Het geheim voor een langer leven: (een beetje) honger lijden

© SS

Apen die – een beetje – uitgehongerd worden, leven veel langer én gezonder. Dat staat in het gerenommeerde blad ‘Nature’. Bij mensen is dat krek hetzelfde, zeggen voedingsdeskundigen. “De mens is van nature beter ­geschikt om licht ondervoed te zijn. Tot na de Tweede Wereldoorlog was dat de norm.”

Frank Poosen

40 jaar al hebben onderzoekers van twee Amerikaanse universiteiten (in Baltimore en Wisconsin) onafhankelijk van elkaar experimenten uitgevoerd op in totaal 197 resusaapjes om erachter te komen wat ondervoeding met hen doet. Al langer gingen ze ervan uit dat minder eten hun leven verlengde. Uit de resultaten blijkt nu dat dat significant is.

De resusapen kregen 20 tot 30 procent minder calorieën binnen dan in een aanbevolen dieet. “Dat is niet genoeg om te verhongeren, maar een knagend hongergevoel blijft wel aanwezig”, zegt Patrick Mullie, voedingsspecialist aan de VUB.

De hongerige apen leefden drie jaar langer dan hun soortgenoten die meer aten. Bovendien beschermde dat schrale dieet hen ook nog eens beter tegen hart- en vaatziekten, kanker, diabetes en ouderdomsziekten.

Tien jaar ouder

Maar als dat voor resusapen geldt, gaat dat dan ook op voor de mens? Volgens de onderzoekers wel. De genen van de apen komen voor 93 procent overeen met die van de mens, zeggen ze. En veel aspecten van hun anatomie, fysiologie en immunologie zijn identiek aan de onze, staat te lezen in Nature Communications.

De conclusie is dan ook duidelijk: een zeer zuinig etende mens kan ongeveer tien jaar langer leven dan een weldoorvoede. En die schrale eter mag dan zelfs vet en suiker eten, zolang hij maar veel minder calorieën binnenkrijgt, kan dat geen kwaad.

Dat verrast voedingsdeskundigen niet. “Het is een evolutionair gegeven”, zegt Patrick Mullie. “De mens is van nature beter geschikt om licht ondervoed te zijn. Tot na de Tweede Wereldoorlog was dat de norm. De mens leefde altijd in relatief schaarse omstandigheden en honger was meer regel dan uitzondering. Het menselijke lichaam heeft zich daar zo aan aangepast dat het een norm is geworden. Het put ons minder uit dan overvoeding, die heel belastend is.”

Behalve bij kinderen

Bij één categorie van de resusapen ging die theorie niet op. Nogal wat niet-volgroeide aapjes stierven omdat ze te weinig calorieën binnenkregen. Ook dat is logisch volgens Mullie. “Jonge dieren – en dus ook kinderen – hebben meer energie nodig om te groeien. Bij zo’n significante vermindering van het aantal calorieën valt het organisme uiteindelijk stil door het gebrek aan voldoende bouwstenen.”