Elf Amerikaanse staten stappen naar rechter tegen uitbreiding rechten transgenders

De nieuwe federale richtlijnen kwamen er nadat North Carolina de veelbesproken "toiletwet" goedgekeurd had, die transgenders verplicht de openbare toiletten te gebruiken die overeenkomen met het geslacht dat op hun geboorteakte staat, en dus niet van het geslacht dat overeenkomt met hun genderidentiteit.

De wet heeft al geleid tot een storm aan kritiek, en verschillende beroemdheden, bedrijven en organisaties hebben al beslist om de staat links te laten liggen. Bovendien besliste het Amerikaanse ministerie van Justitie begin mei dat de wet de mensenrechten schaadt. Voorstanders van de wet vrezen onder meer dat vrouwen en kinderen zullen worden aangevallen door mannen die zich voordoen als transgenders, en die de wettelijke bescherming als dekmantel zouden gebruiken.

Het Witte Huis heeft er ondertussen al mee gedreigd om de staten die de richtlijn niet volgen geen federale middelen meer te geven voor onderwijs. Ze baseert zich daarvoor op een wet uit 1972 die overheidssubsidies verbiedt aan onderwijsinstellingen die seksueel discriminerende schoolbepalingen hebben. Zo zou Texas, een van elf conservatieve staten die de klacht indiende, tot 10 miljard dollar verliezen. In North Carolina zou het volgens experts gaan om 4,8 miljard.

Naast Texas, stappen Alabama, Arizona, Georgia, Louisiana, Maine, Oklahoma, Tennessee, Utah, West Virginia en Wisconsin naar de rechter. In de klacht beschuldigen de staten de overheid ervan haar bevoegdheden te overschrijden door zich te moeien met zaken die door het Congres of door de individuele staten moeten worden beslist. Eerder diende North Carolina al een klacht in tegen de regering nadat die eiste om de toiletwet aan te passen.