De Tijd berichtte dinsdag dat de voorbije vijf jaar ongeveer 25 vastbenoemde leerkrachten per jaar zijn ontslagen, wat overeenkomt met amper 0,02 procent. Dat komt door de lange procedures om slecht functionerende leerkrachten te ontslaan. De dossiers sneuvelen ook vaak door procedurefouten.

De verschillende bonden zijn eensgezind in hun kritiek op de manier waarop het debat nu gevoerd wordt. “Wij zijn verbaasd over de herhaaldelijke aanvallen op de ontslagregeling, die volgens ons goed werkt. Zo wordt een negatief beeld weergegeven van leerkrachten”, zegt Raf De Weerdt, algemeen secretaris van ACOD Onderwijs. “Wij zijn er niet op tegen dat erover gesproken wordt, maar dan moet dat wel aan de onderhandelingstafel gebeuren. Wij zijn het beu dat er altijd naar de pers wordt gestapt.” Kritiek die ook bij de andere bonden te horen is.

Jos Van Der Hoeven van de Christelijke Onderwijscentrale (COC) vindt het vooral “raar” dat de ontslagprocedure nu ter discussie wordt gesteld. “Die werd samen met de werkgevers ontworpen en nu stellen ze die in vraag, terwijl ze er zelf mee akkoord gingen”, zegt hij. “Ten gronde staan wij positief tegenover die evaluatieprocedure en we willen zeker geen sanctioneringsbeleid.”

De overige bonden wijzen daarnaast op een falend personeelsbeleid, dat volgens hen aan de basis van de discussie ligt. “Er moet snel werk gemaakt worden van een HR-beleid die naam waardig”, zegt Marnix Heyndrickx, voorzitter van VSOA Onderwijs, die daarnaast wijst op het belang van een “genuanceerder debat”. Marianne Coopman van het Christelijk Onderwijzersverbond (COV) treedt hem bij. “De essentie van de zaak is dat er een beter personeelsbeleid nodig is”, klinkt het. Ze benadrukt dat het gros van de leerkrachten goed werk levert en dat de huidige procedure werkt en voorziet in woord en wederwoord.