Het voorjaarsoffensief van N-VA: zin en onzin van tussentijdse campagnes

Weldra zal het geel-zwart van de N-VA opnieuw alomtegenwoordig zijn online en in het straatbeeld. De partij lanceert een groot voorjaarsoffensief met een nieuw symbool en een nieuwe slogan, ook al zijn de verkiezingen nog heel ver weg. Wat wil de N-VA bereiken? Heeft zo'n tussentijdse campagne zin? En wat zijn de risico's?
Het V-teken maakt plaats voor een duwende hand.

Is zo'n campagne uitzonderlijk?

De verkiezingen liggen nog geen jaar achter ons en de volgende stembusslag heel ver weg, maar dat houdt de N-VA niet tegen om vandaag een grootschalige, wekenlange campagne te lanceren met affiches, onlinereclame, folders, filmpjes, enzovoort. Uitzonderlijk in ons land, zegt politicoloog Dave Sinardet (foto) van de Universiteit Antwerpen.

"In de Angelsaksische landen is zo'n permanente campagne de traditie, maar bij ons komt het niet vaak voor. Zeker niet iets van deze omvang", aldus Sinardet. Daarbij moet wel worden gezegd dat er in ons land de voorbije 10 jaar zelden lange periodes waren zonder dat er op ten minste Ć©Ć©n niveau verkiezingen waren. De huidige situatie van electorale rust is dus uitzonderlijk.

Dat partijen hun verwezenlijkingen in de verf willen zetten, verkiezingstijd of niet, is natuurlijk niet nieuw. Maar dat gebeurt vooral kleinschaliger en gerichter. Sinardet geeft het voorbeeld van CD&V dat na de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde in de regio de campagne "BHV gesplitst? AUB" lanceerde, om zo de verdienste van de partij te benadrukken.

Volgens Fons Van Dyck van reclamebureau Think BBDO is het voor een politieke partij gewoon broodnodig om permanent te communiceren. "Zo'n tussentijdse campagne is iets wat elke partij wel eens doet", zegt hij. Een voorbeeld is de "Hardwerkende Vlaming"-campagne van OpenĀ VLD zo'n 10 jaar geleden, waar zijn firma aan meewerkte. Of heel recent de "Ik wil werk"-campagne van de SP.A. "De partij die het het meest systematisch doet, is het Vlaams Belang, omdat die partij weinig toegang heeft tot de massamedia."

Waarom nu?

Waarom komt de N-VA nu met een grootschalige campagne? Volgens de Gentse politicoloog Nicolas Bouteca voelt de partij dat haar imago van "verandering" wat in de verdrukking is geraakt nu de partij op alle niveaus in de regering zit. Die regeringsdeelname is tot nog toe geen "walk in the park" gebleken voor Bart De Wever en de zijnen. Ze komen vooral in de media om te reageren op de zoveelste rel binnen de regering, maar voor het beleid en de hervormingen is er weinig aandacht.

Ook volgens Sinardet is er heel wat frustratie bij de N-VA over de gang van zaken. Hij zegt dat de partij gewrongen zit met haar imago van anti-establishmentpartij enerzijds en de realiteit van een regeringspartij anderzijds. "Ze staan voor de grote uitdaging nu om aan te tonen dat er effectief dingen aan het veranderen zijn. Als je veel belooft, loop je natuurlijk het risico dat er mensen ontgoocheld zullen zijn."

Heeft zo'n campagne nut?

Volgens Nicolas Bouteca is een permanente campagne geen slecht idee voor de N-VA, zeker nu het imago wat schade heeft opgelopen. Om dat imago in stand te houden en te versterken, mag de communicatie niet verwaarloosd worden, zegt hij. Hoe vaker partijen hun verhaal brengen, hoe meer kans dat het uiteindelijk blijft hangen bij de kiezer, luidt het.

"De partij heeft het communautaire opzijgeschoven en op sociaaleconomisch vlak compromissen moeten sluiten", zegt Dave Sinardet. "Daarover is er wel wat frustratie. Het kan dus zeker nuttig zijn om het beeld proberen bij te sturen en duidelijk te communiceren over wat er verwezenlijkt is."

"Een tussentijdse campagne kan vooral nuttig zijn om bepaalde thema's in de verf te zetten en om mensen te bereiken die je via de klassieke media of de sociale media -want die worden nu meer en meer gebruikt- maar moeilijk kan bereiken", vult reclameman Van Dyck aan.

Kan het ook verkeerd uitdraaien?

Sinardet heeft het over een tweesnijdend zwaard. Enerzijds is er de nood om te communiceren, "maar als je moet roepen dat het wĆ©l verandert, kan dat ook verkeerd overkomen". De politicoloog kadert de zet van de N-VA in de profileringsstrijd met CD&V. Die benadrukt de continuĆÆteit, terwijl de N-VA de verandering predikt. "Dit kan de spanningen nog doen oplopen", aldus Sinardet, die de permanente verkiezingsmodus geen goede zaak vindt voor de regering.

Volgens Bouteca is het risico voor de N-VA beperkt. "Ze moeten natuurlijk wel oppassen hoe ze het aanpakken. Ze mogen zichzelf niet als de enige motor van het beleid voorstellen, want dat zal niet goed vallen bij de coalitiepartners. Maar de partij is volgens mij slim genoeg en voldoende ploegspeler om niet in die val te trappen." De Gentse politicoloog meent zelfs dat het in het voordeel van de regering kan zijn als de N-VA erin slaagt om haar asociale imago op te poetsen.

Hoe reageren de Vlaamse coalitiepartners?

Bij CD&V wacht men af wat het initiatief van de N-VA juist inhoudt. "Het is maar logisch dat alle partijen continu bezig zijn met zichzelf in de markt zetten", zegt woordvoerder Steffen Van Roosbroeck, die benadrukt dat zijn partij zelf elk jaar twee campagnes lanceert, in de lente en met eindejaar.

Open VLD plant geen grote voorjaarscampagne, maar rekent op haar ministers om de partijboodschap over te brengen. Daarnaast werkt de partij op 2 sporen, enerzijds een inhoudelijk traject met debatten over de toekomst: "CafƩ Futur", en anderzijds gerichte communicatie op maat van bepaalde doelgroepen, zoals horeca-uitbaters en zelfstandigen.

Meest gelezen