Nieuwe berekening voor pensioen: alles op een rij

© ss

Wie langer werkt dan een volledige loopbaan van 45 jaar, wordt daar voortaan voor beloond in de berekening van zijn of haar pensioen. Dat staat in een wetsontwerp van minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR), dat donderdag werd goedgekeurd op de ministerraad. De nieuwe pensioenberekening gaat op 1 januari 2019 in.

Werknemers of zelfstandigen die na een volledige loopbaan van 45 jaar beslissen om toch nog even verder te werken, plukten daarvan tot nog toe geen vruchten in de berekening van zijn of haar pensioen. Pensioenrechten werden opgebouwd tot en met 45 werkjaren, de jaren die men erna nog presteerde, telden niet meer mee.

Daar past minister Bacquelaine nu een mouw aan. Voor wie vanaf 1 januari 2019 met pensioen gaat, zullen alle gewerkte jaren meetellen in de pensioenberekening. Werknemers en zelfstandigen die langer werken dan 45 jaar, krijgen vanaf dan dus ook een hoger pensioen.

Werkloosheid en brugpensioen

Daarnaast kondigt de minister aan dat hij ook de manier wil aanpassen waarop periodes van werkloosheid en brugpensioen meetellen in de pensioenberekening. In de pers was recent nog heel wat te doen rond een verhaal van twee Franstalige vriendinnen, waarvan de één een fors hoger pensioen krijgt dan de ander, ondanks het feit dat de eerste lange tijd werkloos is geweest.

Een nieuw koninklijk besluit moet dat soort situaties in de toekomst vermijden: de werkloosheidsdagen na één jaar werkloosheid (de tweede periode) en de dagen brugpensioen, zullen voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2019 berekend worden op basis van het minimum jaarrecht en niet meer op basis van het laatst verdiende loon.

Bacquelaine benadrukt wel dat er niet wordt geraakt aan de pensioenrechten die periodes van ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval, beroepsziekte of moederschapsverlof dekken. Bovendien worden gemotiveerd tijdskrediet, loopbaanonderbrekingen en thematische verloven volledig gelijkgesteld, en berekend op basis van het laatst verdiende loon. Dat laatste geldt ook voor brugpensioen na een herstructurering in de onderneming, omwille van medische redenen of voor werknemers in zware beroepen.

Gemengd pensioen voor ambtenaren

Ook aan het pensioen van contractueel overheidspersoneel wordt gesleuteld. Een voorontwerp van wet van minister Bacquelaine over de invoering van het ‘gemengd’ pensioen voor die groep werknemers is in tweede lezing goedgekeurd in de ministerraad. De tekst maakt de weg vrij voor een aanvullend pensioen voor contractuelen.

Wie bij de overheid werkt, maar niet benoemd is, kreeg tot nog toe een gewoon werknemerspensioen. Vastbenoemde ambtenaren kregen een -hoger- overheidspensioen. Tot nu toe kregen ambtenaren zo’n overheidspensioen voor hun hele loopbaan, ook voor de jaren dat ze contractueel in dienst waren. Dat verandert nu met de invoering van het “gemengd pensioen”. Wie na december benoemd wordt, krijgt voor de jaren als contractueel een werknemerspensioen, voor de jaren als vastbenoemde een overheidspensioen.

Aanvullend pensioen

De ministerraad veralgemeende tegelijkertijd de regeling voor aanvullend pensioen, zodat contractuelen daar vanaf nu ook recht op hebben. De vakbonden ijveren er al jaren voor dat de invoering van een gemengd pensioen gepaard moet gaan met die veralgemening van het aanvullend pensioen.

Op federaal niveau wordt het aanvullend pensioen voor contractuelen dit jaar al ingevoerd, zegt het kabinet-Bacquelaine. De minister heeft hiervoor een budget van 32 miljoen euro vrijgemaakt. Voor de andere overheden en de lokale besturen is er nog geen duidelijkheid, al komt er voor die laatsten wel een extra stimulans: de helft van de kosten van de gestorte premies zouden onder bepaalde voorwaarden worden afgetrokken van de bijdragen aan het pensioenfonds voor de lokale besturen.