© Dirk Kerstens

Legendarisch Café Beveren en 80-jarig orgel krijgen eigen toneelvoorstelling

Het bekendste instrument van Antwerpen is niet de gitaar van Wannes Van de Velde of de grosse caisse van Stafke Fabri. Het is niet de Stratocaster van Tom Barman, de klavecimbel van Jos Van Immerseel of het drumstel van Vettige Swa. Nee, zelfs het Schyven-pijporgel in de kathedraal moet het afleggen tegen het dansorgel van Café Beveren.

Patrick Vincent

Laten we het woord geven aan vaste klant en dichter Achiel Van Ginkel:

© Dirk Kerstens

‘Al 80 jaar staat hij daar

Ongelooflijk ‘bangelijk’ maar toch waar

In 1937 werd het Decap-orgel er geboren

Van zijn charme heeft hij nog niets verloren

Door de klanken daar fleur je van op

Met al 80 jaar ambiance voor jong en oud aan de top’

Het is dus tachtig jaar geleden dat de firma Decap uit de Essenstraat in Antwerpen-Noord het orgel kwam leveren op de hoek van de Vlasmarkt en het Zand. Het was 1937. Een mechanisch orgel was in de aanloop naar WOII even uitzonderlijk als een bataljon bruinhemden. Niet dus. Bijna elk café op de Kaaien had er een. Maar het orgel van café Beveren is speciaal. Het is het enige in heel Antwerpen dat niet op de straatstenen werd gezwierd toen de jukebox voor 45-toerenplaatjes in de jaren 50 zijn doorbraak kende. En paradoxaal genoeg is café Beveren, door zich te blijven vastklampen aan die nostalgie, blijven bestaan, in tegenstelling tot zoveel andere cafeetjes.

De meningen over hoe oud het café zélf is, zijn verdeeld. ‘Een dikke 100 jaar’, lees je. ‘Meer dan 150 jaar’, ook. Sandy Steinen, de huidige bazin, doet er nog een schepje bovenop: “Meer dan 200 jaar.” Niemand weet het nog precies. Het pand zelf bestaat allleszins al sinds de tweede helft van de 17de eeuw, de tijd dat de Schelde voor de deur nog geregeld dichtvroor en pestepidemies huishielden in de stad.

Sandy komt uit een geslacht van cafébazinnen. Haar beide bomma’s én haar moeder hebben overal in het centrum café gehouden. Zelf doet ze dat ondertussen ook al veertien jaar in het Chauffeurke op de Sint-Jansvliet, naast de voetgangerstunnel. “Zes jaar geleden kwam Rachel me vragen of ik Beveren wilde overnemen”, vertelt de blondine. “Meer dan twintig jaar had ze met haar man Michel het café gerund. Maar Michel was gestorven en Rachel had kanker, ook zij was ten dode opgeschreven. Ze wilde de zaak niet aan gelijk wie overlaten, maar aan iemand die wist hoe ze met een volks publiek moest omgaan. Ik heb niet getwijfeld.”

De borsten van tante Clem

© Dirk Kerstens

Achiel Van Ginkel is 83 en komt hier een paar keer per week, al sinds het begin van de jaren 70, toen hij nog bij de groendienst van de stad werkte. “In die tijd was het café vooral populair bij schippers en de mannen van de sleepboten”, vertelt de Merksemnaar. “En in het weekend zat het hier vol landlopers uit de Kolonie van Merksplas. Die gasten kregen ginder een som om het weekend door te komen en pakten dan in groep de eerste bus naar ’t stad om hun geld hier te komen opdoen.”

De bazin in die tijd was tante Clem. “Kort en heel dikke borsten”, omschrijft de dichter haar voor de gelegenheid in prozaïsche termen. “Een losse. Ze danste met jan en alleman en zat er niets mee in om die borsten boven te halen. Voor een weddenschap trok ze alles uit en legde ze haar schap gewoon op tafel, tussen de pinten.”

En dan beginnen de verhalen te rollen. Over Michel en Rachel en de reisjes die ze voor hun stamgasten organiseerden, naar de Lesse onder andere. Over de jonge vrouw die op de tafel vlak voor het orgel stond te dansen, haar evenwicht verloor, pardoes door de ruit tuimelde en een halve minuut later het café weer kwam binnengedanst, in polonaise, alsof er niks gebeurd was. Over de collecte die ze in het café hielden om een vrijgezel te bevrijden die door zijn ‘maten’ aan een paal was gebonden tot hij 20 euro kon bedelen van de passanten.

Over Franske den Duvel, de Smoelentrekker, Ronny den Jiver, Jef Patat en Klein Willy’ken, die nog bij zijn oude moeder woonde en haar altijd meebracht naar het café. “Het mens was een eind in de 80, maar als Barry White opstond, dan moest ze dansen.” Over Joe en Mie, die ze zo noemden omdat ze altijd het liedje You and Me aanvroegen. Over de vrouw van een jaar of 70 die altijd licht gekleed arriveerde, maar steevast met een mantel buitenging, tot Achiel haar een keer onderschepte en met de diefstallen confronteerde. “Nooit meer teruggezien.”

Achiel vierde zijn pensionering hier, 23 jaar geleden. “Mijn collega’s en vrienden hadden samengelegd voor een boottocht op de Flandria met Wendy Van Wanten. Een van de schoonste dagen van mijn leven.” Hij glundert.

© RR

DJ Achiel

Nu is het vooral in het weekend nog druk in café Beveren. Dankzij het prachtige orgel staat de zaak in talloze toeristische gidsen. En blijkbaar is er een artikel in de Nederlandse grondwet dat elke onderdaan verplicht om minstens één keer in zijn of haar leven een dansje te komen placeren op de tonen uit de pijpen van Decap.

Maar doordeweeks is het rustiger en behoudt de oude glorie haar volkse authenticiteit. Op de muren liet cafébazin Sandy onlangs portretten van Elvis, André Hazes, Eddy Wally en de Strangers schilderen, onder een oude, in een houten plank gestanste spreuk, een vuistregel voor tweetende politici: ‘Als alle mensen met hun gebreken zichzelf bekeken, dan zouden ze het praten over anderen wel laten.’

© Dirk Kerstens

Het zicht van het orgel alleen al is redelijk indrukwekkend. Het 80-jarige feestvarken is een enorm groen-geel geschilderd geval, inclusief drumstel, accordeon en saxofoon, verlicht met blauwe en rode neonlampen. 1 euro kost een liedje. En je kunt niet kiezen. De technische uitleg zullen we u besparen, maar het gaat om 37 melodieën die elkaar opvolgen in een eeuwigdurende carroussel.

Ons lot valt op de Decap-versie van Red River Rock, de evergreen van Johnny and the Hurricanes. De hi-hat en de koebellen van het drumstel en de accordeon spelen vrolijk mee. Maar voor dezelfde euro begint voor u misschien Heb je even voor mij? te spelen, of de Mars van de Belgische parachutisten.

“Op zaterdagen hoor ik ze alle 37 meer dan eens”, zegt Sandy. “Als het een uur of drie gedraaid heeft, moeten we de klanten intomen en zeggen: ‘Stopt nu mor efkes!’ Het orgel mag niet oververhitten. Dat is 80 jaar oud, hè.”

Voor die momenten is er dus de jukebox. Daarop kun je drie liedjes kiezen voor 50 cent. Van Whiter Shade of Pale tot Zuipen in Spanje van Bertus Staigerpaip. Achiel heeft zich op zaterdagen opgeworpen tot de vaste dj van het café. In een notaboekje heeft hij de coördinaten van alle ambiancenummers genoteerd. “Ik krijg elke groep aan het feesten. Als er een vrijgezellenfeestje binnenvalt, zet ik sowieso Een vrijgezel die gaat pas slapen van Benny Neyman op, of Trouw nooit voor je 40 bent van de Havenzangers.”

Als hij voelt dat het kan, grijpt Achiel ook naar zijn eigen cd, een ode aan zijn stad. “Nicolleke, zet dat eens op. Nummer 9801”, roept hij naar de barjuffrouw. Na een halve minuut dondert de hoempa van Stad van A door het café. “Ik heb de tekst geschreven, maar niet zelf ingezongen”, bekent hij.

Maar zelfs de grootste hits zullen nooit de Sinksenfoorklanken van het orgel kunnen evenaren. Sandy wordt er een beetje melig van: “Dat orgel is fantastisch. Ik mag een slechte dag hebben, maar als ik in het café sta, kikkert de vibe van het orgel me meteen op. En het werkt voor iedereen. Ik heb bij ons nog nooit iemand slecht gezind zien buitengaan.”

De pot op

© Dirk Kerstens

Vanaf 30 juni komt er in het Fakkeltheater dus óók een Café Beveren; een toneelstuk geproduceerd door Het Achterland, dezelfde mensen die vorig jaar scoorden met Viva Minerva. Het is een volkse komedie met Janine Bischops, Peter Van Asbroeck, Peter Van de Velde, Annemarie Picard, Linda De Ridder en Thomas Van Goethem. Zowel Sandy als Achiel vinden het een beetje spijtig dat auteur Jeroen Maes niet de échte verhalen van het café is komen optekenen.

“Dat vonden we een beetje te gevaarlijk”, verweert producent Frank Aernout zich. “In Viva Minerva zaten een paar verhalen die té herkenbaar waren voor sommige mensen. Die hebben we moeten schrappen. We willen geen problemen. Daarom zijn we gegaan voor universele caféverhalen. Je vindt dezelfde figuren in elk volks café.”

Achiel wil zeker gaan kijken, maar hij blijft het een gemiste kans vinden. Hij heeft zelf trouwens ook ooit een toneelstuk geschreven. “Door omstandigheden is dat nog nooit opgevoerd”, zegt hij. “Als je een scoutsgroep kent die nog op zoek is naar een goed stuk, mag je het altijd laten weten.” Maar hij schrijft dus voornamelijk gedichten. Sinds hij een cursus Creatief Schrijven volgde in dienstencentrum ’t Dokske in Merksem is hij niet meer te houden. Elke gelegenheid is goed. Ook bij de 75ste verjaardag van het orgel produceerde hij al een paar kwatrijnen. Zijn inspiratie haalt hij op de meest ongebruikelijke plekken, zo blijkt uit zijn gedicht De pot op, pontificaal opgehangen in de toiletten van Café Beveren. Hierbij een strofe:

‘Neem gerust al je tijd;

zorg dat je het papier er niet neven smijt.

Bemerk je in de pot nog bruine vlekken?

Neem nen borstel en vergeet niet door te trekken.’

“Ik lees mijn werk ook af en toe voor op poëzieavonden in Den Hopsack in de Grote Pieter Potstraat”, zegt hij en hij toont een flyer van een van zijn optredens. “Naast kleppers als de vroegere stadsdichter Peter Holvoet-Hansen, zie je? Daar ben ik toch fier op.”

Opblaaspop

© RR

En dan valt Achiel even stil. Gelaten kijkt hij het café rond. “Het is niet meer zoals vroeger, hè”, mijmert de tachtiger, zelf drie jaar ouder dan het orgel dat dit jaar in de bloemetjes wordt gezet. “In de jaren 70 zat dat spel hier elke vrijdagmiddag al barstensvol. Nu zitten hier maar een paar mensen. En al mijn maten zijn een voor een hun kaas aan het laten.”

Maar ook op zijn 83ste wil hij niet een van die pathetische vroeger-was-alles-beter-figuren worden. Ook in de miserie gloort de hoop. Zijn ogen beginnen weer te stralen. “Elke zaterdag is het hier nog altijd ambiance. Stadsgidsen komen hier met hun groepen. En vorig weekend kwamen hier kort na elkaar drie verschillende groepen vrijgezellen.” Op zijn smartphone toont hij een filmpje dat hij zaterdag maakte van een hoop mannen met roze cowboyhoeden die zich amuseren met een opblaaspop.

“En weet je wat vandaag véél beter is? Het sanitair. Ik moet geen botten meer aantrekken als ik naar het wc wil gaan.”

De voorstelling Café Beveren is vanaf 29 juni te zien in het Fakkeltheater. Info: www.cafebeveren.be.