Schrapt ook de N-VA het begrotingsevenwicht? - Johny Vansevenant

In de kiescampagne waren er dure eden gezworen. Tegen het einde van de regeerperiode zou het voorgoed gedaan zijn met "geld uitgeven dat we niet hebben". We zouden "niet langer de factuur naar onze kinderen doorsturen". Waarom zo’n strategiewijziging?
analyse
Analyse

Johny Vansevenant is Wetstraatwatcher bij VRT Nieuws. Hij volgt vooral de federale regering.

Bij het eerste kernkabinet vanmiddag over de begroting was de teneur duidelijk. De regering laat het beloofde evenwicht tegen 2018 vallen. De ene toppoliticus zei het al omfloerster dan de andere, maar het was duidelijk dat niemand te allen prijze dat evenwicht nog wou.

In de kiescampagne waren er nochtans dure eden gezworen. Tegen het einde van de regeerperiode zou het voorgoed gedaan zijn met "geld uitgeven dat we niet hebben". We zouden "niet langer de factuur naar onze kinderen doorsturen". Waarom zo’n strategiewijziging?

Show me the money

De begroting was indertijd voor oppositiepartij N-VA de favoriete schietschijf bij de regering-Di Rupo. Tijdens het verkiezingsdebat met zijn toenmalige PS-collega Magnette haalde N-VA-voorzitter De Wever vernietigend uit.

Hij sprak gevleugelde woorden uit: “Show me the money”. Hij vond dat Di Rupo niets bespaard had, omdat het tekort nog altijd tegen de 3 procent van het bruto binnenlands product zat. Di Rupo zei dat hij 20 miljard had moeten vinden voor de naweeën van de bankencrisis en het wereldrecord regering vormen.

In de kiescampagne had de N-VA het ook over de dubbele “Moesen-norm”. Professor Moesen bepleitte toen dat de overheidsuitgaven met geen euro meer mochten stijgen, op de inflatie na. De N-VA beloofde daarbovenop zelfs om de uitgaven niet meer te indexeren, vandaar de naam “dubbele norm”.

Nog 6,6 miljard vinden een onmogelijke opdracht?

De pas gevormde regering-Michel sprak op begrotingsvlak stoere taal. Premier Michel beloofde in de Kamer tegen 2018 een begroting die structureel in evenwicht is.

Dat bleek ook uit de begrotingstabellen die bekendgemaakt werden. Toch zat daar al een versoepeling in. Het ging om een “structureel” evenwicht en niet om een “nominaal” evenwicht. Structureel betekent dat rekening wordt gehouden met de tegenvallende economische groei, maar dan nog is zo’n evenwicht tegen 2018 een enorme krachttoer.

Volgens berekeningen van CD&V-vicepremier Peeters is nu nog een inspanning van 6,6 miljard nodig om dat resultaat te bereiken. Hij heeft het over een onmogelijke opdracht.

Volgens het Monitoringcomité, topambtenaren die de cijfers in het oog houden, moet voor dit jaar nog een gat van 1,3 miljard weggewerkt worden en voor volgend jaar 1,1 miljard. In totaal 2,4 miljard. Dat betekent dat de zwaarste inspanning voor na 2017 is.

En dan zijn de verkiezingen van 2018 en 2019 in aantocht. Als je de verkiezingen niet wilt verliezen, kun je dan beter niet te veel pijnlijke maatregelen nemen. Deze regering heeft dat duidelijk ook begrepen. Trouwens de 6,6 miljard kan nog oplopen tot 9 miljard. Zo is te horen dat de taxshift, die lagere werkgeversbijdragen mogelijk maakt, op het einde van de regeerperiode niet helemaal gedekt is.

De tijd van Olli Rehn is voorbij

Eigenlijk was al in het voorjaar duidelijk dat de regering niet voor het evenwicht in 2018 zou gaan, omdat ze toen een deel van de inspanning al voor zich uit schoof. Het leek er ook op dat de vluchtelingencrisis én de aanslagen het begrotingsevenwicht minder belangrijk maakten.

De uitgaven voor asiel en veiligheid werden niet in de begrotingscijfers verwerkt met toestemming van Europa. De Europese Commissie lijkt duidelijk minder streng geworden. De tijden van de strenge Eurocommissaris Olli Rehn lijken voorbij.

Er is besparingsmoeheid en in enkele grote Europese landen, zoals Frankrijk en Duitsland, zitten er verkiezingen aan te komen. Bovendien is ook bij de EU het besef gegroeid dat je de economische groei kunt kapotbesparen, terwijl het nu mogelijk wordt om zelfs met een negatieve rente te lenen.

Overigens wijst MR-begrotingsminister Wilmès erop dat Europa geen evenwicht van de begroting vraagt, maar wel een verbetering van de cijfers met 0,6 procent.

Geen rechtse oppositiepartij

Ook speelt in België het binnenlands partijpolitiek landschap mee. Er is geen rechtse oppositiepartij om te schieten op de begroting. De rechtse partijen zitten in de regering. Kritiek van de socialistische oppositie snijdt minder hard, omdat socialisten niet de reputatie hebben besparingskampioenen te zijn.

Een N-VA in de oppositie zou wellicht vernietigend geweest zijn voor het loslaten van het evenwicht. Een toppoliticus zei me dat de journalist Johan Van Overtveldt “brandhout zou maken van deze begroting”.

De buik van Vlaanderen is bezig met terreur

Voor de N-VA lijkt de begrotingsdiscussie dus wat passé. Staatssecretaris Francken liet onlangs in een interview verstaan dat de gemiddelde Vlaming niet wakker ligt van het begrotingsevenwicht. De buik van Vlaanderen is nu bezig met terreurbestrijding en aanwezigheid van moslimvluchtelingen.

Dat is voor de N-VA het grote thema waar de partij mee naar de verkiezingen zal trekken. Bovendien zal ze haar patronale vleugel ook met een pak sociaaleconomische hervormingen kunnen afdekken, zoals een verlaagde vennootschapsbelasting, een taxshift en een pensioenhervorming waarin langer werken centraal staat.

Discussies over begrotingsevenwichten zijn blijkbaar geen verkiezingsthema meer. Er zijn nu nieuwe thema’s opgedoken.

Meest gelezen