Een spijbelende leerling in Antwerpen is iemand die minstens tien halve dagen per jaar ongewettigd afwezig is. In het basisonderwijs in de Antwerpse scholen is het aantal spijbelende leerlingen lichtjes gedaald, van 4,6% in het schooljaar 2014-2015 naar 4,3% in 2015-2016. In het secundair onderwijs daalt het aantal spijbelaars van 16,8 naar 16,7%. In Deurne-Noord, Borgerhout en op het Kiel liggen de spijbelcijfers wel hoger. In heel Antwerpen is 10% van de spijbelende leerlingen in het middelbaar meerderjarig.

OKAN-leerlingen

De algemene daling van het aantal spijbelaars is niet zo spectaculair, maar de daling bij sommige kwetsbare groepen is dat wel. Bij de meerderjarige anderstalige nieuwkomers, de zogenaamde ‘OKAN-leerlingen’, halveerde het aantal spijbelaars bijna, van 44 naar 23%. Ook bij de leerplichtige leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs daalde het aantal spijbelaars van 29 naar 25%. En in de bso-richtingen gaat het van 31 naar 29,7%. Al blijft het probleem wel groot. In het Antwerpse beroepsonderwijs zit slechts één op de vier leerlingen in het leerjaar van zijn of haar leeftijd.

Bovendien is het aantal spijbelaars in het deeltijds beroepssecundair onderwijs gestegen, van 67 naar 78%. “Er dringt zich een grondige wijziging op van het programma ‘leren en werken’”, zegt de Antwerpse schepen van Onderwijs Claude Marinower (Open Vld).