Direct naar artikelinhoud

De Volkskrant tv-selectie voor maandag 24 juli

Elke dag tipt de redactie van de Volkskrant de beste programma's en films op televisie. Dit moet u vandaag zien.

Het Nederlandse vrouwenelftal tijdens de openingswedstrijd van het EK. Vanavond is de wedstrijd tegen België.Beeld anp

The Great British Bake Off

NPO 1, 19.00 uur

Begin van seizoen vijf van het origineel van Omroep Max-hit Heel Holland bakt. Juryleden Mary Berry en Paul Hollywood stellen twaalf amateurbakkers op de proef. Ze moeten een opgerolde cake, een kersentaart en een miniatuurtaart bakken.

De slimste mens

NPO 2, 20.25 uur

Philip Freriks en Maarten van Rossem zijn onvermoeibaar: vandaag begint seizoen tien van hun kijkcijferhit. In aflevering één gaan radio-dj Domien Verschuuren, cabaretier Steven Brunswijk en columnist Marjan van den Berg de strijd aan.

EK Vrouwenvoetbal: Nederland-België

NPO 1, 20.30 uur

Na de 1-0-winst op Noorwegen en Denemarken spelen de voetbalvrouwen in de laatste groepswedstrijd tegen België. Op papier is België de zwakkere partij, maar ze hebben wel spits Tessa Wullaert.

Wild Thailand

Canvas, 21.05 uur

Drieluik over de paradijselijke natuur van Thailand. Het eerste deel gaat over Zuid-Thailand. Het toeristische beeld hiervan bestaat uit prachtige natuur en wilde feesten. Maar daarachter gaat een regio schuil waar spiritualiteit het leven beheerst.

Kijken in de ziel: Militairen

NPO 2, 21.15 uur

Interviewer Coen Verbraak keert terug met zijn succesformule: in reeks dertien staat de beroepsgroep militairen centraal. Onder de geïnterviewden zijn o.a. Commandant der Strijdkrachten Tom Middendorp en helikoptervlieger Roël Boezen.

Britain's biggest superyachts

Canvas, 21.55 uur

Een kijkje in de keuken van Sunseeker, de grootste luxejachtenbouwer van Groot-Brittannië. Het miljoenenbedrijf wordt gevolgd tijdens het bouwen en promoten van hun nieuwste jacht.

RoboCop (Paul Verhoeven, 1987)

Veronica, 22.40-00.45 uur.

In Amerika was ook eind jaren tachtig film in de eerste plaats circus, zoals Rob van Scheers schrijft in de biografie Paul Verhoeven. Een filmers leven. Dat Verhoeven in de VS slaagde als regisseur, waar zo veel Europeanen voor hem faalden, kwam mede door dat besef. Zijn eerste echte Amerikaanse film, RoboCop (1987), is pas ruim 20 minuten op gang als de behoorlijk gecompliceerde expositie voltooid is: de helden zijn geïntroduceerd, de bad guys en hun plannen zijn bekend en het eerste hoogtepunt, een intens nare liquidatie van een van de helden, is achter de rug. Dat tempo houdt Verhoeven in deze nog altijd fris aandoende sciencefictionfilm moeiteloos vast, zodat hij aan 100 minuten genoeg heeft om zijn verhaal   gelaagd en al   af te wikkelen en in de tussentijd een paar gedenkwaardige actiescènes te voltooien.

Het verhaal speelt in toekomstig Detroit, een poel van verderf en vooral criminaliteit, waartegen het bedrijf OCP (Omni Consumer Products) het volk wil wapenen met robots   maar dan vooral omdat het bedrijf zelf van plan is rijk te gaan worden met de herbouw van de stad tot het futuristische Delta City. De gesneuvelde agent Murphy (Paul Weller) wordt succesvol omgebouwd tot half-mens-half-robot, die in zijn eentje de stad begint schoon te vegen. Roet in het eten komt er natuurlijk en die vindt zijn oorsprong in tweespalt in het bedrijf dat hem heeft geschapen.

Behalve het aangenaam hoge tempo en de Verhoeviaanse humor (let op de boef die in de slotakte doorstrompelt na in een giftige plas te zijn beland) valt op hoe soepel en overtuigend de regisseur zijn protagonist diepgang weet te geven, zonder daarin Amerikaans te overdrijven: de relatie met een collega (Nancy Allen) blijft beperkt tot genegenheid, en zijn gezin, dat na de dood van Murphy een nieuw leven aanving, blijft met uitzondering van flashbacks, buiten beeld. En toch ontroert de queeste van de robot naar zijn menselijke herkomst; zoiets kan alleen als je een virtuoos filmer bent.

Hairspray (Adam Shankman, 2007)

NPO 3, 20.30-22.20 uur.

'Oh Baltimore / Man it's hard just to live', zong Randy Newman eind jaren zeventig. En de tv-serie The Wire liet er later ook geen twijfel over bestaan: in Baltimore heb je niets te zoeken als je er niet persé moet zijn.

Fantastisch daarom dat Adam Shankman zijn versie van de van oorsprong Broadwaymusical Hairspray laat beginnen met de opgewekte dikzak Tracy Turnblad, die elke nieuwe dag ziet als een dag vol mogelijkheden, waarvan ze al zingend haar stad   Baltimore dus   deelgenoot maakt. Het zet een toon die niet meer kapot kan de rest van de film. Hairspray, eerder als fijne cult verfilmd door John Waters en nog niet zo lang geleden als musical populair in Nederland, is één groot feest.

1962 wordt kleurrijk tot leven gebracht, een jaar waarin de rokken nog lang waren, panty's verplicht en waarin de verkoop van haarlak explodeerde. Baltimore leerde dansen met het tv-programma The Buddy Deane Show. Daarin demonstreerden zorgvuldig gecaste jongeren de twist, locomotion, mashed potato, limbo rock en dirty boogie. Onder meer. Het is het programma, al heet het in de film anders, waarin Tracy ooit hoopt op te treden. En daarom zingt ze: 'Some day when I take to the floor / The world's gonna wake up and see / Baltimore and me.' Zo kan het ook, Randy.