"Ze begrijpen niet wat fictie is", aldus Mantel tegen NU.nl.
In het korte verhaal schetst de tweevoudig Booker Prize-winnares een fictieve ontmoeting tussen een welgestelde vrouw en een man die een moord op minister-president Margaret Thatcher beraamt, de politica die Groot- Brittannië tussen 1979 en 1990 aanstuurde en voor haar aanpak de bijnaam The Iron Lady kreeg. Thatcher overleed in 2013.
Het verhaal werd eerder in originele versie op de website van de Britse krant The Guardian gepubliceerd, nadat The Telegraph de publicatie had afgewezen. Het verhaal zou te aanstootgevend zijn.
Op NUweekend de Nederlandse vertaling van 'De moord op Margaret Thatcher: 6 augustus 1983'. Het betreft een voorpublicatie. De nieuwe bundel Mantel-verhalen met dit titelverhaal erin verschijnt in het voorjaar bij uitgeverij Meridiaan.
Hilary Mantel over haar verhaal en de ophef in Groot-Brittannië:
In een interview met The Guardian legde Mantel onlangs het motief uit van het verhaal en beschrijft ze hoe zij zich in 1983 in de directe omgeving van Thatcher bevond en zichzelf afvroeg: "Wat als niet ik, maar een ander hier nu op deze plek zou staan?", waarna ze met haar hand een pistool nabootst.
Voormalig adviseur van Thatcher, Lord Timothy Bell, riep daarop op de auteur strafrechtelijk te vervolgen. Bell vindt Mantels uitlating verwerpelijk. Veel conservatieve Britse parlementsleden zijn het met hem eens.
Mevrouw Mantel, bent u op dit moment de meest gehate persoon in Groot-Brittannië?
"Nee hoor, ik word juist door heel veel mensen gesteund. Mijn tegenstanders hebben mij met hun hysterische reacties en hun oproep om mij strafrechtelijk te vervolgen juist een grote dienst bewezen. Hoe onderzoek je in hemelsnaam de moord van een fictief personage op een vrouw die al dood is? Het hele idee is zo krankzinning. Maar ik was voorbereid op felle reacties."
De politie heeft dus nog geen contact met u opgenomen?
(lachend) "Nee, nog niet. Ik denk dat ze het druk hebben."
Uw tegenstanders maken volgens u eigenlijk reclame voor uw verhalenbundel.
"Dat doen ze op een uitstekende manier. En het bewijst dat deze mensen niet begrijpen wat fictie is en welke functie fictie heeft. Ik vergelijk mijn situatie niet met die van Salman Rushdie (auteur moest tien jaar onderduiken nadat Iraanse geestelijke Khomeini een fatwa over hem had uitgesproken, red.), maar net als de Ayatollahs begrijpen deze critici het verschil niet tussen een ik-verteller en een auteur."
Waaraan ergert u zich het meest in deze kwestie?
"Dat de mensen die mij veroordelen geen enkel boek van mij hebben gelezen. Als ze mijn vroegere werk zouden lezen, dan vinden ze genoeg materiaal om een jaar lang beledigd te zijn. Maar lezen behoort niet tot een vaardigheid die zij ontwikkeld hebben."
Niet alleen critici, maar ook uw vaste lezers zeggen dat ze door uw korte verhaal zijn geschrokken. Voelt u de noodzaak hen te kalmeren?
"De gedachte om mevrouw Thatcher te vermoorden was redelijk gangbaar toen zij het voor het zeggen had. Mensen willen er alleen niet aan toegeven. Toen ze overleed, kreeg ze een grote ceremoniële begrafenis. Dat was volgens mij wel terecht, omdat Thatcher van grote invloed is geweest op de geschiedenis.
Maar tegelijkertijd organiseerden mensen door het hele land straatfeesten. Als mensen nu zeggen dat ze mijn werk hebben gewaardeerd tot aan dit korte verhaal, dan hebben ze dat om de verkeerde redenen gedaan. Dan hebben ze het niet op de juiste manier gelezen. Een auteur moet lezers aan het denken zetten, in plaats van hen te kalmeren."
Kunt u in ieder geval uw lezers gerust stellen door te zeggen dat u niet van plan bent een eng verhaal omtrent de kleine Prins George te schrijven?
(lachend) "Nu breng je me op een idee. Jij bent hier verantwoordelijk voor. Maar nee hoor, ik ga me toeleggen op een derde roman over Thomas Cromwell (Engeles staatsman, 16e eeuw.) Dat wordt weer een hoop dode tudors."