Direct naar artikelinhoud

Hoe twee kunstenaars hun werk totaal verschillend ervaren

De ene imitatie is de andere niet. Het verschil wordt pijnlijk duidelijk in de documentaires op NTR en Netflix.

Tv-recensie Haro Kraak
Beeld de Volkskrant

In een klein, benauwd atelier in de Chinese wijk Dafen bladert Xiaoyong Zhao door de drogende doeken. Bij de Sterrennacht, het beroemde werk van Van Gogh met de donkerblauwe hemel, stopt hij even. 'De boom klopt niet helemaal', blaft hij. 'Doe er iets aan.'

Tijdens zijn leven verkocht Van Gogh maar één schilderij. Zhao heeft met zijn familie naar schatting al 100 duizend Van Goghs nagemaakt en verhandeld. In deze buitenwijk van de miljoenenstad Shenzhen, worden jaarlijks miljoenen replica's van meesterwerken geproduceerd.

Fotograaf Yu Haibo (55) won in 2006 de tweede prijs van World Press Photo met zijn reeks over de schildergemeenschap. Tien jaar later ging hij terug met zijn dochter Kiki Tianqi Yu (31) om de ontroerende documentaire China's Van Goghs te maken, woensdag als 2Doc uitgezonden door de NTR. Een klein portret tegen een grote achtergrond: globalisering en handel.

Hoofdpersoon is de 44-jarige Zhao, die helemaal in de ban is van Van Gogh. Zijn grote droom: naar Amsterdam gaan om de originele werken met eigen ogen te zien. De camera is erbij als Zhao's vrouw hem vraagt de trip uit te stellen; het is te duur. Hij gaat toch, want hij denkt er een betere schilder van te worden.

Eenmaal in Amsterdam aangekomen wordt Zhao, die diep van binnen ook artistieke pretenties koestert, een aandoenlijk personage, een man die je in je armen wil sluiten. De Chinese schilder is beduusd als hij het souvenirwinkeltje op het Museumplein ziet waar zijn werken worden verkocht tussen aanstekers en paraplu's. 'Ik dacht dat het een topgalerie was.'

Als hij de prijs hoort, schrikt hij helemaal. Een werk dat hij voor 60 euro verkoopt, gaat in Amsterdam voor 500 euro weg. Stil rookt hij een sigaretje in de regen, lamgeslagen door de oneerlijkheid van het systeem. Gelukkig maakt zijn bezoek aan het Van Gogh Museum en later aan Arles veel goed.

Wat nergens wordt vermeld, is dat het volstrekt legaal is wat Zhao doet. Zeventig jaar na het overlijden van een maker vervalt het auteursrecht. Een replica mag je verkopen, mits duidelijk als namaak.

Wie dat zeker niet deed, is Wolfgang Beltracchi, over wie de geweldige documentaire The Art of Forgery is gemaakt, te zien op Netflix. De Duitse kunstvervalser had twee tactieken om zijn nepperds voor echt te laten doorgaan: een verdwenen werk namaken, een doek dat wel wordt beschreven maar nergens is gecatalogiseerd; of een zogenaamd nog nooit ontdekt werk schilderen, een verzinsel in een perfect geïmiteerde stijl.

Stil rookt Zhao en sigaretje in de regen, lamgeslagen door de oneerlijkheid van het systeem

Het is makkelijker een vervalsing van een half miljoen dan van 10 duizend euro te verkopen, beweert Beltracchi, die in tegenstelling tot Zhao geen enkel ontzag heeft voor de meesters die hij kopieert. Beide films gaan in wezen meer over economie dan authenticiteit. Over wat de gek ervoor geeft, welke risico's de andere gek ervoor wil nemen en hoe de derde gek ervoor zwoegt.