Direct naar artikelinhoud

Verfpuristen met een onomstreden reputatie

Van Karel Appel tot Damien Hirst. Allemaal zweerden ze bij verf van Old Holland. De geschiedenis van de firma is, met recepten die teruggaan tot de 17de eeuw en een excentrieke stamvader, misschien wel even bijzonder als zijn afnemers.

'Je wilt mee met de ontwikkelingen in de kunst, maar tegelijkertijd wil je heel voorzichtig zijn met de reputatie van Old Holland.'Beeld Marcel Wogram

Op een industrieterrein in het Utrechtse Driebergen zit een van de beste olieverfmakers ter wereld. Het is een bedrijf met een onomstreden reputatie, want de olieverf en toebehoren worden gebruikt voor restauraties; van schilderijen in de Hermitage in Sint Petersburg tot aan doeken in het Rijksmuseum in Amsterdam. Kunstenaars als de 'duurste' levende kunstschilder Gerhard Richter en de roemruchte Brit Damien Hirst zijn eveneens afnemer. Net als de Nederlander Karel Appel.

Theo de Beer, de vader van de huidige eigenaar Edward de Beer, leverde bij Cobra-kunstenaar Appel nog eens een flinke partij van de Old Holland olieverf af in diens atelier in Zuid-Frankrijk. De zoon kan nog smakelijk lachen om de streken van zijn vader. 'Hij tikte een Alpenkreuzer klapcaravan op de kop, sloopte de tent eruit en verstopte de verf in de bak. Dat scheelde weer in de invoerbelasting. Mijn vader deed alles voor de zaak en was altijd in voor bijzondere dingen.'

De familiegeschiedenis van De Beer is verknoopt met die van het bedrijf, waarbij de verhoudingen tussen vaders en zonen steeds een belangrijke rol speelden. 'Mijn grootvader had een groothandel in kunstschildermaterialen', zegt Edward de Beer. 'Zijn zoon, mijn vader dus, kreeg een harde opvoeding. Hij mocht de zaak niet overnemen. Omdat hij zich wel wilde bewijzen, begon hij een eigen, concurrerend bedrijf.'

Profiel

Bedrijf

Old Holland

Waar

Driebergen

Sinds

1911

Aantal werknemers

22 (in de holding waarin onder meer ook een groothandel in kunstenaarsmaterialen zit)

Jaaromzet 2016

circa 8 miljoen euro (waarvan bijna de helft van Old Holland)

'Na het overlijden van mijn grootvader heeft mijn vader diens onderneming gekocht en uitgebreid. Hij werd onder meer distributeur Benelux voor Scheveningen Verf. Dat was een klein fabriekje in Scheveningen waar ze met zijn tweeën 'Oudt Hollandse' maakten, een olieverf van grote kwaliteit. De dame op kantoor deden de verf in de tubes. Het bedrijfje was in 1911 opgericht door de familie Roelofs, op basis van recepten die teruggaan tot 1664.'

Toen het fabriekje moeilijke tijden doormaakte, kocht Theo de Beer ook die firma, in 1980. Hij verkocht zijn groothandel en richtte zich helemaal op de verbetering en uitbreiding van Oudt Hollandse olieverf. Met een aantal kunstenaars, een chemist van Bayer en verfmeester Wim van der Zwan, die nog steeds in dienst is, werd het 'palet' uitgebreid naar 168 kleuren. Hetzelfde aantal staat tegenwoordig in toonkasten in speciaalzaken over de hele wereld.

Mijn vader deed alles voor de zaak en was altijd in voor bijzondere dingen
Edward de Beer, eigenaar Old Holland

Passie

'Mijn vader had een enorme passie voor kunstschildersverven', zegt De Beer. 'Hij gaf overal lezingen. Tijdens colleges op de Amerikaanse universiteit Yale kondigden ze hem aan als 'the professor'. Die titel heeft hij zichzelf toen ook maar aangemeten. Hij was een vakidioot, maar ook heel commercieel.'

De inspiratie om Oudt Hollandse (nu Old Holland) uit te bouwen, kwam opnieuw ook voort uit boosheid en bewijsdrang. 'Mijn vader had net een distributeurschap verloren. Dat wilde hij die fabrikant betaald zetten. En dat is aardig gelukt. Overigens is het in de kwaliteitsverf een wereld van leven en laten leven, hoor. Dat is een van de dingen die mij zo aanspreekt in deze branche.'

Medewerker van Old Holland in de fabriek op het bedrijventerrein in het Utrechtse Driebergen.Beeld Marcel Wogram

Dat Edward de Beer de zaak zou overnemen van zijn vader was niet vanzelfsprekend. Hij deed HEAO en ging daarna aan de slag in de autowereld. 'Ik ga nooit in het bedrijf. Dat heb ik altijd gezegd. Ook al wilde mijn vader dat dolgraag. Tot ik me begon te realiseren dat zowel de branche als het type bedrijf toch wel erg leuk was. Een product van de hoogste kwaliteit, gepassioneerde gebruikers, de hoogste prijs en veel export. Er zat ook iets van familietrots in. En, daar ben ik heel eerlijk in, het was een prima kans. Helaas hebben mijn vader en ik maar vier jaar kunnen samenwerken. In 2001 overleed hij onverwacht.'

Wat onveranderd bleef, is de focus op het maken van verf met maximale pigmentatie, de aanwezigheid van de natuurlijke of chemische stof die de verf zijn kleur geeft. Waar andere verffabrikanten vaak niet vies zijn van allerhande mixjes, houdt De Beer vast aan lijnolie als enige toevoeging om de verf te binden en vloeibaar te maken.

De hoogste kwaliteit, gepassioneerde gebruikers, de hoogste prijs en veel export

Pigmenten

In de fabrieksruimte op de begane grond draaien mixers en een wals in laag tempo. Bedaagd, zou je bijna zeggen. In een kast staan potten met pure pigmenten, van het diepblauwe kobalt tot het donkergroene malachite. Van de 168 kleuren van Old Holland kwalificeren er honderd als 'single pigment', 68 kleuren worden vervaardigd van gemengde pigmenten. In een hoek worden aluminium tubes gevuld met verf. Het etiketteren, met een handmatig aangebracht kleurvoorbeeld op het etiket, gebeurt vooral bij thuiswerkers.

In het kunstenaars- of restauratieatelier moet de verf goed scoren op vier eigenschappen, vertelt De Beer lopend tussen de machines. Die eigenschappen zijn: licht-echtheid, kleurkracht, intensiteit en stabiliteit. 'Wij selecteren pigmenten met maximale licht-echtheid die niet verkleuren door de ultraviolette straling van daglicht. Soms hebben chemische pigmenten de oude vervangen, bijvoorbeeld omdat ze onvoldoende licht-echt zijn. Of omdat ze schadelij zijn voor de gezondheid. Of ze mogen niet meer, zoals gemalen ivoor voor de kleur Ivory Black. Voor die kleur gebruiken we nu beenderen van andere dieren.'

Gemalen ivoor voor de kleur Ivory Black mag niet meer

Behalve met kleurkracht (hoeveel wit of terpentine heb je nodig om een 'voltoon' van kleur te laten verschieten - zeker bij cadmiumrood heel wat) en intensiteit (is de kleur intens en 'schoon') is stablititeit een andere basiseigenschap waarmee Old Holland zich wil onderscheiden. 'Olieverf moet oxyderen', legt De Beer uit. 'Die uitdroging kan tientallen jaren duren. Je wilt voorkomen dat verf in die tijd gaat separeren; dat de olie zich van het pigment gaat scheiden waardoor een schilderij kan barsten. Voor die stabiliteit voegen wij geen vreemde stoffen toe, maar kan de wals voor één verf wel een halve dag aanstaan. Door te pletten, kapsel je ieder microscopisch pigmentdeeltje in het bindmiddel in. Zo bereik je maximale stabiliteit.'

Inmiddels heeft Edward de Beer net als zijn vader en grootvader weer een groothandel opgericht. Ook is hij acrylverf gaan produceren, eerst in het in 2001 opgekochte bedrijfje Acrylverf Rietveld Academie (ARA). In 2005, na lang aarzelen, volgde ook de acrylverf Old Holland New Masters. 'Je wilt mee met de ontwikkelingen in de kunst', zegt De Beer. 'Maar tegelijkertijd wil je heel voorzichtig zijn met de reputatie van Old Holland.'

Old Holland onderscheidt zich met stabiliteit en kleurkracht