Nu de laatste jaren in Edinburgh een aantal nieuwe gebouwen zijn verrezen, volgens architectuurcritici niet altijd even geslaagd én vaak ten koste van beschermde gebouwen, wordt onderzocht of de Schotse stad nog steeds mag uitpakken met de status van Unesco-erfgoed die het in 1995 kreeg toebedeeld.

Zo zouden ook de plannen voor een nieuw sterrenhotel in de schaduw van Calton Hill wel eens de doorslaggevende factor kunnen worden in die beslissing, klinkt het bij stadsplanners. Het hotel maakt deel uit van een nieuwbouwproject met een winkelcentrum, luxueuze appartementen, restaurants en een bioscoop.

Het Londense architectenbureau Jestico + Whiles beschrijft zijn ontwerp voor het twaalf verdiepingen tellende hotel, waarvan de plannen deze zomer werden goedgekeurd door het stadsbestuur, als ‘opgerolde linten van een cadeau’, maar het grote publiek gaf het gebouw de bijnaam ‘the turd’, oftewel drol.

‘Mijn stad verdient de titel niet meer’

‘De architectuur van een stad moet altijd het resultaat zijn van een dialoog tussen het oude en het nieuwe. Het hotel dat hier wordt neergezet, is als een luide, opschepperige bullebak die iedereen in zijn zicht viseert’, aldus de Schotse auteur Candia McWilliam aan The Guardian.

Architectuurcriticus David Black noemt de goedkeuring van de vele bouwprojecten paniekvoetbal van het stadsbestuur, dat een diepe financiële put moet dempen. ‘Als internationale ontwikkelaar is er geen beter moment om de beschermingsmaatregelen voor ons erfgoed te omzeilen.’

Black heeft Unesco al meermaals op de hoogte gebracht van de sloop van verschillende beschermde gebouwen ten koste van de nieuwe projecten en meent dat het niet lang meer kan duren voor de stad zijn stempel als werelderfgoed kwijtspeelt. ‘Mijn stad verdient het simpelweg niet langer om die titel te dragen.’