidiekraan zo drastisch gebeuren?”

Altijd weer spelen zich bij de verdeling van de cultuursubsidies in Vlaanderen regelrechte drama’s af. Ook nu weer verliezen enkele instellingen in één klap al hun subsidies, andere moeten de broekriem aanhalen en nog andere krijgen dan wel hetzelfde bedrag als vorige keer, maar hadden op meer gehoopt. Het is nooit goed, om de eenvoudige reden dat er nooit genoeg geld is en kan zijn voor cultuur. Maar het leed is minder zwaar om dragen als de subsidies op basis van objectieve criteria zijn toegekend, als de adviezen van de deskundige adviseurs worden gevolgd en als er een lijn zit in het beleid.

Kris Vanmarsenille

Die lijn is er. De subsidies moeten dienen om de versnippering van het cultuurlandschap tegen te gaan. Dus hoeven de grote instellingen nauwelijks in te leveren en krijgen de kleintjes minder centen. Het is een te verdedigen lijn. Vlaanderen heeft enkele eerbiedwaardige en kwaliteitsvolle cultuurinstellingen met internationale allure. Die moet je koesteren. Versnippering kost geld. Maar nieuw talent en originele ideeën ontstaan wel heel vaak in jonge verenigingen. Bovendien spelen kleine organisaties vaak sociaal een sterkere rol omdat ze dichter bij de mensen staan. Ze bereiken een ander publiek dan de grote instellingen. Daarnaast vormen ze voor die grote organisaties een constante uitdaging. En dat is positief. Concurrentie houdt de cultuurwereld scherp.

Toch zijn er na het indienen van de adviezen nog een aantal verschuivingen gebeurd om grote instellingen die geen bevredigend dossier hadden ingediend, te redden. Die maatregel is betwistbaar. Van grote culturele instellingen die al vele jaren geld van de overheid krijgen, mag je verwachten dat ze een behoorlijk dossier kunnen opstellen waarmee ze bewijzen dat ze creatief en verantwoord omgaan met dat overheidsgeld. Door organisaties die dat niet doen te belonen, ondermijnt de minister zijn eigen op zich eerlijk en objectief beoordelingssysteem.

Intussen moeten kleine instellingen zoals Rataplan in Antwerpen en musicalproducent Judas Theaterproducties het ineens zonder één eurocent stellen. Je kunt je afvragen of het dichtdraaien van de subsidiekraan zo drastisch moet gebeuren. Zou een soort van uitdoofbeleid niet eerlijker zijn?

In ieder geval is het van het grootste belang dat Vlaanderen de diversiteit en de kwaliteit van zijn cultureel aanbod in ere houdt, zelfs als er globaal minder middelen voor zijn. Deze subsidieronde krijgt het voordeel van de twijfel, maar het is ook niet uitgesloten dat hij tot een verschraling van het landschap leidt. En dat zou jammer zijn.

door Kris Vanmarsenille, hoofdredacteur

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER