Ook vrouwen moordden massaal onder Hitler

© PA/British Pathe PLC

Of het nu verpleegsters, kantoorbediendes of echtgenotes waren, de troepen van Hitler die een land binnenvielen werden gevolgd door honderdduizenden vrouwen. De volkerenmoord was niet louter een mannenzaak, vrouwen verleenden steun op de achtergrond en grepen dikwijls zelf naar de wapens.

gjs

Als historica Wendy Lower mag geloofd worden, begon de volkerenmoord van de nazi’s in de ziekenhuizen. 'De eerste methoden waren slaaptabletten, injectienaalden of verhongeren. De eerste slachtoffers waren kinderen', schrijft de auteur uit Californië in haar boek Hitlers Furiën. Duizenden misvormde kinderen werden door verpleegsters met een spuitje gedood. Het is een voorbeeld van vele, waarmee Lower de rol van de vrouw tijdens het nazi-tijdperk schetst. Ook vele vrouwen waren tijdens het nazi-regime moordende daders zonder scrupules.

'De eerste nazistische massamoordenares was niet de bewaakster in een concentratiekamp, maar de ziekenverpleegster', schrijft Lower. Niet in de gaskamers of bij massale executies is de volkerenmoord begonnen, maar daar waar de slachtoffers op de eerste plaats hulp mochten verwachten.

De Amerikaanse professor geschiedenis onderzocht het ontwikkelingsproces van verpleegsters, leraressen en secretaresses. Lower schetst 13 portretten. Daarbij wordt duidelijk dat enkele vrouwen bewust voor een carrière in het Derde Rijk kozen en er met alle middelen naar streefden om stap voor stap hoger op de ladder te klimmen. Daarbij zijn ze ooggetuigen, medeplichtigen en uitvoerders van vele gruweldaden geworden, schrijft Lower.

Derde van vrouwen

Een derde van de vrouwelijke bevolking - rond 13 miljoen vrouwen - was actief lid van een van de vele partijorganisaties van de nazi’s, en ook het aantal vrouwelijke NSDAP-leden was tegen het eind van de oorlog gestaag gestegen, constateert Lower. Bij de Bond van Duitse Meisjes konden jonge vrouwen leren schieten met een geweer, zo laten foto’s in het boek nadrukkelijk zien.

'Hitlers helpsters waren ijverige bestuursters, rovers, beulen en moordenaressen', schrijft Lower. Minstens een half miljoen vrouwen was naar het Oosten gegaan, meestal om carrière te maken. Het beeld van een scrupuleuze vrouw schetst de schijfster bijvoorbeeld van Liesel Willhaus, de echtgenote van een SS-commandant in het concentratiekamp Lemberg-Janowska.

Willhaus begon in 1934 voor het nazi-apparaat te werken en ontwikkelde een nauwe band met de nationaalsocialistische beweging. Ook haar latere man heeft ze daar leren kennen. Ze vergezelde hem met hun dochter naar Oekraïne. Volgens beschrijvingen van ooggetuigen, die Lower heeft bestudeerd, schoot Willhaus vanop haar balkon met een geweer op Joden. 'Haar man stond naast haar op het balkon', aldus de schrijfster. Zelfs voor de ogen van het kind toonde ze geen geremdheid. Een keer kwamen ze samen in actie en schoten op een groep kampgevangenen, die 20 meter verder afval verzamelden, schrijft Lower.

De vraag naar het waarom behandelt de auteur vanuit het oogpunt van de protagonisten. Daarvoor diende ze vele verklaringen te bestuderen. Tegelijkertijd beschrijft ze ook het standpunt van de toeschouwer op basis van getuigenverklaringen. Wat tot Lowers ontnuchterende vaststelling leidt: met de militaire nederlaag van Duitsland was de carrièrevlucht van de daderessen wel voorbij, maar slechts weinig vrouwen hebben achteraf daadwerkelijk rekenschap moeten afleggen: 'ze keerden naar huis in de puinhoop van het Derde Rijk en probeerden hun crimineel verleden te verbergen'.

In een woord irriterend was het doornemen van de verslagen. 'Toen ik ze las, was ik er niet zeker van of de daderessen op jongere leeftijd nu werkelijk zo naief of onoplettend waren of dat ze hun onschuld in alle betekenissen ook voor de lezer van vandaag wilden staan houden', schrijft Lower. Hoe kan het bijvoorbeeld dat een verpleegster zich elk detail van haar ellende herinnert, maar bij de vraag naar haar zelf begane misdaden korzelig antwoordt en onwetendheid voorwendt?

Ook tegen Liesel Willhaus kon niets bewezen worden. 'Ze had binnen het vernietigingsapparaat van de nazi’s geen officiële rang bekleed en dusdanig waren er ook geen documenten uit de oorlogstijd die getuigenverklaringen konden staven', schrijft Lower. 'Ze was ter plekke en had publiekelijk aan massamoorden deelgenomen, maar op juridisch vlak kon ze niet ter verantwoording geroepen worden'.

Lower schetst in haar boek een schrikwekkend beeld van vrouwen, die meedogenloos massamoorden begingen. En dat zonder al te vele grote druk. 'Hadden ze geweigerd Joden te doden, had dat niets een bestraffing tot gevolg gehad', komt Lower tot de slotsom.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen