De dierentuin werd in 1875 opgericht. Toen lag hij nog in een rustige omgeving in de buitenwijken van Buenos Aires. Dagelijks kwamen er 10.000 bezoekers over de vloer.

Intussen is de omgeving van de zoo een drukke stedelijke zone geworden met voorbijrazende bussen in de buurt van de verblijven van de dieren. Daarom besliste burgemeester Horacio Rodriguez Larreta in juli vorig jaar om de dierentuin voorgoed te sluiten. Hij vond dat de dieren niet in gevangenschap mochten blijven tussen al dat lawaai.

“Die dieren zien af”

Sindsdien zijn er honderden dieren bevrijd of overgebracht naar andere dierentuinen. Maar de dieren die eigendom zijn van de stad zelf, zitten nog steeds in gevangenschap. En dat zijn er honderden.

Ze zitten in kleine verouderde kooien die vanuit modern oogpunt onmenselijk zijn. “De stad heeft hun kooien nooit groter gemaakt. Die dieren zien duidelijk af”, zegt Juan Carlos Sassaroli, een voormalige dierenarts van de zoo.

“Het gaat van kwaad naar erger”

Sinds 28 april is er ook protest omdat er nog steeds geen duidelijkheid is over de toekomst van de dieren. De stad heeft pas recent iemand aangenomen om te bekijken welke dieren naar waar overgebracht kunnen worden. Concrete stappen zijn er nog niet genomen. Dinsdag werd een nieuw plan voor het zogenaamde Eco Parque aangekondigd, maar ook daar staan geen specificaties in.

Naar verluidt is het proces veel moeilijker dan verwacht. Om de stress van de dieren in tussentijd te verminderen, is het aantal toegelaten bezoekers per dag beperkt tot 2.000. “Maar het gaat van kwaad naar erger”, zegt voormalige directeur Claudio Bertonatti.