Generieke geneesmiddelen zijn een pak goedkoper dan de originele variant van het medicijn. Dat komt omdat het kopieën zijn die pas op de markt kunnen worden gebracht wanneer het octrooi van die laatste is verlopen, doorgaans gebeurt dat na 15 à 25 jaar. Doordat het patent verlopen is, kost het generieke medicijn 54 tot 60 pct minder.

In 2015 en 2016 kwamen er 15 nieuwe generieke medicijnen op de markt. Het gaat over geneesmiddelen voor de behandeling van uiteenlopende ziekten en aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson, bepaalde psychosen, hoge bloeddruk, astma, depressie, osteoporose en bepaalde ontstekingen. Die leverden de overheid dus 68 miljoen euro aan besparingen op.

In ons land worden in totaal 251 generieke medicijnen terugbetaald. FeBelGen becijferde dat die samen goed zijn voor een totale besparing van minstens 1,7 miljard euro. Ter vergelijking: het jaarlijkse geneesmiddelenbudget bedraagt zo’n 4,1 miljard euro.

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block zet overigens volop in op het gebruik van generieke geneesmiddelen. Aan huisartsen wordt sinds het begin van dit jaar gevraagd minstens 60 pct ‘goedkope’ geneesmiddelen voor te schrijven. Ter info: 98 pct van de generieke geneesmiddelen heeft het label ‘goedkoop’; voor merkgeneesmiddelen is dit slechts 25 pct, aldus FeBelGen.

Het geld dat de overheid bespaart door die generieke geneesmiddelen, moet deels gaan naar de terbeschikkingstelling van nieuwe, dure medicijnen die vaak ingezet worden voor de behandeling van levensbedreigende ziektes, zoals kanker.

(belga)