Verplichte hartscreening bij jonge sporters niet aan te raden

© Belga

Jonge sporters zonder hartklachten worden best niet verplicht tot een sportmedische hartscreening om lid te kunnen worden van een sportclub of om te kunnen deelnemen aan sportieve massa-evenementen. Tot die conclusie komt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE).

dgs

Het KCE stelde zich de vraag of de plotse dood door hartstilstand bij jonge (14-34 jaar) recreatieve sporters voorkomen kan worden door preventief bij iedereen een hartonderzoek uit te voeren. Het kenniscentrum zette daarvoor wetenschappelijk bewijs in de materie op een rij.

Bij jonge sporters komt plotse dood door een hartstilstand tijdens een lichamelijke inspanning zeer zelden voor. De cijfers spreken voor zich: ‘Naar schatting zijn er in ons land jaarlijks minder dan tien gevallen, waarvan twee tot drie tijdens een wedstrijd, terwijl er ongeveer 1 miljoen jonge mensen lid zijn van een sportclub, en er daarnaast nog een groot aantal jongeren daarbuiten aan sport doen’, klinkt het.

Ook een hitteslag of het gebruik van stimulerende middelen kunnen een plotse dood veroorzaken. ‘Er zijn meer dan veertig hartaandoeningen die plotse dood kunnen veroorzaken. Ze zijn echter allemaal zeldzaam en leiden in weinig gevallen tot plotse dood. Bovendien worden de meesten die er onbewust aan lijden er niet door gehinderd, en leiden ze een compleet normaal leven’, stelt het KCE.

De onderzoekers van het KCE stellen bovendien vast dat een hartscreening zoals die nu gebeurt, onvoldoende betrouwbaar is om met zekerheid de risicovolle hartafwijkingen bij jonge personen op te sporen of uit te sluiten. Bij een hartscreening stelt de arts vragen over de persoonlijke en familiale voorgeschiedenis en doet men een klinisch onderzoek (onder andere het beluisteren van het hart), eventueel gecombineerd met een electrocardiagram (ECG) in rust. ‘Maar er bestaan vandaag geen betrouwbare wetenschappelijke gegevens die aantonen dat door hartscreening vroegtijdige overlijdens worden voorkomen’, luidt het.

Overbodige behandelingen

Aan de andere kant kan door de onnauwkeurigheid van de onderzoeken een hartscreening zorgen voor vals alarm en ongerustheid bij 5 tot 30 procent van de onderzochte personen, de zogenaamde vals positieven. ‘Het gaat om vele tienduizenden mensen die onnodige, bijkomende onderzoeken moeten ondergaan’, zegt het KCE. ‘Omdat ook deze onderzoeken nooit 100 procent nauwkeurig zijn, zullen minstens enkele honderden of zelfs enkele duizenden onder hen overbodige behandelingen krijgen, die op zich ook een risico inhouden van dezelfde omvang als het risico op plots overlijden. Om die reden heeft Nederland trouwens al in 1984 de verplichte hartscreening voor sporters afgeschaft.’

Een kwart van de mensen met verhoogd risico wordt dan weer gemist, de zogenaamde vals negatieven. ‘Zij worden onterecht gerustgesteld. Hierdoor gaan ze minder op eventuele signalen letten. Dat brengt hen in gevaar, ondanks de screening.’

Feit is dat er onder artsen nog geen consensus bestaat over de beste behandeling van jonge sporters die wel degelijk een hartafwijking blijken te hebben.

100 miljoen euro

Ten slotte is er ook het prijskaartje: wie vandaag een sportmedisch geschiktheidsonderzoek ondergaat, krijgt dit in principe niet terugbetaald door de ziekteverzekering, omdat het gaat om een individuele preventieve maatregel. ‘Als de overheid zou beslissen om een algemene, systematische screening te organiseren en terug te betalen, zou dit een hoge kost betekenen die kan oplopen tot bijna 100 miljoen euro per screeningsronde’, zo berekende het KCE.

‘Om een antwoord te bieden op emotionele, weliswaar begrijpelijke, reacties, zou de overheid best de bevolking op een volledige en neutrale manier informeren over de risico’s van het sporten, én van screening’, zo besluit het KCE.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen