Het is nog maar de tweede profoverwinning voor de 24-jarige Van Asbroeck. Eerder dit jaar boekte hij zijn eerste profzege in de Franse eendagswedstrijd Cholet-Pays De Loire. Vijf keer al dit seizoen strandde hij op een tweede plaats, onder meer in Nokere Koerse na Kenny Dehaes. Nu was het eindelijk weer raak. ‘Ik ben al een paar weken in goede doen’, zei hij. ‘Maar ik had echt niet gedacht dat ik hier zou winnen.’

Elf beklimmingen kregen de renners dinsdag voorgeschoteld van Herve naar Waremme. ‘Vooral op die laatste twee klimmetjes had ik het zeer lastig’, zei Van Asbroeck. ‘Ik hing constant achteraan het peloton en bleef aanklampen. Gelukkig loont mijn harde werk. Ik kan het bijna niet geloven.’

Van Asbroeck deelt momenteel met Sonny Colbrelli de tweede plaats in de UCI Europe Tour-ranking. Beide renners hebben 336 punten, 42 minder dan leider Magnus Cort Nielsen. ‘Die eerste plaats speelt zeker in mijn hoofd’, aldus Van Asbroeck. ‘De prioriteit is nu in de komende koersen zoveel mogelijk punten pakken. Ik ga alleszins proberen om dat eindklassement te winnen, maar we zullen wel zien waar ik zal eindigen.’

'Nog niet duidelijk voor welke ploeg ik zal koersen'

Onze landgenoot is intussen gegeerd wild op de transfermarkt. Walter Planckaert, ploegleider bij Topsport-Vlaanderen, liet zich in het tv-programma Vive le Vélo ontvallen dat de sprinter op weg is naar Cannondale, maar zelf ontkent de 24-jarige Ledenaar dat voorlopig.

'Er is nog niets concreet', klonk het. 'Cannondale is inderdaad geïnteresseerd, maar er zijn nog andere ploegen die aan mijn mouw trekken.' Welke teams wou hij niet kwijt. 'Maar het gaat om grote binnen- en buitenlandse ploegen', vertelde hij. 'Zelf hou ik me daar niet alle dagen mee bezig. Daarvoor heb ik een manager die volop de onderhandelingen voert.'

'Ik heb heel veel geleerd bij Topsport Vlaanderen-Baloise', vervolgde Van Asbroeck. 'Jaar na jaar maak ik progressie. Zo werd ik hier vorig jaar nog tweede en nu win ik. Elk jaar zet ik een stap vooruit. Dat wil ik ook volgend jaar doen. Ik wil naar een ploeg waar ik verder kan groeien, dus ik weeg bij elk team de voor- en nadelen af. Zelf ben ik nog niet bezig met welke richting ik als renner uitga.'

'Ben ik een topsprinter? Dat weet ik niet', zei hij. 'Dat ben ik nu nog lang niet. Hoe ik evolueer als renner zal afhangen van het team waarvoor ik zal rijden. Feit is wel dat je je steeds meer als renner moet specialiseren. Ik moet ooit een keuze maken. We zullen zien waar ik eindig: meer een sprinter of een klassiek renner. Ik heb alleszins nog tijd om te groeien.'